WOERDEN. Aan niets is te merken dat de 18-jarige Robbert de Leeuw uit Woerden autisme heeft. Behalve dat hij het interview laat plaatsvinden in een klein kantoortje achter de kantine van zijn werkgever. Zonder de prikkels van gezinsleden of collega’s.
Het waren prikkels die Robbert vroeger lieten ontploffen, vertelt hij terwijl hij zijn gesprekspartner rustig aankijkt. „Op de gewone basisschool werd ik vaak gepest. Dan ontplofte ik. Sloeg ik erop los of liep ik weg. Daarom ben ik in groep 2 al overgeplaatst naar een school voor speciaal onderwijs. Daar heb ik enorm veel hulp gehad.”
De woedeaanvallen zijn daardoor sterk afgenomen. „De laatste keer was vier jaar geleden. Toen begon een klasgenoot me te pesten door boven mijn hoofd tegen een muurtje te gaan voetballen. Hij stopte er niet mee, ook al vroeg ik dat netjes.”
Robbert is een van de twaalf teamleden van de app Aut There die morgen wordt gelanceerd. Het is een onderdeel van de start van de Autismeweek van de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA). Campagnethema is dit jaar ”Autisme is niet te genezen, onbegrip gelukkig wel”.
De app is speciaal voor jongeren met autisme. Doel is dat zij onderling contact met elkaar krijgen. Robbert: „Ik heb één echt goede vriend, die ook autisme heeft. Het lijkt me leuk om meer contacten te krijgen om samen gemeenschappelijke hobby’s te doen: gamen, fietsen, hardlopen. Dat kun je natuurlijk wel in je eentje doen, maar samen is dat gezelliger.”
De app is een uitkomst, constateert Robbert, moderator van de Facebookpagina van wat de Aut Therecommunity moet worden. „Veel mensen met autisme hebben moeite met contact leggen. Daardoor sluiten zij zich vaak –tegen hun wil– op en komen ze in een isolement. Veel mensen met autisme zijn eenzaam.”
Robberts schoolloopbaan ging met horten en stoten. Na zijn vmbo begon hij aan een mbo-opleiding bos- en natuurbeheer. „Dat was te praktisch voor mij.”
Hij stopte na een halfjaar en haalde in anderhalf jaar de havo. Toen begon hij aan een hbo-studie accountancy. Ook dit avontuur mislukte. „Al die cijfers vond ik weer te saai”, zegt hij lachend.
Hoewel hij zelf ontkent dat het twee keer stoppen van een studie met zijn autisme te maken heeft, leert de ervaring dat veel jongeren met een psychiatrische aandoening als autisme een gebroken schoolcarrière kennen.
Robbert liet zich echter niet kennen en ging meer werken bij de wijksupermarkt in een Woerdense woonwijk waar hij al in deeltijd aan de slag was. „Ik ben heel erg gemotiveerd.”
Had hij daar geen last van zijn aandoening? „In het begin wel. Ik stond op de vleesafdeling. Als ik dan worst stond in te pakken en een klant vroeg iets aan mij, dan was dat een moeilijke extra prikkel voor mij. Ook had ik er veel last van dat collega’s na sluitingstijd de muziek heel hard zetten”
Na anderhalve maand tobben gaf Robbert in een functioneringsgesprek aan waar de moeite zit: in z’n autisme. Sindsdien gaat het goed. „Ze houden rekening met mij. Zetten de muziek zachter als ik daarom vraag, of doen dat uit zichzelf.”
Dit type begrip is precies wat de NVA wil bevorderen met de Autismeweek. „Mensen met autisme lopen tegen veel onbegrip aan.”
Hoopt Robbert misschien via de app een vriendin te krijgen? Glimlachend: „Het is geen dating-app. Ik zoek gewone vriendschappen, maar als ik via de app een vriendin krijg, kan dat natuurlijk.”