„Deze klederdracht vind ik sierlijk”
„Ik draag al mijn hele leven klederdracht, ik weet niet hoe het is om geen klederdracht aan te hebben.”
Naam: G. Smit-Plat
Leeftijd: 69 jaar
Woonplaats: Volendam
Hoe lang loopt u al in klederdracht?
„Ik draag het al mijn hele leven, ik weet niet hoe het is om geen klederdracht aan te hebben.”
Waarom draagt u nu nog klederdracht?
„Ik voel me op mijn gemak in deze kleding. Ik kan er geen afstand van doen, en dat wil ik ook niet. In Volendam zijn er ongeveer twintig vrouwen die de Volendamse dracht nog dragen. Ik ben een van de jongsten.”
Wat is er zo bijzonder aan úw kleding?
„Het zit zo lekker. Deze klederdracht vind ik mooi en sierlijk, dat komt door de bloedkoralen ketting die erbij hoort. Bij het zondagse pak hoort ook een hul, de muts van wit kant. Vroeger, ongeveer honderd jaar geleden, droegen de vrouwen die mutsen ook in huis tijdens het werk.
De Volendamse dracht is heel vrolijk om te zien. De schort bestaat uit verschillende kleuren strepen. Onder de schort zit een zwarte rok en verder draag ik een zwart jak. Dat heeft meestal witte figuren.”
Hoe reageert de omgeving op uw kleding?
„Nu reageert de omgeving heel leuk. Mensen stimuleren me om het te blijven dragen. Dat was vroeger wel anders. Toen werd me veel gevraagd wanneer ik in burger ging.”
Klederdracht verdwijnt. Hoe groot is dat verlies voor Nederland?
„Dat vind ik erg. Al die verschillende soorten klederdracht, dat is toch leuk om te zien?”
Is het niet veel lekkerder om in burger te lopen?
„Ik weet niet hoe het is om geen klederdracht te dragen. Als het in de zomer warm is, trek ik in huis mijn jak wel uit. Maar als ik boodschappen ga doen, wil ik hem direct weer aan. Anders voel ik me zo ongekleed.”
Klederdracht verdwijnt langzaam uit het Nederlandse straatbeeld. Vandaag deel 7 in een serie over klederdracht, morgen een afsluitend artikel.