Executie geen kantelpunt in strijd tegen IS
APELDOORN. Met de verbranding van een Jordaanse piloot heeft de Islamitische Staat (IS) een nieuwe gruweldaad op zijn conto geschreven. De vraag is of deze executie een kantelpunt in de strijd tegen de extremistische beweging betekent.
Hoe schokkend kun je zijn? Strijders van de Islamitische Staat hebben wat dat betreft een forse reputatie opgebouwd. De berichten over massale moordpartijen op geloofsgenoten in het Midden-Oosten zijn de afgelopen tijd genoegzaam de wereld overgegaan.
En natuurlijk de executies van gijzelaars die in handen van IS waren gevallen. Ook die afschuwelijke beelden gingen de hele wereld over. Tot nu toe bracht IS westerse gevangenen voornamelijk door onthoofding om.
Maar kennelijk vindt de beweging dit middel niet choquerend genoeg meer. Daarom doodde IS een gevangengenomen Jordaanse piloot door hem levend te verbranden, zo bleek deze week.
Het wachten is op het moment dat IS nog gruwelijker methoden hanteert om gijzelaars om te brengen. Over de vindingrijkheid van de menselijke geest hoeven wat dat betreft weinig illusies te bestaan. Dat heeft de geschiedenis inmiddels wel bewezen.
De vraag is intussen of de barbaarse executie van de Jordaanse piloot een kantelpunt in de strijd tegen en de steun voor IS betekent. Afgaand op de uitgesproken publieke woede in Jordanië lijkt het met de sympathie voor Islamitische Staat in dat land wel definitief voorbij. Hoewel ook daar nog altijd extremistische krachten aanwezig zijn die achter het IS-gedachtegoed staan.
Zoden aan de dijk
Jordanië heeft aangekondigd met kracht op de executie te zullen reageren. Dat gebeurde in eerste instantie al door het terechtstellen van een tweetal terreurverdachten. Ook gaat Amman het aantal luchtaanvallen op IS verhogen. Maar of dat militair gezien zoden aan de dijk zet, valt te betwijfelen.
Elders in de Arabische wereld werd eveneens met afschuw op de executie –nota bene van een moslim– gereageerd. De zeer gezaghebbende Al-Azharuniversiteit in Caïro riep woensdag zelfs op IS-strijders op dezelfde manier om te brengen als waarop zij hun slachtoffers vermoorden.
De steun voor de Islamitische Staat mag dan in de gematigde islamitische wereld afnemen, dat wil nog niet zeggen dat de radicale beweging haar langste tijd heeft gehad.
Radicale islamitische extremisten die zich met IS verbonden weten, zullen hun ideeën niet door de executie van de Jordaanse piloot laten beïnvloeden. Sterker nog: een hardere aanpak van IS zal hen waarschijnlijk alleen maar sterken in hun opvattingen.
En militair gezien was al vanaf het begin van de westerse campagne tegen IS duidelijk dat luchtaanvallen de opmars van de beweging hooguit zouden vertragen. Om IS echt een beslissende slag toe brengen, is een forse inzet van grondtroepen vereist.
Uitgesloten
Het Iraakse leger blijkt vooralsnog nauwelijks tegen de goed getrainde strijders van IS opgewassen. Alleen Koerdische milities slaagden er –zij het met grote moeite– in IS op een aantal plaatsen te verdrijven.
Westerse landen –de Verenigde Staten voorop– hebben de inzet van grondtroepen tot nu toe categorisch uitgesloten. Het trauma van Irak en Afghanistan ligt vooral de Amerikanen nog vers in het geheugen.
Zo bezien ligt een einde van de strijd tegen IS nog lang niet in het verschiet. Niet voor niets voorspelde de Amerikaanse president Obama bij het begin van de aanvallen op IS dat het conflict minimaal drie jaar zou duren.
Ook de barbaarsheid van de executies die de Islamitische Staat uitvoert, zullen daar geen verandering in brengen.