Echtscheiding leidt niet alleen bij partners tot pijn en verdriet, maar zeker ook bij de kinderen. Twee portretten.
Pim, dertiger: „Een jochie van 11 jaar was ik. Op een zeker moment kon ik de slaap niet vatten en hoorde ik dat er beneden ruzie werd gemaakt. Ik bad of het geruzie alstublieft mocht ophouden en dat ze toch alstublieft niet uit elkaar zouden gaan. Voor zover ik kan nagaan was het mijn eerste gebed dat niet is verhoord. Dat doet je als kind best veel.
Pa was vooruitstrevend, had een goede baan en ontwikkelde zich steeds verder. Mijn moeder daarentegen is van huis uit nooit gestimuleerd om door te leren na de huishoudschool. Niets mis mee, maar hun werelden verschilden steeds meer. Dat en hun verschillende karakters leidden denk ik tot steeds meer wrijving.
Plotseling was daar het moment dat m’n ouders meedeelden dat ze uit elkaar zouden gaan. Het voelde voor mij als wanneer een mooi orgelstuk abrupt wordt afgebroken. Ik hielp mijn vader in de tuin, voetbalde met hem en genoot van vakanties. Opeens was dat allemaal voorbij. Hij was weg.
De wereld was van het ene op het andere moment veel ingewikkelder. Verwarrend ook. M’n ouders sprak ik altijd aan met ”u”. Mijn vader mocht ik opeens aanspreken met ”jij”. Als kind kun je dat maar moeilijk plaatsen.
Ik bleef bij mijn moeder wonen. Ik was jaloers op anderen die wel een normale gezinssituatie hadden. Soms schaamde ik me om vriendjes thuis uit te nodigen en ik vermeed de confronterende vragen van leeftijdsgenoten. Als ik als kind ’s avonds weleens door de straten liep of fietste kon ik het niet laten om regelmatig bij andere woningen naar binnen te kijken. Op de een of andere manier vond ik het daar dan altijd erg gezellig binnen.
Vanaf m’n achttiende kostte het regelen van alimentatie en andere sores me veel energie, terwijl ik in die tijd eigenlijk bezig had moeten zijn met de studiekeuze.
Voor de kerkelijke gemeente en de diaconie heb ik niets dan lof. Het was een warme gemeente die veel hulp heeft geboden aan ons gezin. Daar kijk ik nog altijd met veel dankbaarheid op terug.
Mijn vader zag ik steeds minder. Doordat ik bij mijn moeder woonde, kreeg ik van haar en van haar ouders –mijn opa en oma– steeds meer mee dat vader niet deugde. Hoewel mijn moeder altijd heel goed voor ons heeft gezorgd, gaf ze ons toch een bepaalde visie mee op de scheiding en op m’n vader. Ik ben blij dat ik intussen hoor en wederhoor kan toepassen.
Bijna veertien jaar na dato ben ik m’n vader weer steeds vaker gaan zien. Toen ik ben getrouwd met Mathilde hebben we hem eens uitgenodigd bij ons thuis. Pa vroeg ons een paar keer mee op wintersport. En nog steeds trek ik er vaak met hem op uit. Ik zie het als het inhalen van verloren tijd en ik krijg er veel energie van.
Vader en moeder zijn beiden opnieuw getrouwd. Mijn moeder wil niet horen dat ik weer contact heb met m’n vader. Voor haar is het altijd overleven geweest en ze kan het verleden nog steeds niet loslaten.
Ik houd nog steeds van allebei, maar met mijn moeder heb ik met enige regelmaat echt medelijden. Voortdurend moet ik tegen haar zeggen dat ze haar zegeningen moet tellen en er niet één moet vergeten. Ze heeft de neiging depressieve gevoelens voorrang te geven boven de positieve. Mijn vader kan veel meer vooruitkijken en relativeren. Pa zegt me weleens: „Onze scheiding is niet goed te praten, maar noem me eens één vader en zoon die onze relatie kunnen evenaren.” Mijn broer en zus willen geen contact met hem.
Het wrange bij een scheiding van je ouders is dat je direct ongeveer de helft van je familie kwijtraakt. De vader van mijn vader –opa– leefde toen niet meer, maar mijn oma wel. Die verdween ook ineens uit het zicht. Recent zocht ik m’n hoogbejaarde oma op. Ze vertelde me tot mijn verrassing dat ze na de scheiding van mijn ouders nog regelmatig met de bus naar ons dorp kwam om ons van een afstandje als kleinkinderen uit school te zien komen.
Verdrietig is ook dat kinderen van gescheiden echtparen vaak worden aangekeken op de scheiding van hun ouders, terwijl ze er zelf volledig buiten staan. Vooral binnen de orthodoxe kerken heeft het kerkvolk soms de neiging niet met problemen zoals echtscheiding geconfronteerd te willen worden en ze het liefst onder een deksel te houden.
Ook de uitspraak dat kinderen van gescheiden ouders vaak zelf die kant opgaan, vind ik fnuikend. Wat dat betreft troost de tekst uit Ezechiël 18:1-4 mij enorm. Daarin staat te lezen dat de Heere God waarschuwt om het destijds gebruikelijke spreekwoord ”De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn stomp geworden” nog langer te gebruiken.”
„Voor de kinderen heeft de kerk weinig tot niets gedaan”
Edith, dertiger: „Al jarenlang was het huwelijk tussen mijn ouders moeizaam. Het heeft ons gezin gestempeld. Er was zorg, angst en onzekerheid. Ik was de oudste van een groot reformatorisch gezin. Mijn moeder betrok me bij veel dingen. Ik moederde over de kinderen als er weer eens ruzie was. Dan zaten we soms bij elkaar op bed en dan baden we om hulp.
Al jong was ik vanwege mijn studie op kamers gegaan. Het voelde goed om op eigen benen te staan, maar ik was nog vaak thuis. Plotseling was daar het bericht dat mijn vader was vertrokken. Ik was begin 20 toen mijn ouders uit elkaar gingen. Mijn vader had naast zijn drukke baan veel nevenfuncties en was ’s avonds niet vaak thuis. Mijn moeder was druk met het gezin. Zo hadden ze steeds meer hun eigen leven.
De kinderen die nog thuis woonden, zijn bij mijn moeder blijven wonen. Ik heb na de scheiding geprobeerd met allebei mijn ouders contact te houden. Dat is helaas niet altijd gelukt. De scheiding van mijn ouders en de gevolgen die ze voor mij had, hebben eraan bijgedragen dat ik overspannen raakte. Ik was een thuis kwijtgeraakt, had minder contact met mijn familie en mijn rol als oudste zus veranderde enorm.
Hoe raar het ook klinkt, de verdrietige en zware periode heeft me geholpen te worden tot wie ik nu ben. De situatie heeft me teruggeworpen op de Heere, om alles van Hem te verwachten. Toen ik me verlaten voelde door mijn familie en ik niet meer mee kon zorgen voor mijn broertjes en zusjes, mocht ik die zorg aan Hem leren overgeven. Ik mocht zelfs leren om mijn ouders niet te veroordelen, maar alleen maar lief te hebben.
Intussen zijn mijn ouders allebei hertrouwd. Dat betekende dat wij als kinderen weer moesten wennen aan een nieuwe situatie, wat niet altijd gemakkelijk was. Gelukkig heb ik met mijn beide ouders nu een goed contact. Ik ben dankbaar voor hoe het nu in ons gezin is. Er blijven altijd wel moeilijke momenten, zoals verjaardagen, bruiloften, maar ook het gemis van één thuis.
Een van mijn ouders is niet meer kerkelijk meelevend. Dat betekent dat ik met een van hen niet over het geloof kan praten. Als kind verlang ik er zo naar dat mijn beide ouders de Heere mogen kennen als hun Verlosser.
Tegen de kerk wil ik niet schoppen, maar mijn vader heeft nooit meer iemand van de gemeente gezien. Mijn moeder kreeg praktische hulp aangeboden. Voor de kinderen heeft de kerk eerlijk gezegd weinig tot niets gedaan. Op dat terrein valt er nog veel te winnen. Ook een deel van mijn broers en zussen gaat nu niet meer naar de kerk.
Tijdens mijn periode van overspannenheid heb ik veel meeleven gehad uit de gemeente waarbij ik me had aangesloten nadat ik buitenshuis was gaan wonen.
Intussen ben ik zelf zeven jaar met een lieve man getrouwd van wie ook de ouders zijn gescheiden. In het begin zag ik best tegen een huwelijk op. Bang dat het niet goed zou gaan, ook al verlangde ik naar iemand naast me en was ik ervan overtuigd dat hij de juiste man voor me was.
Mijn man en ik hebben veel tijd besteed aan de voorbereiding op ons huwelijk. We hebben samen boekjes over het huwelijk gelezen en we hebben huwelijkscatechese gevolgd. Trouwen is niet zomaar even met elkaar verdergaan. We laten ons vaak veel te veel leiden door hoe de wereld tegen het huwelijk aankijkt, maar we moeten proberen te zien hoe de Heere God het huwelijk heeft voorgesteld.
We hebben het heel goed samen. We praten veel en we proberen met de Heere te leven. Een drievoudig snoer wordt niet snel gebroken. Onze achtergrond zorgt ervoor dat we met ons huwelijk omgaan als met een kostbaar geschenk.
Op huwelijkscatechese vertelde de predikant al dat een goede graadmeter voor een goed huwelijk is of je met elkaar op de knieën kunt. Als dat niet meer kan, is er wat aan de hand.
Het is frappant om te zien dat ook binnen de kerken steeds vaker echtscheidingen plaatshebben. Het probleem is moeilijk voor ambtsdragers. Dat ontken ik niet. Maar als ze iets laten zien van hun betrokkenheid door te luisteren of er alleen maar te zijn, is dat al heel erg fijn, ook voor de kinderen.
De kerk heeft een belangrijke taak om mensen die zijn gescheiden op te vangen. Iemand die is gescheiden raakt zijn of haar gezin kwijt. Als de kerk stil blijft zitten, raakt hij of zij ook de kerkelijke gemeente kwijt. Dat kan ertoe leiden dat ook de kinderen breken met de kerk.
Tegelijkertijd heb ik zelf gezien hoe de Heere doorgaat met Zijn werk. Sommigen van ons gezin kwamen weer terug in de kerk. Dat geeft hoop en spoort me aan tot meer gebed.”
serie Echtscheiding
Dit is het vijfde deel in een serie artikelen over echtscheiding. Volgende week donderdag deel 6.