Mispel en moerbei uit eeuwenoude boomgaard
HERWIJNEN. Drie landschapsstichtingen organiseren de verkiezing van het Gelders Boerenerf van het Jaar 2014. Hun achterban koos uit vijf geselecteerde erven eerder dit jaar een top drie. Een vakjury maakt zaterdag de winnaar bekend. Vandaag nummer 3: boerderij Den Oude Dijk in Herwijnen, de Betuwe.
„Hier, ik heb wat mispels geplukt in de boomgaard.” Cees van Arkel (71), geboren en getogen op Den Oude Dijk, biedt Marjan Pelle van de historische vereniging Den Ouden Dijk Herwijnen en de journalist een gevuld plastic zakje aan. „Rot zijn ze het lekkerst. En het gezondst.”
De vruchten komen uit de boomgaard op de 2 hectare die, langgerekt langs de Katerdam, het grootste deel van het boerenerf beslaat. Witte en zwarte schapen lopen grazend in de hoogstamboomgaard, typerend voor de Betuwe.
Een muffe lucht slaat op de luchtwegen als de voordeur van de uit 1651 stammende boerderij opengaat. Deze wordt sinds het vertrek van Van Arkels ouders in 1990 niet meer bewoond.
Links is de woonkamer. „Vroeger het enige verwarmde vertrek in de boerderij”, aldus Van Arkel. De haard is het bijzondere onderdeel in dit vertrek. Rondom de schouw zijn bruine en Delfts blauwe tegels bevestigd. „Die zitten hier vanaf het begin”, zegt Pelle. „De Delfts blauwe zijn handgeschilderd. Er zijn er geen twee hetzelfde. De jury vond vooral de bruine bijzonder.”
Luikje
Achter de deur zit een luikje. Van Arkel: „Hier zat zo van 1900 tot 1935 de gemeenteontvanger om de pacht te innen. De pachtboeren stonden in de gang.” En de gemeenteontvanger zat warm.
Aan de overkant van de gang gaat het via een afstapje naar de keuken, met een mozaïekvloer uit 1938. Ook deze ruimte was warm, vanwege de broodoven. Een treetje lager bevindt zich een gewelfde opslagkelder. Nog dieper een klein keldertje. „In de oorlog luisterden mijn ouders daar naar Radio Oranje”, aldus Van Arkel.
Van Arkels ouders dreven tot in de jaren 70 de boerderij. Rond deze tijd werd de bedrijfsvoering vanwege ruilverkaveling niet meer rendabel, maar ze bleven nog wel op Den Oude Dijk wonen. Vanwege zijn huwelijk vertrok Van Arkel in 1974 van de boerderij. „Maar ik kwam elke dag bij mijn ouders.”
Sinds 1990 is de hoeve onbewoond. Rond 2000 werd de deel, de voormalige stal, een trouwlocatie. Met een eikenhouten tafel, fraaie stoelen, oude werktuigen, strobalen en een oude fiets op zolder ziet die er idyllisch uit.
Toch is er iets wat Van Arkel stoort. Hij probeerde midden jaren 80 invloed uit te oefenen op de renovatie van de boerderij. Dat lukte niet. „Moet je kijken: die ene helft van het dak is gerenoveerd met vierkante balken. Die hadden ze vroeger helemaal niet. En de zoldering boven de trouwlocatie is ook met vierkante balken ondersteund. Eigenlijk zou die weg moeten.”
Van Arkel krijgt een herkansing. Als adviseur van de beheerder, de Mr. C. en Mej. M. M. Vervoorn Stichting, weet hij dat het dak opnieuw moet worden vervangen.
Achter de stal stond de vloedschuur, zo genoemd omdat die bij hoogwater deels onderliep. Vanwege de slechte kwaliteit verdween het bouwsel in de jaren 90. Het bakhuisje staat er nog wel. Dat grenst aan het naastgelegen wiel, een langwerpig meertje dat in 1635 ontstond door een doorbraak van de oude dijk, die vlak voor de hoeve liep. Tot Van Arkels spijt behoort het wiel niet tot het grondgebied van de stichting.
Uilenpaartjes
Toch laat hij trots het erf zien. „Kijk maar eens naar de hooiberg met zijn vijf roeien, staanders. Daar huizen elk jaar uilenpaartjes en nogal wat vleermuizen.”
Aan de voorkant van de boerderij buigt een 360 jaar oude, holle moerbeiboom zich over een houten stellage. „Daar hebben we nog 4000 gulden in gestoken om ’m in leven te houden. We hebben ook een nieuwe geplant.” Pelle is benieuwd welk erf morgen gaat winnen. „Ons bestuur heeft eerder de vier andere genomineerde erven bezocht. Erg leuk.”