Hubers (LTO Pluimvee): Nu dubbel alert
YSSELSTEYN. De uitbraken van vogelgriep in gebieden met veel trekvogels baren pluimveehoudersvoorman Eric Hubers grote zorgen. Iedereen die met kippen werkt moet strikte hygiënemaatregelen nemen om insleep van het virus te voorkomen, waarschuwt hij. „Als straks het transport weer op gang komt, moeten we dubbel alert zijn.”
Hubers, voorzitter van de landelijke LTO-vakgroep pluimveehouderij en eigenaar van een leghennenbedrijf in Ysselsteyn bij Venray, stond vrijdagochtend op het punt om af te reizen naar Den Haag, voor een extra bijeenkomst van de adviescommissie pluimveegezondheidszorg, gevolgd door overleg op het ministerie van Economische Zaken. Aanleiding was de uitbraak van vogelgriep donderdag in het Zuid-Hollandse Langeraar. Op dat moment was nog niet bekend dat later vrijdag ook vogelgriep zou opduiken in Kamperveen in Overijssel en evenmin dat het in Langeraar om het hoogpathogene (zeer besmettelijke) virustype H5N8 ging, hoewel Hubers dit laatste wel verwachtte.
In de adviescommissie zitten vertegenwoordigers van de pluimveehouders, slachterijen, eierhandelaren, dierenartsen en de Gezondheidsdienst voor Dieren. Hubers ging de bijeenkomst in met een duidelijke boodschap.
Die luidt?
„Als het nieuwe vervoersverbod (dat donderdagmiddag voor maximaal 72 uur is ingesteld, TR) wordt opgeheven, moeten we uiterst zorgvuldig blijven werken. Iedereen wil dan zo snel mogelijk zijn eieren kwijt, er worden weer kuikens en kippen vervoerd. De kans is groot dat er transporteurs worden ingeschakeld die dit werk niet gewend zijn. We moeten ons er allemaal van bewust zijn dat het virus zomaar weer kan opduiken.”
Vanwaar uw bezorgdheid?
„Het onderzoek naar de bron van de twee uitbraken loopt nog. Maar ik vind het wel opvallend dat het om een waterrijk gebied gaat waar veel trekvogels voorkomen. We weten dat wilde vogels het virus bij zich hebben. Let wel, ik zeg nog niet dat trekvogels de oorzaak zijn, maar we moeten elke mogelijkheid op insleep uitsluiten. Als er ganzen of eenden bij jou in de buurt zitten en je komt keutels van die vogels tegen, dan moet je voorkomen dat je die aan je schoenen meeneemt de stal in. Houd looproutes op het erf schoon en trek een paar andere schoenen aan als je naar binnen gaat. Ik denk ook aan de stalventilatie. Zorg dat er geen vogelmest bij de inlaat ligt.”
Wat was donderdag uw eerste reactie, toen u hoorde dat er een nieuwe uitbraak was?
„Een zwarte dag voor de sector. We waren juist zo opgelucht dat er bij Hekendorp geen nieuwe gevallen waren aangetroffen en nu is er op wat grotere afstand toch weer een besmetting. De sector krijgt het nu heel zwaar. De ene dag dat het landelijk vervoersverbod opgeheven was, is niet voldoende geweest om de pluimveehouderijen te ontlasten. Bedrijven zullen nu enorme schades oplopen.”
Welke problemen brengt de nieuwe standstill met zich mee?
„Op de leghennenbedrijven lag een voorraad eieren van vier productiedagen: het weekeinde plus maandag en dinsdag. Die eieren zijn nog lang niet allemaal opgehaald. De slachterijen kregen net weer kippen aangeleverd maar liggen nu weer stil. Ook de broederijen staan voor een gigantisch probleem: die kunnen alle uitgekomen kuikentjes niet verzorgen.”
Wat gebeurt er verder?
„We verwachten dat vandaag bekend wordt om welke variant van het virus het precies gaat. Het vervoersgebod geldt maximaal 72, uur maar het is niet gezegd dat die termijn helemaal benut wordt. Dinsdag werd het ook al vervroegd opgeheven. Als het een milde variant is, kunnen de gevolgen nog meevallen.”
Staatssecretaris Dijksma heeft donderdag direct een landelijk vervoersverbod ingesteld. Normaal gebeurt dat pas als duidelijk is dat het om een hoogpathogene (zeer besmettelijke) variant gaat. Staat u achter die maatregel?
„Ja, in principe wel. Het gaat om een voorzorgsmaatregel, omdat er deze week al eerder vogelgriep was uitgebroken. Dan moet je wel effectieve maatregelen nemen. Maar ik vind ook dat er oog moet zijn voor knelgevallen. Het moet bespreekbaar zijn om daar een oplossing voor te zoeken.”
Waar denkt u aan?
„Dat eieren bijvoorbeeld onder protocollen (strenge voorschriften, TR) toch van pluimveehouderijen naar de pakstations mogen worden vervoerd. En we moeten ook kijken naar een oplossing voor grote problemen bij de slachterijen en broederijen.”