Tien jaar na moord op Van Gogh is Nederland gespannen
Waar was u op 2 november 2004? De moord op Theo van Gogh, dit weekend tien jaar geleden, werd een markeerpunt in de recente Nederlandse geschiedenis. Wie een decennium later de balans opmaakt, moet constateren dat de onbezorgdheid in Nederland rap aan het verdwijnen is. Een overzicht in foto’s.
1. De aanslag
2 november 2004
Het is een koude, zwaarbewolkte dag, die tweede november 2004. In Amsterdam gaat filmmaker Theo van Gogh, bekend om zijn opruiende taal, rond halfnegen ’s morgens op de fiets naar zijn werk. Voor het laatst.
Achter hem komt Mohammed B. aan fietsen, een 26-jarige Marokkaanse Nederlander. Al fietsend haalt hij een pistool tevoorschijn en schiet verschillende keren op Theo van Gogh.
Die valt van zijn rijwiel, kruipt naar de overkant van de straat en roept: „Genade! Genade! We kunnen er toch over praten?” Maar voor B. is praten allang geen optie meer.
Beheerst schiet hij, van dichtbij, nog enkele kogels op Van Gogh af. Daarna snijdt hij de keel van zijn slachtoffer door en steekt het mes in diens lichaam. Met een tweede mes prikt hij een brief vast op het lichaam van Van Gogh.
Rustig wandelt B. weg. Even verderop wordt hij door de politie in zijn been geschoten en gearresteerd. Hij wordt later veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.
Als het nieuws van de moord doordringt, is Nederland verbijsterd. Een veelgehoorde reactie: Theo van Gogh was een provocateur van de eerste orde, maar dít? Diezelfde avond komen naar schatting wel 20.000 mensen bij elkaar op de Dam in Amsterdam, waar ze in een luidruchtige wake kenbaar maken dat hier iets verschrikkelijks is gebeurd.
2. Aanvallen op scholen en moskeeën
November 2004
De moord op Van Gogh veroorzaakt een schokgolf. Spanningen en emoties zoeken een uitlaatklep en vinden die in vernielingen en brandstichtingen. Vooral moskeeën en islamitische scholen zijn de dupe, maar ook bij verschillende kerken worden vernielingen aangericht. Een van de heftigste incidenten is een uitslaande brand in de islamitische basisschool Bedir in Uden, op 9 november.
Op allerlei plaatsen in Nederland worden gebouwen met een religieus oogmerk extra bewaakt.
3. Het beleg van de Antheunisstraat
10 november 2004
Een dag na de brand in Uden is het weer raak: twee jonge moslims, Ismail A. en Jason W., gooien vanuit een huis in de Haagse Antheunisstraat een handgranaat naar een agent. Politie en justitie zijn gespannen als een veer en komen massaal in actie. Speciale eenheden grendelen de wijk hermetisch af. Op de daken van huizen in de buurt liggen scherpschutters.
Uiteindelijk, na vele uren, worden de verdachten gearresteerd. Ook anderen, onder wie het jongere broertje van W., worden opgepakt. W. laat in 2010 weten zijn radicale ideeën te hebben afgezworen, maar dat geldt in elk geval niet voor zijn jongere broer Jermaine. Hij vertrekt in 2014 naar Syrië met zijn gezin, om daar de gelederen van de Islamitische Staat te versterken.
4. Orthodoxe moslims verdacht
November 2005
Wie zich kleedt als een orthodoxe moslim, heeft sinds de moord op Van Gogh heel wat uit te leggen. Bijna een jaar na de moord legt de politie het treinverkeer rond Amsterdam stil. In een internationale trein worden twee moslims in djellaba gearresteerd. Volgens omstanders vertonen ze verdacht gedrag. Later blijkt dat ze het toilet zochten om zich ritueel te kunnen wassen voor het gebed.
Dat dit voorval in een breder kader past, blijkt duidelijk uit een onderzoek van Motivaction, een jaar na de moord. Meer dan de helft van alle Nederlanders geeft dan aan dat de moord het vrije debat in Nederland heeft gestopt. Een derde is angstiger geworden om in het openbaar zijn mening te geven over maatschappelijke kwesties. En, wellicht de meest opvallende uitkomst, maar liefst 44 procent voelt zich geremd in wat hij kan zeggen als hij spreekt met iemand van een andere etnische achtergrond.
5. Verscherpte wetgeving
1 februari 2007
Hoe ga je terrorisme tegen? Hoe bevorder je de integratie van allochtonen? Mag iemand twee paspoorten hebben? In de jaren na de moord op Van Gogh is de wetgeving op deze punten meermalen tegen het licht gehouden en soms verscherpt.
Een goed voorbeeld daarvan is de antiterrorismewet die op 1 februari 2007 in werking treedt. Daarmee wordt het veel gemakkelijker om verdachten van terrorisme te observeren en op allerlei andere manieren te volgen, zonder dat er eerst veel energie verloren gaat aan het verzamelen van verdenkingen. „Aanwijzingen” zijn genoeg om een onderzoek te starten.
De wet heeft relatief weinig opgeleverd, blijkt uit een onderzoek van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Dat ministerie constateert in 2012 dat de meeste onderzoeken „vroeg of laat zijn stopgezet wegens gebrek aan bewijs; er kon geen bevestiging worden gevonden voor de startinformatie of de bestaande aanwijzingen werden ontkracht.”
Voor sommige juristen is dat onverteerbaar: zij wijzen erop dat de verscherpte wetgeving wél grote gevolgen heeft voor de privacy van burgers, maar géén of veel te weinig concrete resultaten oplevert.
6. Gepolariseerd debat
November 2009
Het debat over islamitisch extremisme en de islam in het algemeen is sinds de moord op Van Gogh sterk verhard. De daad van Mohammed B. is overigens niet de enige aanleiding daarvoor: wereldwijd staat de radicale islam in de schijnwerpers sinds de aanslagen van 2001 in de Verenigde Staten. Toch keert de moord op Van Gogh steeds weer terug in het debat, ook in de politiek.
Feit is dat de populariteit van ex-VVD-Kamerlid Wilders in de jaren na de moord een hoge vlucht neemt. In 2006 komt Wilders voor het eerst met zijn PVV in de Kamer. Anno 2014 zou zijn partij volgens sommige peilingen bij verkiezingen de grootste van het land worden.
Wilders krijgt veel kritiek op zijn optreden; in 2009 noemen D66-leider Pechtold en toenmalig minister Van der Laan hem „een gevaar voor de rechtsstaat.” De reactie van Wilders: deze politici zijn „politieke handlangers” van Mohammed B.
7. Nieuw onderzoek naar Van Gogh
9 oktober 2014
Handelde de moordenaar van Van Gogh nu alleen of kreeg hij toch hulp? Tien jaar na dato is de onderste steen nog altijd niet boven. Minister Plasterk laat daarom een aanvullend onderzoek uitvoeren.
Hij wil precies laten uitzoeken wat de rol van de veiligheidsdienst AIVD is geweest en ook of B. misschien hulp van anderen kreeg. Feit is dat B. contact had met andere radicale islamitische jongeren, verenigd in de zogeheten Hofstadgroep. Maar dat mensen om hem heen een rol speelden in de aanslag, is nooit vast komen te staan.
8. Hofstadgroep 2.0
Oktober 2014
Tien jaar na de moord op Van Gogh is Nederland opnieuw in de ban van de radicale islam. Sinds augustus worden in Den Haag en andere plaatsen jihadisten opgepakt. Volgende week zijn er enkele regiezittingen in Den Haag, naar verwachting gaat in 2015 een groot inhoudelijk proces van start.
De arrestaties doen denken aan de Hofstadgroep, die tien jaar geleden werd opgerold. De naam Hofstadgroep 2.0 is al gevallen. Verschillen zijn er ook: de Hofstadgroep had plannen voor aanslagen in Nederland, de nu opgepakte jihadisten hebben dat voor zover bekend niet.
Ze zijn veel meer internationaal georiënteerd en worden ervan verdacht te ronselen voor de jihad. Vooral de strijd in Syrië en Irak inspireert hen. Veel meer dan tien jaar geleden zijn radicale moslims in Nederland vandaag met allerlei draden verbonden aan de wereldwijde islam. Maar met de gruwelijke praktijken van de Islamitische Staat vers op het netvlies worden veel mensen daar alleen maar zenuwachtiger van.