KAMPEN. De leer van de onfeilbaarheid van de Bijbel biedt geen onfeilbare antwoorden op tekstkritische kwesties, geen onfeilbare afbakening van de nieuwtestamentische canon, geen onfeilbare historische resultaten over de oorsprong van het Nieuwe Testament en geen onfeilbare interpretaties van het Nieuwe Testament.
Dat stelde prof. dr. Armin Baum, hoogleraar Nieuwe Testament aan de Vrije Theologische Hogeschool in Giessen (Duitsland), maandag in zijn referaat bij de opening van het academisch jaar aan de Theologische Universiteit Kampen (TUK).
Prof. Baum, gasthoogleraar in Kampen, lichtte toe dat de hogeschool waar hij werkt zo’n veertig jaar geleden gesticht werd door Amerikaanse evangelicalen. De oprichting van de school was een reactie op de invloed van de zogeheten ”ontmythologiseringstheologie” van Rudolf Bultmann (1884-1976). Deze was wars van dogma’s en tradities. De Vrije Theologische Hogeschool wilde een Bijbelgetrouw alternatief bieden, aldus prof. Baum. „In de grondslag werd dan ook de onfeilbaarheid van de Heilige Schrift opgenomen.”
In zijn lezing borduurde prof. Baum voort op de leer van de ”inerrantia”, de onfeilbaarheid van de Bijbel. Ook onder Bijbelgetrouwe theologen verschillen volgens hem de meningen over de vraag hoe geschikt deze term is, wat hij precies betekent en of hij zich wel laat afleiden uit de zelfaanduidingen van de Bijbel.
Prof. Baum stelde dat het belangrijkste doel van deze leer was om onderscheid te maken tussen de feilbare theologische oordelen van mensen en de onfeilbare en onbedrieglijke theologische oordelen van de nieuwtestamentische geschriften. „De inerrantia van het Nieuwe Testament is geworteld in de inerrantia van God, Die altijd de waarheid spreekt, van Zijn Zoon Jezus Christus, Die altijd de waarheid spreekt, en van Christus’ apostelen, die altijd de waarheid vertelden als zij vanuit apostolisch gezag preekten en schreven.”
In de christelijke theologie is de inerrantia van God over het algemeen onbetwist, maar de inerrantia van Jezus Christus is sinds de verlichting door theologen in twijfel getrokken, concludeerde prof. Baum. „En de inerrantia van het apostolisch onderwijs zelfs nog meer.”
De leer van de inerrantia van de Bijbel, zo stelde hij, drukt de overtuiging uit dat de nieuwtestamentische Evangeliebeschrijvingen vrij zijn van fouten en bedrog, omdat ze de goddelijke en feilloze woorden en daden van de Zoon van God doorgeven. De nieuwtestamentische brieven zijn volgens die leer vrij van fouten en bedrog, omdat ze de door God geïnspireerde boodschap van de apostelen bevatten. „Het verdient daarbij aandacht dat de kerkvaders de inerrantia van het Nieuwe Testament niet definieerden aan de hand van absolute standaarden van waarheid en leugen, maar dat zij ervan overtuigd waren dat kleine onnauwkeurigheden de waarheid van het Nieuwe Testament niet in twijfel trokken.”
De inerrantia van het Nieuwe Testament is kortom, „een nieuwtestamentisch concept”, aldus prof. Baum, tenminste: redenerend langs de lijn dat de leer van de onfeilbaarheid niet altijd resulteert in onfeilbare antwoorden.
De TUK schreef dit jaar twaalf nieuwe eerstejaarsbachelorstudenten in. Negen studenten beginnen aan de predikantsmaster. Daarnaast werden in de master algemeen zeventien van de achttien studenten voor het eerst ingeschreven.