Muziek

Francks zwanenzang achtervolgt dr. H. Vreekamp

Hij heeft iets met het derde Choral van César Franck. „Het stuk achtervolgt me.” Dr. Henk Vreekamp, hervormd predikant en organist, vermoedt dat de Franse componist zich heeft laten inspireren door de grote a-moll van Bach. „Die doorgaande lijn van de protestantse Bach naar de roomse Franck vind ik mooi.” Peinzend: „Wat in de theologie niet lukt, kan in de muziek soms wel.”

Evert van Dijkhuizen

22 July 2014 10:19Gewijzigd op 2 March 2023 14:02
Dr. Henk Vreekamp in de Grote Kerk van zijn woonplaats Epe met op de achtergrond het Meereorgel. „Het is wat: toetsen in te drukken en in het openbaar geluid voort te brengen.” Beeld RD, Anton Dommerholt
Dr. Henk Vreekamp in de Grote Kerk van zijn woonplaats Epe met op de achtergrond het Meereorgel. „Het is wat: toetsen in te drukken en in het openbaar geluid voort te brengen.” Beeld RD, Anton Dommerholt

Boeken, boeken, boeken. Het monumentale woonhuis aan de Parkweg in Epe kreunt ervan. Dr. Vreekamp (70) ook: „Ik ben aan het saneren”, wijst hij om zich. „Het valt me niet mee.” Tussen de boeken een zwarte Steinway-piano. De predikant doet de klep open. „Hij is zeventig jaar oud. Moet je horen wat een warme bas. Hier speel ik tweestemmige Inventionen van Bach op. Prachtig.”

Dr. Vreekamp groeide op in Hoevelaken, in een hervormd-gereformeerd gezin. „Zondags ging ik naar de dorpskerk. De organist zat achter een gordijntje. Dat had iets mystieks. Dat moet je zo laten. Al die beeldschermen tegenwoordig tijdens concerten, waarop je kunt zien wat de organist doet; ik hou er niet van.”

Pedaalspel

Met veel respect spreekt dr. Vreekamp over zijn eerste orgellerares: Johanna Fontein, organiste van de dorpskerk in Hoevelaken. „Een begaafde musicus, met conservatorium­opleiding. Ze liet me on­verwacht een dienst begeleiden. Ik was 16, 17 en kon niet eens pedaal spelen. Het ging wel goed, geloof ik. Ik kan me niet her­inneren dat mijn spel weerstand opriep.”

Tijdens zijn theologiestudie in Utrecht bleef dr. Vreekamp orgel spelen, maar les nemen was er niet bij. Daarna, toen hij predikant was geworden in Oosterwolde, begon het weer te kriebelen. „Mijn vrouw adviseerde me op les te gaan bij Willem Hülsmann, organist van de Joriskerk in Amersfoort. Bij hem leerde ik pedaal spelen, volgens de regels, want ik had het mezelf intussen aangeleerd.”

Drie keer deed dr. Vreekamp mee aan een leerlingenconcert in de Joriskerk. „De eerste keer heb ik het eenvoudig gehouden met koralen van Walther en Pachelbel. Het jaar erop mocht ik van Hülsmann het derde Choral van Franck spelen. Ik was verbaasd, want zo lang had ik nog geen les. Ik was direct geraakt door het stuk, de zwanenzang van Franck, tot in het diepst van m’n ziel. Later heb ik het nog diverse keren gespeeld. Het achtervolgt me.”

Ook de in 1989 overleden Hülsmann staat in hoge achting bij dr. Vreekamp. „Ik heb na die tijd nooit meer les van een ander durven nemen. Als ik speel, zit hij naast me op de orgelbank. Zo ervaar ik dat. Volgend jaar ga ik het derde Choral van Franck weer spelen in de Joriskerk, tijdens een zaterdag­middagconcert. Ik doe dat met dezelfde registraties als tijdens het leerlingenconcert in 1977. Het is voor mij een soort eerbetoon aan Hülsmann.”

Nieuwsgierig

In Epe werkt dr. Vreekamp al jaren mee aan domineesconcerten, samen met orgel spelende predikanten als Van Spanje, Herwig, Mensink en Schuurman. „We hebben hier in de dorpskerk een prachtig Meereorgel. De programma’s variëren van een trio­sonate van Bach tot de toccata van Dubois. Er komen behoorlijk wat mensen op af, meer dan bij concerten van sommige professionele organisten. Mensen zijn natuurlijk gewoon nieuwsgierig hoe die dominees het ervan afbrengen op het orgel. Ik ben altijd behoorlijk zenuwachtig, maar het is een goede ervaring om je als dominee in te leven in de rol van de organist.”

Dr. Vreekamp, die promoveerde op het onderwerp ”de vreze des Heeren”, heeft al dertig jaar geen eigen gemeente meer. „Ik ben na Epe gaan werken als landelijk predikant in het kader van de verhouding van kerk en Israël. Daardoor preekte ik overal, en nog steeds. Ik kom in Gereformeerde Bondsgemeenten als Nijkerk en Wilsum, maar ook in de Domkerk in Utrecht en in de Oude Kerk in Amsterdam, waar hoogliturgische diensten worden gehouden.”

De Eper pastor zegt niet snel nee tegen een uitnodiging. „Ik heb maar één voorwaarde: er moet minimaal twee keer een psalm gezongen worden. De berijming maakt me niet uit, maar het aantal, daar sta ik op. De Psalmen zijn het oerboek van Israël. Ze corrigeren ons in onze geloofsbeleving. Helaas zie ik andere ontwikkelingen, ook in hervormd-gereformeerde gemeenten. Er wordt steeds vaker gezongen uit bundels als ”Opwekking”. Ik vind de melodieën en de teksten vaak arm.”

Mokerslagen

Een goed stuk orgelmuziek in de dienst, daar loopt dr. Vreekamp warm voor. „Ik preekte vorig jaar in de dom in Utrecht over de neder­daling ter helle van Christus. Na de preek zette organist Jan Hage met een paar geweldige pedaal­tonen en dissonante akkoorden in. Het waren moker­slagen tegen de poorten van de hel. En tijdens een avondmaals­bediening speelde de vorige domorganist, Jan Jansen, ”Allein Gott in der Höh’ sei Ehr” van Bach. Ik werd zo geroerd dat ik even vergat waar ik mee bezig was.”

Dr. Vreekamp geniet niet altijd van het orgelspel. „Het gebeurt dat ik Psalm 65 opgeef en de organist het lied ”Ik zie een poort wijd openstaan” als voorspel speelt. Dat kan echt niet. Daar sluit ik me op zo’n moment bewust voor af. Ik hoor soms buiten al hoe het er binnen muzikaal voor staat.”

Ook in hoogliturgische diensten kan dr. Vreekamp zijn boodschap als voorganger kwijt. „Ik ben dienaar van het Woord; moet niet anders doen dan de Schrift uit­leggen. Ik spel de Bijbel in de grondtalen; ben zo blij als een kind dat ik die kan lezen. Het Hebreeuws is muziek voor mij.”

Theologie en muziek, de Eper pastor raakt er niet over uitgepraat en in uitgestudeerd. „Ik ben meer van Luther dan van Calvijn. Calvijn was een Frank, een jurist. Luther was een Saks; gooide z’n inktpot naar de duivel. Zoiets raakt me. De kern van alle kerkmuziek is dat we met Israël de lofprijzing gaande houden. In Psalm 117 roept Israël alle volken op de Eeuwige te loven.”

Dr. Vreekamp grijpt naar een Engels boek over muziek en Joodse kabba­listiek. Hij bladert erin. „Hier staat het: Profeten in de tijd van Samuël profeteerden terwijl ze luiten, trommels, pijpen en harpen bij zich hadden. En Elisa liet een speelman halen. Daarna kwam de hand des Heeren op hem. Muziek is profetie. Wie zei dat ook alweer: profeet op de orgelbank? Jan Zwart toch?” Dan peinzend: „Het is wat: toetsen in te drukken en in het openbaar geluid voort te brengen.”


zomerserie Pastorale

Dit is de eerste aflevering in een serie gesprekken met muzikale predikanten. Over twee weken deel 2: ds. N. van der Want uit Melissant.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer