Het in 1674 weggewaaide middenschip van de Utrechtse Domkerk herrijst. Niet van steen, maar van steigerbuizen, zei burgemeester Brouwer van Utrecht vrijdag.
De tijdelijke herbouw van het middenschip is onderdeel van de activiteiten die dit jaar in Utrecht plaatsvinden naar aanleiding van het 750–jarig bestaan van de Domkerk. Gedurende de zomermaanden zien bewoners en bezoekers van de stad de grootte en de vorm van het schip tussen de huidige Domkerk en Domtoren nog eenmaal terugkeren.
Destijds werd het middenschip in dertig jaar gebouwd; de herbouw duurt dertig dagen. Een van de grootste steigerbouwbedrijven van de Benelux maakt de reconstructie met 260.000 kilo stalen buizen.
Overigens zijn de huidige Domkerk en Domtoren niet de oorspronkelijke. Dat was een Romaanse Domkerk, die na een grote stadsbrand in 1253 flink beschadigd raakte. Een jaar later legde bisschop Hendrik van Vianden de eerste steen voor de huidige, gotische Domkerk. Tot 1 augustus 1674 vormden kerk en toren één gebouw. Maar op die eerste augustus ging het mis: een tornado verwoestte het middenschip, dat door geldgebrek niet goed was geconstrueerd. Het duurde nog eeuwen voor al het puin was geruimd en het huidige Domplein ontstond. Op dat plein is al jaren in het wegdek de plattegrond van het verwoeste middenschip te zien.
De herbouw van het middenschip begint op 6 mei. In verband met de mogelijke aantrekkingskracht op potentiële klimmers krijgt het bouwwerk 24 uur per dag bewaking.
