Binnenland

Bont en blauw geslagen om een loslopende hond

GRAVE. Buitengewoon opsporingsambtenaar Wilma Witsiers (51) is in december bont en blauw geslagen omdat ze een stel een bekeuring wilde geven voor hun loslopende hond. Vijf maanden later vindt ze het nog steeds moeilijk mensen met een loslopende hond aan te spreken.

8 May 2014 20:17Gewijzigd op 15 November 2020 10:34
VELP. Buitengewoon opsporingsambtenaar Witsiers in het bos waar ze in december werd mishandeld door een stel. „Ik denk dat vooral de man het niet leuk vond dat hij van een vrouw een bekeuring kreeg.” beeld RD, Anton Dommerholt
VELP. Buitengewoon opsporingsambtenaar Witsiers in het bos waar ze in december werd mishandeld door een stel. „Ik denk dat vooral de man het niet leuk vond dat hij van een vrouw een bekeuring kreeg.” beeld RD, Anton Dommerholt

Het is 18 december 2013, 8.30 uur. Vrijwillig opsporingsambtenaar (boa) Witsiers doet haar ronde over landgoed Mariëndaal bij het Brabantse Velp. Ze treft een man en een vrouw aan bij een vuurtje. Hun hond loopt los. Het vuurtje wil Witsiers door de vingers zien, maar voor hun hond krijgt het stel een proces-verbaal aangezegd. Gevloek en getier is het gevolg.

De opsporingsambtenaar besluit niet in discussie te gaan. Ze vraagt om de identiteitsbewijzen. Die heeft het stel niet bij zich. Ze kunnen zich niet identificeren. Ondertussen krijgt Witsiers de meest vreselijke scheldwoorden naar haar hoofd geslingerd.

De man en de vrouw pakken hun fiets en willen ervandoor gaan. Witsiers grijpt het rijwiel van de man bij het stuur vast. Door deze actie valt de man achterover in de bladeren. Het is de spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen. Met gebalde vuisten komt hij op Witsiers af en slaat en stompt haar waar hij haar raken kan. De boa vangt met haar arm wat klappen op. „Ik kon me niet verdedigen tegen zo veel agressie, ik wilde alleen nog maar weg.”

Als de man stopt, denkt Witsiers dat de nachtmerrie voorbij is. Maar nu komt de vrouw op haar af. Zij gebruikt vooral haar nagels als wapen. De opsporingsambtenaar loopt de nodige schrammen op. Haar pols is zodanig geraakt dat er een dikke bult op komt. Als ook de vrouw haar fiets pakt en ervandoor gaat, vlucht Witsiers het bos uit. „Ik wilde naar mensen toe. Die konden me helpen.”

Omdat de boa vroegtijdig een noodknop heeft ingeduwd, staan er tien minuten later al politiemensen om haar heen. De agenten kammen de omgeving uit, maar vinden het stel niet. Nog steeds zijn ze spoorloos.

Witsiers gaat naar de huisarts. Behalve een dikke pols blijkt ze een gekneusde arm en schouder te hebben. „Ik kon wekenlang geen dop van een flesje draaien.”

Erger zijn de psychische gevolgen van de mishandeling. Twee maanden later loopt Witsiers in een drukke winkel. Haar man is ze even kwijt. Mensen dringen om haar heen. De boa krijgt een paniekaanval. „Al die vreemde mensen die me aanraakten, ik kreeg het Spaans benauwd.”

Een proces-verbaal heeft Witsiers na het voorval nog niet uitgeschreven. „Ik stel het eerder uit, ik geef liever een waarschuwing. Aan de andere kant: ik ben nu iemand op het spoor die dassenburchten vernielt. Als ik die persoon op heterdaad betrap, gaat hij onherroepelijk op de bon.”

De opsporingsambtenaar denkt niet dat dergelijke voorvallen nu meer gebeuren dan vroeger. „Het is van alle tijden. Vroeger werd er, net als nu, volop gestroopt. Het ging er soms hard aan toe. Wat me wel opvalt, is dat mensen nu veel mondiger zijn. Wij worden regelmatig verbaal bedreigd en vaak uitgescholden. Daar moet je tegen kunnen. Zo’n mishandeling is andere koek. Dit hoop ik nooit meer mee te maken.”


Serie Verhuftering

Dit is het derde deel van een serie artikelen over verhuftering in de samenleving.

Meer over
Verhuftering

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer