SIMFEROPOL. Westers georiënteerde protestanten op de Krim vrezen in de toekomst dezelfde pesterijen als hun broeders en zusters in Rusland. Maar andere christenen die zich Russisch voelen, stemden zondag enthousiast voor de nieuwe orde. De politiek verdeelt dus geloofsgenoten.
Oekraïne was vroeger de biblebelt van de Sovjet-Unie. In het grote Rusland is nog altijd een groot deel van de protestantse leiders afkomstig uit Oekraïne. Ook de Krim is niet onderbedeeld wat kerkelijk leven betreft.
De formele aansluiting bij Rusland is nog maar een paar dagen oud en dus nog te vers om al gevolgen voor kerken te hebben. Toch verschenen er vorige week, al voor het referendum, berichten dat enkele rooms-katholieke geestelijken tijdelijk waren ontvoerd door pro-Russische ‘zelfverdedigingsgroepen’. De Rooms-Katholieke Kerk heeft openlijk vrees voor de toekomst uitgesproken, omdat ze onder Russisch recht geen bescherming geniet. Die bescherming geldt alleen de Russisch-Orthodoxe Kerk, het jodendom en de islam.
In grote delen van Rusland is het religieuze leven gemonopoliseerd door de Orthodoxe Kerk, die zich opstelt als staatskerk. Russische nationalisten zien de andere kerken –protestantse zowel als rooms-katholieke– als westerse indringers. Veel kerken slagen er bijvoorbeeld niet in ruimte te huren of een bouwvergunning te krijgen. Vaak blijkt dat op de achtergrond de orthodoxe kerk de komst van de „sekten” tegenwerkt.
Het hoofd van deze kerk, patriarch Kirill uit Moskou, zei in een verklaring dat er een „geestelijke eenheid” is tussen het Russische en het Oekraïense volk en dat politici die eenheid niet mogen breken. Dit lijkt te moeten worden opgevat als steun aan president Poetin. De Oekraïens-Orthodoxe Kerk daarentegen heeft het „separatisme” veroordeeld.
Nu de aansluiting bij Rusland van de Krim een feit is, komt de vraag op hoe het kerkelijk leven op het schiereiland zich zal ontwikkelen. Ook hier domineert de Russisch-Orthodoxe Kerk het kerkelijk leven.
De vrije kerken op de Krim genoten de afgelopen jaren „totale vrijheid”, zeggen diverse bronnen uit hun midden. Wel zijn ook Oekraïense kerken eraan gewend dat ze veel activiteiten moeten registreren en vergunningen moeten aanvragen. Maar dat leidde tot nu toe niet tot bureaucratische tegenwerking, zoals vrije kerken in Rusland vaak ervaren.
Uitschieter
De Oekraïense Baptistenunie heeft zo’n negentig aangesloten gemeenten op het schiereiland. Vaak zijn het kleine groepen, met een gemeente van 700 leden in de hoofdstad Simferopol als uitschieter naar boven.
Russische baptisten bemoeien zich vanouds niet met politiek. Deels is dat praktisch, omdat de heersende macht hen toch altijd vijandig is. Deels komt het voort uit de doperse traditie van wereldmijding.
Veel pastors houden zich daarom afzijdig van de politieke ontwikkelingen, zegt Lydia Omeltsjenko, woordvoerster van de Baptistenunie in Kiev. „Zij zeggen te bidden. Dat is het sterkste wapen.” Mede om die reden gingen veel baptisten zondag niet naar de stembus.
In dezelfde geest reageert Sergej Gerasimenko, betrokken bij een zelfstandige baptistengemeente die niet bij de unie is aangesloten. Hij wijst erop dat de kerk zich richt op de geestelijke nood van mensen, en niet op politiek. Hij roept christenen op te bidden dat God het Russische volk genadig is en dat veel ongelovigen de weg naar het Evangelie vinden.
Direct contact met plaatselijke baptistenleiders op de Krim is moeilijk, omdat zij vrijwel alleen Russisch spreken. Zij die wel westerse talen beheersen, laten zich opvallend vaak kritischer uit over de Russische orde.
Alexander Malov bezocht vorige week enkele gemeenten op de Krim. Vrijdag ontving hij weer twee pastors uit die regio in de hoofdstad Kiev, bij zijn organisatie Licht van de Opstanding. De gemeenten die hij bezocht zijn voor ongeveer 70 procent pro-Russisch, zegt hij. Vaak is het betere pensioen –op 55-jarige leeftijd– of een andere materiële overweging voor hen overtuigend. „Over democratie en geloofsvrijheid hoor je hen niet.”
Ook leeftijd is een factor. Vooral ouderen hellen makkelijk over in de richting van Rusland. „Die zijn daar geboren. Dat is hun wereld”, zegt Deemah Malasjko. Hij is betrokken bij Campus Crusade for Christ, een van origine Amerikaanse organisatie die zich ten doel stelt het Evangelie te verspreiden.
Bij de Baptistenunie in Kiev kwam vorige week een verzoek binnen van het ministerie van Defensie om kerkgebouwen open te zetten voor Tataarse vluchtelingen. Vanuit Kiev is dat verzoek doorgegeven aan de kerken in de 25 regio’s. Omeltsjenko: „Veel gemeenten hebben daaraan meegedaan. In Vinnitsa, in het zuidwesten van Oekraïne, hebben zelfs 150 Tataren gelogeerd; meest vrouwen en kinderen.”
Gelijken
Kostya Bakanov is geboren in Kazachstan maar woont al vanaf 1975 op de Krim. Daar leidt hij een Bijbelschool in Simferopol. Voor hem is het zonneklaar dat de religieuze vrijheid onder Russisch bestuur zal afnemen. „Niet dat we nu echt als gelijken worden behandeld, maar het is beter dan in Rusland. Een broer van mij zit daar in een gemeente en bij hen is het onmogelijk om buiten het kerkgebouw ook maar iets te doen.” De Oekraïens-Orthodoxe Kerk is volgens hem veel opener.
Veel gemeenten in Oekraïne en op de Krim genieten steun uit het Westen, onder meer via de Nederlandse organisatie Kom over en help. Een betrokkene meldt dat dit onder de verdreven president Janoekovitsj al steeds stroperiger liep. In de buurt van Donetsk wacht bijvoorbeeld een container met Bijbels uit Nederland al enkele maanden op inklaring.
In Rusland is vorig jaar een wet ingevoerd dat organisaties met steun uit het Westen het etiket ”buitenlands agent” ontvangen. Dat betreft vooral mensenrechtenorganisaties, maar ook kerken. Het Kremlin wantrouwt hen als vijfde colonne van het Westen.
Veel organisaties wachten in spanning af of die regeling ook op de Krim gaat gelden. Deemah Malasjko: „Als het moet, zullen we dat etiket aanvaarden en laten zien dat buitenlandse agenten geen slechte mensen zijn.”
Malov is iets bezorgder. „Het zal moeilijk zijn alles dan wettig voort te zetten.”
Het Russische beleid kan directe gevolgen hebben voor de Commonwealth International University, een hogeschool in Simferopol die door een Amerikaan wordt geleid en missionaire doelstellingen heeft. „We kunnen alleen zeggen dat we bezorgd zijn”, zegt Natalka Bilanjoek. Gezien de hoeveelheid leugens in de „Russische propaganda” spreekt ze van een „geestelijke strijd” om het schiereiland. „Jammer genoeg zien veel christenen niet dat Rusland veel protestantse kerken geen vrijheid gunt.”