Schwerin herontdekt prins Hendrik

Prins Hendrik leerde in Schwerin hout bewerken aan een draaibank. De inwoners van de Noord-Duitse stad willen dat maar al te graag weten. De oude residentiestad wil Nederlandse toeristen trekken met de relatie die zij heeft met het Oranjehuis. „Schwerin is de laatste etappeplaats in de Oranjeroute, maar zeker niet de minste.”

12 December 2003 22:49Gewijzigd op 14 November 2020 00:48

Schwerin, zo vat gids Edith Glania haar woonplaats in een paar woorden samen, bestaat voor eenderde uit water, voor eenderde uit bossen en is voor eenderde bebouwd met huizen. Het uitzicht vanaf de toren van de Schweriner dom bevestigt haar kernachtige uitspraak: rond de toren bebouwing, maar al snel volgen het groen en het water, veel water.

Het water, de Schweriner See, was in het verleden soms een voordeel, soms een nadeel. Toen de stad in de achtste eeuw werd gesticht kwam het water de bewoners goed van pas bij de verdediging, later in de Middeleeuwen was het een belemmering bij de stadsuitbreiding, en nu anno 2003 hebben de recreanten er plezier van.

De aandacht vanaf de kerktoren wordt vooral getrokken door het schilderachtige kasteel op het eiland in het meer van Schwerin. Pas in de 19e eeuw kreeg het slot zijn sierlijke uiterlijk. De Duitse gids: „Bij de verbouwing hebben de Mecklenburgs zich laten leiden door kasteel Chambord aan de Loire.”

Geloofsbelijdenis
De naam Mecklenburg is gevallen. De echtgenoot van Wilhelmina droeg die achternaam: prins Hendrik. „Heinrich was de jongste zoon van Friedrich Franz II, die het kasteel liet verbouwen. In de slotkapel is hij gedoopt en heeft hij geloofsbelijdenis afgelegd”, weet mevrouw Glania.

Dat zijn feiten die ten tijde van de DDR in Schwerin niet werden gehoord. Prins Hendrik kon men zich in die jaren amper herinneren. „Dat waren andere tijden”, aldus de gids, die zeker de zestig is gepasseerd en daarom die „andere tijden” goed moet hebben gekend. De communisten moesten niets hebben van het adellijke verleden van de stad. Alles wat eraan herinnerde, kreeg een stiefkinderlijke behandeling. Het slot deed in de jaren van de DDR voornamelijk dienst als schoolgebouw en internaat. „Het was uitgewoond”, zegt Edith Glania kort en bondig. De DDR-autoriteiten knapten uiteindelijk twee zalen van het slot op om toeristen te trekken. De communisten waren als het eropaan kwam niet vies van geld.

Na de ”Wende” wisten de Duitsers het slot van de Mecklenburgs meer op zijn waarde te schatten. Het deelstaatparlement van Mecklenburg-Voor-Pommeren trok in het kasteel en het kasteelmuseum werd en wordt uitgebreid. De laatste hand aan de renovatie is nog niet gelegd. De plekken waar de bedden van het internaat hebben gestaan zijn in sommige zalen nog zichtbaar.

Achtduizend palen
Vele miljoenen zijn in eerste instantie gestoken in het behoud van het slot. Mevrouw Glania: „Het kolossale gebouw dreigde in de zachte bodem weg te zinken en daardoor in elkaar te storten. Omdat de grond nogal vochtig is, is het gebouw op palen gebouwd. Dat zijn er niet minder dan 8000.” Het cijfer spreekt de in Schwerin geboren en getogen langzaam uit om de enorme omvang te benadrukken.

Omdat deskundigen bij de ingrijpende verbouwing de negentiende eeuw al beducht waren voor wegzakken in de drassige bodem zijn lichte bouwmaterialen gebruikt. De plafonds zijn bijvoorbeeld niet van echt stucwerk, maar van papier-maché. „Bezoekers zien dit niet, maar het scheelt de nodige kilo’s.”

Het was misschien beter geweest om de torens in het verleden niet zo hoog te maken? De kittige gids: „Zeventig meter zijn ze, dat is inderdaad hoog. Maar vergeet niet, vroeger deden ze dienst als watertoren.”

De kerktoren die het weidse uitzicht verschaft, is met zijn 117,5 meter nog hoger. Ze is onderdeel van de zogenaamde dom St. Maria und St. Johannes Evangelicum, een kathedraal die stamt uit de 12e eeuw. De toren is overigens pas in 1892 aan de kerk toegevoegd. De dom is een prachtig voorbeeld van de middeleeuwse baksteengotiek. Van oorsprong is het, hoe kan het ook anders met deze leeftijd, een rooms-katholiek gebedshuis. De kerk trok in vroeger tijden de nodige bedevaartgangers omdat er een bloeddruppel van Jezus in een flesje zou worden bewaard.

Mevrouw Glania begint aan de afdaling van de paar honderd treden. Nagenoeg aan de voet van de dom ligt het vriendelijke marktplein van Schwerin met in het midden een uit 1995 stammend standbeeld van Heinrich der Löwe, de stichter van de stad. Het moderne standbeeld werd geplaatst in verband met het 1000-jarig bestaan van Mecklenburg-Voor-Pommeren. Heinrich der Löwe, in het Nederlands Hendrik de Leeuw, moet een mannetjesputter zijn geweest. Ook de stichting van steden als Lübeck in het noorden en München in het zuiden van Duitsland heeft hij op zijn naam staan.

Statige lindebomen
Het marktplein wordt vooral gedomineerd door het 14e-eeuwse stadhuis, dat bestaat uit drie vakwerkhuizen waarvoor in 1835 een neogotische gevel is geplaatst. Dit is goed zichtbaar aan de achterkant. Die wordt bereikt via een kleine doorgang waar zich de zogenaamde Schlachtermarkt bevindt. Onder de statige lindebomen wordt hier dagelijks markt gehouden.

Mevrouw Glania loopt van hot naar her. Schwerin heeft ook zo veel te bieden. Tot aan het begin van de 20e eeuw moest men bij nieuwbouwprojecten rekening houden met Schwerins ambiance van residentiestad. Al het fraais is in de Tweede Wereldoorlog bewaard gebleven omdat geen bom de stad heeft getroffen. Met als gevolg dat het centrum voor buitenlandse toeristen een onvergetelijke belevenis is.

Glania moet en zal een van de oudste vakwerkhuizen in Schwerin laten zien, gelegen aan de Buschstrasse. Het is net als alles in Schwerin op loopafstand. Daarbij is er geen hinder van auto’s, want die worden uit het centrum geweerd. In het oude pand bevindt zich Kunstdrechslerei Zettler. Met de draaibank gemaakte houten producten zijn hier te koop. Niets bijzonders op het eerste gezicht.

Kind aan huis
In de winkel voert een oud echtpaar het bewind, de vierde generatie Zettler. „De Zettlers hebben prins Hendrik goed gekend”, zegt mevrouw Glania. „Inderdaad”, bevestigt de oude baas. „Heinrich was bij mijn grootvader kind aan huis. Mijn opa leerde Heinrich het vak, hout bewerken aan de draaibank.”

Was Heinrich een vlijtige leerling? De oude Zettler: „Dat weet ik niet, maar mijn grootvader mocht hem wel. Het was helemaal geen type van: Ik ben de zoon van. Hij moet heel sociaal zijn geweest, echt een aardig iemand die voor iedereen een vriendelijk woord overhad.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer