Politiek

CDA-Kamerlid Geurts, de Salomo van Voorthuizen

„Het CDA moet te rade gaan bij de Bijbel”, betoogde CDA-prominent Willem Aantjes onlangs. CDA-Kamerlid Jaco Geurts (43) doet dat al. Het Evangelie vormt „de basis” voor zijn politieke werk. „Ik voel me soms net Salomo.”

Kees de Groot
8 January 2014 22:04Gewijzigd op 15 November 2020 08:05Leestijd 9 minuten
CDA-Kamerlid J. Geurts. beeld Sjaak Verboom
CDA-Kamerlid J. Geurts. beeld Sjaak Verboom

Na Van Leijenhorst, Mosterd en Bilder heeft de CDA-fractie sinds september 2012 weer een gereformeerdebonder in haar midden. Eentje voor wie het geloof „een belangrijke inspiratiebron is.”

Wie met Geurts kennismaakt via de web­site van de Kamer stuit eerst op diens motto: „Alles in afhankelijkheid van Hem.”

Dat doordesemt zijn hele bestaan, licht de christendemocraat toe. Bij tijd en wijle probeert hij er –„met vallen en opstaan” en „vaker achter dan voor de schermen”– iets van te laten zien.

Bijvoorbeeld tijdens het debat over de landbouwbegroting op 6 november. „Het is vandaag een bijzondere dag”, begon Geurts zijn bijdrage. „Mensen van verscheidene kerkgenootschappen gaan op deze woensdag naar de kerk. Het is vandaag namelijk op veel plaatsen in ons land dankdag voor gewas en arbeid. Het is goed om hier vandaag bij stil te staan. Er is zo veel om dankbaar voor te zijn.”

Aan het slot van zijn betoog stelde Geurts vervolgens dat het CDA zijn werk doet „in de overtuiging dat Gods schepping ons gegeven is om haar goed te beheren en haar beter achter te laten.” Hij wenste Kamer, regering en ambtenaren „bovenal Gods zegen toe.”

Hoewel hij niet de Bijbel citerend het Binnen­hof rondloopt, bieden de momenten dat hij wél expliciet naar het geloof verwijst vaak een mooie aanleiding om er met derden over in gesprek te gaan. „Mensen staan daarvoor open, al wordt het steeds moeilijker om in de seculariserende samenleving duidelijk te maken waar je als christen­politicus voor staat.”

Soms kiest hij een originele aanpak. Zoals tijdens het kerstdiner van de CDA-fractie, op 12 december. Bij de opening las Geurts een stukje uit het Mattheüsevangelie, maar dan uit de Straatbijbel: „Maria is pregno en krijgt een baby boy.” „Dat verwachtten ze helemaal niet van mij, maar het leverde leuke gesprekken op.”

Kritisch daarentegen reageerden een paar mensen uit orthodox-christelijke kring toen de CDA’er –„ik zie het als taak verslechteringen te voorkomen”– voor de wet stemde die het voor een vrouw die getrouwd is met de biologische moeder van een kind ook juridisch mogelijk maakt om juridisch ouder te worden. „Het belang van het kind heb ik laten prevaleren”, licht Geurts toe, „maar in zulk soort keuzes word ik niet altijd begrepen.”

Backbencher

In de Kamer wil de CDA’er vooral de belangen van boeren, tuinders en de visserij vertegenwoordigen. Met name jonge agrariërs hebben zijn hart.

Dat wordt echter niet altijd door de buitenwacht gezien. „Doet Geurts het liefst zijn werk in stilte?” vroeg Vrij Nederland zich in juni vorig jaar af. Het opinieblad bestempelde hem als back­bencher. „De varkenshouder uit Voort­huizen kreeg weliswaar een binnen het CDA gewichtige portefeuille –die van landbouw– maar in het plenaire debat sprak hij nauwelijks meer dan drieduizend woorden en werd hij nul keer geïnterrumpeerd. In de media wordt hij het minst genoemd van zijn hele fractie.”

Geurts kan er smakelijk om lachen. Zeker na het winnen van de Belangenbehartiger Bokaal, hem op 15 december virtueel uitgereikt door de weblog GeenStijl. „Vermoedelijk heeft u nog nooit van hem gehoord”, aldus de site. „Weinig in het nieuws, maar genot om naar te kijken: een ouderwetse belangenbehartiger” die zich „met hart en ziel inzet” en „onverminderd pleit voor vissers en boeren.”

De media halen is niet zijn doel, verklaart Geurts. „Ik gebruik alle middelen om politiek te bedrijven vanuit het CDA-gedachtegoed. Maar ik sta niet ’s morgens op met de vraag: „Wat zal ik vandaag doen om in de krant te komen?” Ik kan wel extreme uitspraken doen, maar wat helpt dat?”

Als hij uitvaart tegen Wakker Dier, ja, dan haalt hij het nieuws, legt Geurts begin december uit aan een kleine 200 CDA’ers op een politieke avond in de Achterhoek. „Maar over mijn aangenomen motie om het snavelkapverbod in de pluimveehouderij niet zomaar in te laten gaan, lees ik niks.”

Zijn relatieve onbekendheid bij het brede publiek blijkt eerder die dag enkele keren als diverse mensen wel met de ook aanwezige fractievoorzitter Buma op de foto willen, maar Geurts áchter de camera mag blijven staan. „We zijn ook faciliterend bezig”, grapt hij, terwijl hij afdrukt.

„Je merkt wel aan mij”, legt het Kamerlid later uit, „dat het niet om mijn persoon gaat, maar om de zaak waar ik voor sta. Daar ben ik mee bezig.”

Laagdrempelig

Geurts wil „op een laagdrempelige manier een brug slaan tussen regionale wensen en Haagse mogelijkheden”, schrijft hij op de website cda.nl. Daarin slaagt hij goed.

Zijn inzet –niet alleen voor boeren, maar ook voor de provincie Gelderland– en zijn uitstekende dossierkennis worden door zijn achterban gewaardeerd. „Geurts is heel goed gekwalificeerd”, aldus een Doetinchemse CDA’er tijdens een werkbezoek. „Hij geeft ook acte de présence in de regio. Zo blijft hij een echte volksvertegenwoordiger.”

De parlementariër is heel makkelijk benaderbaar, vult onder anderen voorzitter John Hilhorst van de jongeboerenorganisatie NAJK tijdens een debatavond in Lelystad aan. Een partijgenoot van Geurts voegt daar later aan toe: „Hij is ook heel correct: reageert altijd snel. Daarom hebben we hem ook tot Kamerlid gekozen.”

Tijdens werkbezoeken in het land vraagt de CDA’er –die met 2624 volgers op Twitter ver boven het Nederlandse gemiddelde van 47 volgers zit– steeds of hij in Den Haag voor zijn publiek iets kan betekenen. „Bestook ons met voorbeelden”, houdt hij de jonge boeren in Lelystad bijvoorbeeld voor. „Want je weet dat die in moties worden vervat.”

Een treffende illustratie daarvan is Geurts’ motie van 5 december, waarin hij het kabinet oproept het tongquotum op peil te houden. De argumenten in de motie zijn een-op-een overgenomen uit een brief van visserijorganisatie VisNed aan staats­secretaris Dijksma (Economische Zaken).

Toch is hij niet zomaar de spreekbuis van de agrarische sector, stelt Geurts, die bewust zijn eigen varkenshouderij opgaf toen hij Kamerlid werd. „Goede ideeën neem ik over. Beter goed gejat dan slecht bedacht. Maar ik probeer alle maatschappelijke belangen mee te wegen en maak zo nodig andere keuzes dan de sector.”

Zo steunde hij de sluiting van enkele visserijgebieden in de Noordzee omwille van natuurherstel. En tijdens een van zijn werkbezoeken roept Geurts zijn boerentoehoorders op zich niet te isoleren: „Ga in gesprek met de samenleving om jullie heen.”

Bomterrorist

De CDA’er hanteert in zijn werk een assertieve stijl. Tijdens debatten interrumpeert Geurts veelvuldig. Soms haalt hij in stevige bewoordingen uit, vooral als hij emotioneel bij het onderwerp betrokken is. „Het lijkt erop dat in Nederland een bomterrorist beter wordt behandeld dan een nertsen­houder”, werpt hij Dijksma begin november voor. „Ongelooflijk boos” maakt hij zich er verder over de nertsenhouders door haar ministerie niet adequaat worden geholpen.

Vooral de VVD –de grootste electorale concurrent van het CDA onder boeren– lijkt hij tot mikpunt te hebben verkoren. „De VVD wil alles overlaten aan de markt”, sneert hij bijvoorbeeld. „Het CDA heeft meer oog voor de maatschappij.”

Zijn partij –„een echte netwerkclub”– promoten, gaat Geurts soepel af. Hij schroomt ook niet om zichzelf in het zonnetje te zetten. „Tijdens een radiodebat over grote gemeenten zette ik minister Plasterk van Binnenlandse Zaken met zijn rug tegen de muur”, laat hij bijvoorbeeld in de marge van een werkbezoek vallen.

In klein gezelschap –zoals tijdens een werkbezoek bij wildbeheereenheid De Schaffelaar in zijn thuisgemeente Barneveld– oogt Geurts ontspannen. Met zijn gastheren, van wie hij er enkelen kent uit het verleden, maakt hij grapjes.

Ook met zijn collega’s in de Kamer kan hij goed overweg, verzekert de CDA’er. „Behalve met PvdD-fractievoorzitter Thieme.”

Wel komt hij er veel „Randstaddenken” tegen: velen hebben weinig affiniteit met het boerenleven. „Ik ben aan het leren hoe mijn opponenten in de Kamer denken.”

Zaken kunnen doen met andere Kamerleden is namelijk nodig om voldoende draagvlak te krijgen voor jouw politieke ideeën, weet Geurts. „Als Kamerlid moet je in elk geval één ding goed kunnen: tot 76 tellen. Ofwel, aan een meerderheid zien te komen.”

Dat gaat niet vanzelf, zeker niet voor iemand in een oppositiepartij. De CDA’er werkt vaak samen met collega’s van PVV, VVD, SGP en CU. Maar als het functioneel is, net zo makkelijk met een SP’er.

Waagschaal

Eenvoudig vindt hij zijn werk niet altijd. „Af en toe is het heel intensief.” En ingewikkeld. „Ik voel me soms net Salomo. Als Kamerlid moet je ook beslissen over zaken waarvoor geen richtlijnen of regels zijn.”

Zoals over de missie naar Mali. „Militairen stellen daar hun leven in de waagschaal.”

Door zijn tijdrovende ambt komt zijn gezin „veel tekort”, erkent Geurts, die de zondagen wel altijd vrijhoudt. Zijn kinderen ziet hij niet zo vaak als hij wel wil. „Ik vind weleens een briefje op mijn toetsenbord: „Papa, wil je dit of dat doen?”” Via e-mail en social media kan hij hen toch regelmatig spreken.

Met zijn vrouw deelt Geurts de meeste belangrijke beslissingen. Hij sprak met haar af ’s avonds steeds naar huis te komen. Zijn eega blijft dan niet altijd voor hem op. Hoeft ook niet. „Na een lange dag heb ik er ook niet altijd behoefte aan om die helemaal samen opnieuw te beleven.”

Dit is de tweede aflevering van een driedelige serie waarin christelijke Tweede Kamerleden worden geportretteerd. Volgende week Gert-Jan Segers (ChristenUnie).


Levensloop

Jacob Lubertus Geurts is op 11 juli 1970 te Voorthuizen –maar niet op een boerenerf– geboren.

Na zijn mbo-studie werktuigbouwkunde gaat hij aan de slag als werkvoorbereider in de machinebouw. Later wordt hij varkenshouder in Kootwijkerbroek.

Naast zijn ondernemerschap treedt hij op als landelijk secretaris van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders en studeert hij tussendoor af als rentmeester.

Vanaf 2006 zit hij voor het CDA in de gemeenteraad van Barneveld; vanaf 2012 in de Tweede Kamer. Daar is hij woord­voerder land- en tuinbouw, visserij, natuur, milieu (binnenland), water en externe veiligheid.

Geurts –lid van de Protestantse Kerk in Nederland– is gehuwd en vader van twee kinderen.


Zie ook in Digibron:

Geurts: Ik sluit afwijkend stemgedrag niet uit

Luisteren naar Gods wet

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer