Lunters dialect heeft accentverschillen
„Heije zin an ’n schief koek mit goeie botter?” Hetty de Vries-Rozendaal (55) sprak tot haar twaalfde alleen maar plat Lunters. Op de huishoudschool in Barneveld moest ze plotseling netjes Nederlands praten. „Een cultuurschok: dat kende wuullie helemoal nie.”
De boerderij van de familie De Vries aan de Kattenbroekerweg ligt precies tussen Lunteren, Barneveld en Wekerom in. „Ons adres is Lunteren, maar we wonen eigenlijk in de buurtschap De Valk/Meulunteren”, vertelt De Vries aan de keukentafel. „In ons dialect zijn invloeden te merken van het Barnevelds, het Wekeroms en het Kootwijkerbroeks. Zoals aan de andere kant van Lunteren weer invloeden van het Ederveens en het Veenendaals te horen zijn. Wij zeggen bijvoorbeeld kruuwoage, maar daar zeggen ze kruiwoage.”
Dat er op Lunters grondgebied verschillen zijn in het dialect, herkent ook Tineke Hardeman-Roseboom (45), woonachtig in het dorp Lunteren zelf. „Er is ook verschil in schrijfwijze. Een ”aa” schrijven we in het Lunters als ”ao”, maar in het Veluws dialect zetten ze de ”o” voorop: ”oa”.”
Luntersen die het dialect praten, zijn er nog genoeg te vinden, maar Luntersen die het ook kunnen schrijven, zijn dun gezaaid. Hardeman ergert zich vaak aan stukjes in de Lunterse Krant, waarbij mensen het toch proberen maar volgens haar de plank volledig misslaan. „Dan denk ik: je had het beter in het Nederlands kunnen doen of het mij even kunnen vragen.”
Hardeman is geboren en getogen in het Veluwse dorp. Haar vader was vertegenwoordiger in veevoer. Omdat hij veel bij de boeren over de vloer kwam, sprak hij het dialect. Bovendien had dochter Tineke een vriendin die plat Meulunters praatte. „Daardoor ging ik het ook doen, maar mijn moeder wilde dat ik goed Nederlands kon blijven praten, dus op een gegeven moment verbood ze het thuis te spreken.” Op het volkstoneel werd de toen 16-jarige Hardeman de assistente van de plaatselijk bekende Brand J. Wolfswinkel. Hardeman tikte de handgeschreven stukken van Wolfswinkel in het dialect uit. Vanaf die tijd deed ze dat ook voor andere Luntersen die zich voor het dialect inzetten. Op deze manier heeft ze aan boeken in het Lunters dialect meegewerkt. „Ik doe het voor het voortbestaan van het Lunters. Ik zou het verschrikkelijk vinden als het dialect helemaal zou verdwijnen.”
De Vries schreef gedichten voor jubilea en werd eens gevraagd dat in het dialect te doen. „Dat vond iedereen zo mooi dat ik voortaan al mijn gedichten en samenspraken in het dialect moest schrijven.”
De Vries is inmiddels eindredacteur van De Viersprong, het buurtboek voor Wekerom-De Valk, waarin ze ook stukjes in dialect schrijft. Daarnaast brengt ze als Heintje uut De Valk boekjes uit vol „wienterse” en „zoemerse” verhalen in het Veluws dialect.
Vooral de ouderen vinden het prachtig als ze een stukje in het dialect lezen, is de ervaring van De Vries. „Zij herkennen er veel in. Veel ouderen spreken hierheen alleen maar dialect, ze zijn niet anders gewend. Bijvoorbeeld bij de dokter proberen ze wel netjes Nederlands te praten, maar dat mislukt vrijwel altijd.”
Dat het dialect langzamerhand uit Lunteren verdwijnt, komt volgens De Vries omdat jongeren wegtrekken in verband met een studie of een baan. Mensen van buitenaf nemen hun plaats in het dorp in. „Vroeger kwamen mensen amper de buurt uit, ze waren veel minder mobiel. Na hun schooljaren gingen velen op de boerderij of bij een bedrijf in de buurt werken en trouwden ook met een meisje of jongen uit de buurt. Dan weet je niet beter of je praat plat, dat doet iedereen. Maar als jongeren gaan studeren of naar elders verhuizen, leren ze het dialect af.”
Het is wel jammer dat het dialect verdwijnt, vindt de Vries. „Het is levend erfgoed, iets van grote cultuurhistorische waarde. Het is niet ondenkbaar dat niemand over pakweg vijftig jaar het Lunters dialect nog vloeiend spreekt.”
Een mens die drie talen spreekt, kan zich overal redden, meent De Vries: Nederlands, Engels en dialect. „Het eerste om je in de rest van Nederland verstaanbaar te maken, het tweede om je in het buitenland te kunnen redden en het derde om een goed contact met de mensen uit je omgeving te kunnen houden. Want mijn ervaring is dat vooral plattelanders je veel meer vertrouwen als je hen in hun eigen vertrouwde dialect aanspreekt. In het plat Lunters dialect kan ik gewoon het beste uitdrukken wat ik bedoel.”
Dit is het vierde deel in een serie van acht over plaatselijke dialecten.
Lunters volkslied
Wie ’t Lunters bloed deur d’aaderen vloeit,
wiens hart klopt vrij en blij,
wie veur ons daarp van liefde gleuit,
verheft de zang as wij.
Die viend ons daarp een oord van lust.
Mit ze’n bos en veld en wei.
Hier leef je zoo je leeve mot.
Hier leef je vrij en blij.
We hebbe zelf een dialect.
We spreeke eige taol.
We kenne buure-recht en -plicht.
En schaand en leefmoraol.
Al zin w’in Lunteren bij de tied,
We blieve doodgewoon.
En ieder veegt naor rang of staand.
Ze’n eige straotje schoon!
‘k Bin blij da’k op ze’n Lunters leef.
En da’k in Lunteren woon.
Went ooveral, dus ook bij ons,
komt boontje um ze’n loon.
Al is’t in Lunteren altied wat.
We doen zoo ‘t beste kan.
Bij iedere echte Lunteraon,
staot Lunteren boovenaon!
Uitdrukkingen en woorden
een zoak van lik me vesje: een zaak van niks
ginsepan: verderop
goa es een reupel um: schuif eens een plek op
iezeg: verschrikkelijk
kip in de vinger: snee in de vinger
krang: binnenstebuiten
loperie: diarree
muis eten: warm eten
ouwe wieveteeje: tuinbonen
ril: zenuwachtig
stikke drei: scherpe bocht
schroaije schrieps: iemand die mager is
strepe eerepel mit geel grei: patat met mayonaise
smiekert: ondeugd
’t is moekerig: het is drukkend warm
’t mag wel zo weze: het gaat wel
’t vierkant kampje: het bed
vertestewiert: vernield
zalfje veur je noavel: heel bar lekker