ROTTERDAM. Hulp voor kwetsbaren in de samenleving is een taak voor de overheid, maar de kerk zal altijd een taak hebben om bijstand te verlenen in de „rafelrand” van de maatschappij.
Dat betoogde burgemeester Aboutaleb van Rotterdam donderdag in de Maasstad tijdens een symposium van de Stichting Ontmoeting, die 25 jaar bestaat. Aboutaleb zei particulier initiatief „een warm hart” toe te dragen. Over Ontmoeting zei hij: „Het is belangrijk dat u er bent.” De stichting krijgt zo’n 8,5 miljoen euro overheidsgeld, van donateurs komt pakweg 1,5 miljoen.
Aboutaleb rekende af met het beeld dat we leven in een harde, ik-gerichte samenleving. „Er is veel solidariteit, mensen geven om elkaar. Egoïsten hebben zichzelf buitengesloten. In Rotterdam doet 50 procent van de volwassenen vrijwilligerswerk. Daar kan menig stad een voorbeeld aan nemen.”
Rotterdam heeft de opvang van daklozen in vergelijking met een stad als Oslo goed geregeld, betoogde de burgemeester. „Oslo is een fascinerende, rijke stad. Toch struikel ik daar over de daklozen. Ik stoor me daaraan en krijg dat niet gerijmd. Als ik ernaar vraag, krijg ik te horen dat er ook daklozen van buiten de stad naar Oslo komen. Rotterdam is geen rijke stad, er werken veel laag opgeleiden. Toch struikel ik hier ’s avonds niet over de daklozen. Er is oog voor de kwetsbaren. Er heeft een beschavingsoffensief plaatsgevonden.”
Aboutaleb zei blij te zijn dat een fenomeen als Perron 0 in Rotterdam tot het verleden behoort. Op Perron 0, nabij het centraal station, hingen drugsverslaafden rond, hetgeen tot overlast leidde. „Het was een schandvlek voor de stad.”
Aboutaleb zei dat hij soms „verantwoordelijkheid moet nemen die de wet overstijgt.” „Denk aan de groepen mensen die in aanmerking komen voor uitzetting. Moet je beleid maken voor die groep? Voor rechts ben je te ruim, voor links te krap. Wat als in de winter een vrouw met een kind van zes bij mij op de stoep staat? Ze hebben volgens de regels geen recht op onderdak. Maar dan zouden ze onder een brug moeten slapen. Dat is voor deze burgemeester onacceptabel. Ik moet als burgemeester de wet hanteren, maar wil ook basisbeginselen van humaniteit in het oog houden.”
Kwetsbaarheid hoort bij het leven, betoogde Ed van Hell, directeur van stichting Ontmoeting. Hij maakte duidelijk dat niet alleen maar mensen uit lagere sociale klassen in de goot terechtkomen. „Denk aan de man wiens zaak failliet ging en die naar verdovende middelen greep. Of de hoogleraar die vrouw en kind heeft verloren en het niet meer aankon.”
Voor Jezus is de kwetsbare alles waard, zei Van Hell. „Dat motiveert me om mijn werk te doen. Wij zijn er niet om even mensen te bekeren, zieltjes te winnen. Wij zijn er om een hand op de schouder te leggen, er te zijn, soms zonder iets te zeggen.” Het zou „geweldig” zijn als de Ontmoeting overbodig zou worden, zei Van Hell. „Als de kerken ons werk zouden overnemen.”
„Moderne armoede” reikt verder dan het ontbreken van materiële zaken, schetste luitenant-kolonel dr. Ine Voorham, voormalig directeur van het Leger des Heils. „Nu is het de vraag: kun je lezen of ben je laaggeletterd, ben je gezond of ben je ziek, ben je jong of ben je al oud, heb je een sociaal leven of ben je eenzaam, ben je onmisbaar of kunnen ze je missen als kiespijn, ben je oppassend of crimineel, ben je nodig of ben je al afgeschreven, werk je of ben je gepensioneerd? Samengevat: doe je ertoe of mag je er niet bij horen?”
Tijdens een workshop zei Rien Timmer, directeur van Exodus Nederland (een organisatie die ex-gedetineerden helpt), het „schokkend” te vinden dat 73 procent van de delinquenten binnen zes jaar terugvalt. Er werd verdeeld gereageerd op de vraag of Volkert van der G. moet worden gezien als kwetsbaar persoon. Timmer: „Ik worstel met zo’n vraag. Ik weet één ding zeker: als je de Volkert van der G.’s en de Benno L.’s (zedendelinquent, JV) in een sociaal isolement plaatst, is dat de beste garantie dat ze in herhaling vervallen.”