Kerk & religie

Ds. P. C. Hoek promoveert op Melchior Leydecker

Erg bekend is Melchior Leydecker nooit geworden. Een „vergeten theoloog”, noemt ds. P. C. Hoek de gereformeerde scholasticus uit de tijd van de Nadere Reformatie. En dat is jammer, vindt hij. „Herwaardering van de scholastieke methode resulteert in een theologiebeoefening van katholieke allure.”

Maarten Stolk

10 September 2013 20:44Gewijzigd op 15 November 2020 05:45
Ds. P. C. Hoek promoveerde dinsdag in Amsterdam op de gereformeerde scholasticus Melchior Leydecker. Beeld RD, Anton Dommerholt
Ds. P. C. Hoek promoveerde dinsdag in Amsterdam op de gereformeerde scholasticus Melchior Leydecker. Beeld RD, Anton Dommerholt

Ds. Hoek, docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie, promoveerde vandaag aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam op een onderzoek naar de structuur van de theologie van Melchior Leydecker (1642-1721). Deze theoloog stond altijd wat in de schaduw van zijn leermeesters Gisbertus Voetius, Johannes Hoornbeeck en Johannes Coccejus. De meeste van zijn werken beleefden slechts één druk.

Toch bestaan er over de theologische kwaliteiten van Leydecker geen twijfels, zegt ds. Hoek in zijn woonkamer in Hoevelaken. „In de ”Christelijke encyclopedie” prijst S. van der Linde hem om zijn oorspronkelijkheid. Naar zijn oordeel overtrof Leydecker daarin zelfs zijn leermeester Voetius. Hij geeft daar overigens geen argumenten voor.”

Bevindelijk

Leydecker, geboren op 21 maart 1642 in Middelburg, stamde uit een vooraanstaand geslacht uit Tholen. Het geestelijk leven was gestempeld door de Nadere Reformatie: veel aandacht voor het werk van Christus, levensheiliging en een gereformeerd-bevindelijke vroomheid.

Leydecker studeerde theologie in Utrecht en Leiden, waarna hij terugkeerde naar Zeeland. Daar werd hij in 1663 predikant in Renesse en Noordwelle. In 1778 aanvaardde Leydecker een benoeming als hoogleraar: in Utrecht.

In zijn hart bleef Leydecker altijd een Zeeuw. Ds. Hoek: „In zijn geschriften vind je verwijzingen naar Zeeland als het mooiste stukje vaderland. En toen Leydecker hoogleraar werd, verwees hij in zijn rede naar een overstroming in Zeeland. Daarin zag hij de hand van God. De zee was tegelijk een bedreiging, een vijand én een bescherming tegen vijanden.”

Op 6 januari 1721 overleed Melchior Leydecker, 78 jaar oud. Op zijn graf staat een gedicht waarvan de aanhef luidt: „Hier rust een kloeke Zeeuw, welspreker en welschrijver, die als een heldt voor Kerk en waarheit heeft gestreen.”

Soeverein

Dat Leydecker een theoloog was die vooral het debat en de antithese zocht, klopt volgens ds. Hoek niet. „Als je zijn leven en theologische werken bestudeert, dan blijkt dat Leydecker niet uit is op discussie maar op de bevordering van de eenheid en de vrede van de kerk. Op schelden heb ik hem niet kunnen betrappen. In het debat over het karakter van de vergeving in het Oude en het Nieuwe Testament en Christus’ borgtochtelijke werk viel hij zijn tegenstander Johannes Coccejus nooit persoonlijk aan.”

Leydecker schreef tientallen stichtelijke, dogmatische, kerkhistorische en systematisch theologische werken. Uit die laatste groep is de ”Fax Veritatis” (1677), geschreven in de pastorie van Renesse, „een absoluut hoogtepunt.” Leydecker behandelt daarin een aantal belangrijke theologische thema’s en geschilpunten, zoals de kenbaarheid van God, de vrije wil en de uitverkiezing.

Ds. Hoek onderzocht met name de godsleer van Leydecker en het gebruik van de begrippen kennis (scientia), wil (voluntas) en macht (potentia) van God. „Leydecker dacht sterk vanuit Gods volkomenheid, onafhankelijkheid en soevereiniteit. In zijn theologie staat de goddelijke wil centraal, wat mede te maken had met zijn oriëntatie op de middeleeuwse geleerde Duns Scotus. Hij was diep onder de indruk van Gods soevereiniteit, en soms schittert dat tussen de regels van zijn geschriften door. Zo doet hij midden in een theoretisch betoog, met de woorden van Thomas Bradwardine, de ontboezeming: „Die God willen wij ons niet tot een God hebben, Die niet almachtig in Zijn handelen is, Die niet een volkomen almachtige heerschappij heeft over mijn krachteloze wil.””

Scholastiek

Ds. Hoek gaat in zijn proefschrift ook in op de verhouding van Leydecker tot de middeleeuwse scholastiek, een methode van theologiebeoefening die zich kenmerkt door het gebruik van begrippen en onderscheidingen. „Onze gereformeerde vaderen grepen terug op deze methode om in hun tijd de theologie van de Reformatie te kunnen verwoorden, door te geven en te verdedigen. Het woord scholastiek heeft een slechte naam: het staat gelijk aan star, dor en droog. En dat is jammer, want het was voor de gereformeerde theologen vooral een methode om de oude en vertrouwde inhoud van het geloof in een nieuwe context vorm te geven.”

Leydecker gaat in zijn geschriften in gesprek met middeleeuwse scholastici zoals Duns Scotus en Thomas van Aquino, en gebruikte hen voor de theologische discussies die hij zelf voerde. Toch bracht Leydecker niet klakkeloos allerlei gedachten van andere theologen samen. „In praktische zin kan hij misschien eclectisch worden genoemd: hij ontleent aan allerlei auteurs, zelfs wel auteurs die in allerlei kwesties tegengestelde posities innemen, bruikbare materialen om zijn eigen ontwerp mee op te bouwen. Theologie is niet zomaar een kwestie van knippen en plakken. Leydecker wist waarmee hij bezig was. De verschillende elementen werden geïntegreerd tot een theologisch, systematisch geheel.”

Herwaardering

Wat dat betreft kunnen hedendaagse theologen best wat van Leydecker leren, vindt ds. Hoek. „Hij formuleerde heel nauwkeurig. Allerlei actuele theologische discussies, zoals over de vrije wil, zouden gebaat zijn bij de analyses, begrippen, definities en distincties zoals de gereformeerde scholastici die hebben doordacht en toegepast.”

Ds. Hoek pleit voor een herwaardering van de scholastieke methode. Die resulteert volgens hem bovendien in een theologiebeoefening van „katholieke” allure. „Leydecker was bekend en vertrouwd met de theologie van de kerk der eeuwen. Zulk besef van katholiciteit bewaart je voor de vluchtige theologie die je vandaag de dag helaas vaak tegenkomt.”

Leydecker is volgens de hersteld hervormde predikant ook een prachtig voorbeeld van iemand bij wie gereformeerde scholastiek en vroomheid, leer en leven samengaan. „In de ”Fax Veritatis” gaat hij op hoog academisch niveau in debat met rooms-katholieken, met Descartes en met anderen. Maar Leydecker schreef ook stichtelijke en meditatieve werkjes, zoals ”De heyligheyd en de geestelykheyd van de gereformeerde Godsdienst”. Het ene sluit het andere niet uit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer