Wie anno 2013 aan een Duitse universiteit theologie wil studeren, predikant wil worden, heeft een „uitzonderlijk sterk geloof” nodig. Want de Bijbel wordt er „uit elkaar gehaald en gesloopt, zó, dat er bijna niets meer van overblijft.” En in aanmerking voor een promotietraject of professoraat komt een Bijbelgetrouw theoloog al helemaal niet.
Het waren stevige uitspraken die de 72-jarige prof. dr. Klaus Berger, emeritus hoogleraar nieuwtestamentische theologie aan de universiteit van Heidelberg, eerder dit jaar deed in een interview met de Duitse protestantse nieuwsdienst Idea. Aanleiding vormde zijn zojuist verschenen boek ”Die Bibelfälscher. Wie wir um die Wahrheit betrogen werden” (uitg. Pattloch, München).
”Bibelfälscher”, Bijbelvervalsers, noemt prof. Berger hen, de theologen die de Bijbel uitleggen volgens de zogenoemde historisch-kritische methode. „De historisch-kritische exegese van de laatste 200 jaar heeft al het porselein in het huis van de christenheid kapotgeslagen, tot de laatste bloemenvaas toe”, schrijft hij. De in de Bijbel beschreven wonderen zouden niet werkelijk hebben plaatsgevonden; de maagdelijke geboorte van de Heere Jezus, Zijn opstanding en hemelvaart evenmin; van Jezus weten we sowieso met zekerheid „eigenlijk alleen maar dat hij geleefd heeft” en –om niet meer te noemen– verschillende brieven van Paulus zouden niet echt door de apostel geschreven zijn.
Deze theologen bevinden zich aan „alle theologische faculteiten in het Duitse taalgebied, en inmiddels ook aan menig vrijkerkelijk opleidingsinstituut”, stelt de Heidelbergse nieuwtestamenticus vast. Als vrije kerken (”Freikirchen”) gelden in Duitsland kerken en gemeenten die niet behoren tot een van de twee grote denominaties, de –protestantse– Evangelische Kerk in Duitsland (EKD) of de Rooms-Katholieke Kerk. Over het algemeen zijn de ”Freikirchen” wat behoudender van aard – al verschilt dit ook weer per plaats of regio.
Nederland
Prof. Berger is ook in Nederland geen onbekende. Hij heeft tientallen boeken en artikelen op zijn naam staan en doceerde enkele jaren in Leiden. Een tijdje geleden verzorgde hij nog een gastcollege aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in het Belgische Heverlee.
In het gesprek dat Idea met hem voerde, uitte de emeritus zich ook uiterst kritisch over de theologie in Nederland. Hij wees in dat verband op de invloed die de Nederlandse theoloog Gustaaf Adolf van den Bergh van Eysinga (1874-1957) zou hebben gehad. „Wat hij met zijn liberale theologie, juist ook in Leiden, heeft uitgericht, kun je in Nederland tot op heden zien: een groot deel van de prachtige middeleeuwse kerken in het land is museum geworden. De liberale theologie heeft daar een vergelijkbaar resultaat gehad als het communisme in de DDR. Ook met een verkeerde Bijbeluitleg kun je zeer veel schade aanrichten.”
Armin Baum
Als bewijs voor het feit dat theologen die wél willen uitgaan van de betrouwbaarheid van de Heilige Schrift geen schijn van kans maken om een aanstelling te krijgen aan een openbare universiteit in Duitsland, noemt prof. Berger de Duitse nieuwtestamenticus prof. dr. Armin D. Baum. Hij is hoogleraar aan de Freie Theologische Hochschule te Giessen en ”visiting professor” aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt in Kampen.
Baum promoveerde in 1993 cum laude aan de Kamper universiteit, bij prof. dr. J. van Bruggen. Voor een habilitatie (wetenschappelijke promotie) aan een van de Duitse universiteiten –waarvoor prof. Berger zich beijverde– kwam hij echter niet in aanmerking. Onvoldoende gekwalificeerd, misschien? Prof. Berger, fel: „Dat is nu juist in het geval van Armin Baum absurd. Hij is een uitstekende wetenschapper, wiens boeken in zowel de protestantse als in de katholieke wereld gelezen worden. Bij zijn afwijzing ging het niet om de kwalificatie, maar om mentaliteitsvragen. We zijn in de universitaire theologie op een punt beland dat een fundamentele reformatie nodig is.”
Rooms-katholiek
Overigens veroorzaakte prof. Berger kort voordat hij met emeritaat ging (2006) nogal wat opschudding toen hij verklaarde dat hij weliswaar als protestants theoloog bekendstond, maar eigenlijk altijd rooms-katholiek was gebleven – wat hij oorspronkelijk was. Dat hij bijvoorbeeld toch jarenlang kerkbelasting had betaald aan de Evangelische Kirche, was „niets anders dan grandioze camouflage”, schreef Die Zeit in oktober 2005 in een heftig artikel onder de kop ”Het geval-Klaus Berger”.
Precies dit laatste is voor prof. dr. G. C. den Hertog, hoogleraar systematische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn van de Christelijke Gereformeerde Kerken, ook aanleiding om de recente uitlatingen van prof. Berger met enige reserve te bezien. „Het is goed om te bedenken dat Berger alle jaren dat hij hoogleraar Nieuwe Testament geweest is, heeft deelgenomen aan het debat, zonder –bij mijn weten– de dingen naar voren te brengen zoals hij nu doet”, geeft hij aan. „Eerlijk gezegd zou ik dit interview sterker hebben gevonden als Berger het vóór zijn emeritaat zou hebben gegeven.”
Verder generaliseert de Heidelbergse emeritus wel heel erg, stelt prof. Den Hertog. „Dat de hele Duitse nieuwtestamentische wetenschap aan openbare faculteiten de centrale christelijke geloofsinhouden omzeilt, is in elk geval niet waar. Het is mijn vakgebied niet en ik kan het terrein dus ook maar in heel geringe mate overzien, maar ik meen te weten dat de protestantse hoogleraren prof. Hans-Joachim Eckstein in Tübingen en prof. Rainer Riesner in Dortmund dat niet doen, en de emeriti Otfried Hofius en Peter Stuhlmacher in Tübingen evenmin.”
Niet openlijk
In hoeverre herkennen Duitse theologen wat prof. Berger zegt over het klimaat aan de universiteiten in hun land?
Ds. Sebastian Heck, predikant van de (vrije) Selbständige Evangelisch-Reformierte Kirche in Heidelberg, wil er niet te veel over kwijt. „Helaas is het waar wat prof. Berger stelt.” Theologen als de door prof. Den Hertog genoemde prof. Eckstein en prof. Stuhlmacher vormen wat ds. Heck betreft „uitzonderingen. Precies dat: uitzonderingen.”
Een op een oudtestamentische studie gepromoveerde Duitse predikant wil de vraag wel beantwoorden, maar niet onder naam. „Ik moet u eerlijk zeggen dat ik mij niet openlijk achter prof. Berger kan stellen”, laat hij per mail weten. „Ik zou mijzelf daarmee misschien de mogelijkheid ontzeggen om in de toekomst wetenschappelijke artikelen in Duitse theologische vaktijdschriften te publiceren of boeken bij theologische uitgeverijen te laten uitkomen. In Duitsland zit je namelijk niet alleen met de theologische leerstoelen; ook met de theologische uitgeverijen. Wat niet historisch-kritisch is, wordt vaak simpelweg afgedaan als „onwetenschappelijk.” Al zijn er ook uitzonderingen, en héb ik de indruk dat adviseurs van deze uitgeverijen opener worden.”
Zelf studeerde hij ook aan „door de historisch-kritische theologie gestempelde” instellingen. „Maar ik heb nooit echt geprobeerd om er een aanstelling te krijgen. Ik geloof wel dat prof. Berger in veel opzichten gelijk heeft, al zou ik mezelf niet zo scherp uitdrukken. Ik denk dat hij vanuit persoonlijke teleurstelling spreekt.”
Gods openbaring
„Naar mijn mening heeft prof. Berger het met wat hij zegt bij het rechte eind”, geeft prof. dr. Julius Steinberg aan. Prof. Steinberg is docent Oude Testament en Hebreeuws aan de Theologische Hogeschool in het Duitse Ewersbach. Hij werkte mee aan het vorig jaar verschenen handboek ”Theologie van het Oude Testament”, onder redactie van prof. dr. H. J. Koorevaar en prof. dr. M. J. Paul.
Prof. Steinberg: „Ik heb in Giessen gestudeerd, aan de Vrije Theologische Hogeschool. Dat is een zelfstandige hogeschool, die zichzelf beschouwt als alternatief voor de universitaire theologie in Duitsland en ten diepste precies dát ”Anliegen” vertegenwoordigt dat prof. Berger ook voorstaat: theologie beoefenen die wetenschappelijk is en die tegelijkertijd ruimte laat voor Gods openbaring, die door vertrouwen in de Bijbel getypeerd wordt. Overigens kreeg ik in Giessen college van prof. Armin Baum.”
Na Giessen vervolgde Steinberg zijn studie aan de ETF in België, waar hij ook promoveerde.
Is een promotie aan een openbare Duitse universiteit inderdaad bij voorbaat kansloos? „Er is een handjevol hoogleraren in Duitsland die als ”Geheimtipps” gelden”, zegt de predikant die anoniem wil blijven, „bij wie onder bepaalde omstandigheden ook voor andersdenkenden een promotie mogelijk is.”
Prof. Steinberg beaamt het. „Er zijn nog altijd gelovige of als conservatief bekendstaande hoogleraren, aan verschillende universiteiten. Klaus Berger bijvoorbeeld, of, aan de universiteit van Greifswald, prof. Michael Herbst, en zo nog een paar meer. Maar zij lopen tegen het probleem aan dat zij worden overspoeld door evangelicale promovendi of mensen die zich willen habiliteren – en bij hun collega’s in een kwade reuk komen te staan.
Promoveren is dus echt bijna niet mogelijk voor wie, ook wetenschappelijk, voor de historiciteit van de Bijbel wil opkomen. En in Giessen, bijvoorbeeld, een niet-openbaar opleidingsinstituut, kun je niet promoveren. En: stel dat ik mij aan een Duitse universiteit zou willen habiliteren, dan zou dat hoe dan ook een zeer steenachtige weg worden. Het is twijfelachtig of ik een hoogleraar zal vinden bij wie dat zou kunnen. Ik geloof ook dat ik veel compromissen zou moeten sluiten. En áls het zou gebeuren, dan nog kan ik mij niet voorstellen dat men mij ook een professoraat zou geven. Daarvoor zijn de levensbeschouwelijke verschillen simpelweg te groot.”
Ander paradigma
Wat te denken van de vergelijking die prof. Berger trekt tussen de liberale theologie (in Duitsland en Nederland) en het communisme? „In zijn algemeenheid is het in de wetenschap mogelijk dat een denkschema, een paradigma, met zijn volle dogmatische gewicht tot allesbepalende factor wordt”, zegt de theoloog die niet met zijn naam in de krant wil. „Wie daar niet helemaal in past, vliegt eruit. Hier speelt natuurlijk ook geld een grote rol.
Maar”, vervolgt hij, „wanneer een paradigma te veel gebreken gaat vertonen, zál het op zekere dag worden vervangen door een ander, veelbelovender paradigma, stelt wetenschapsfilosoof T. Kuhn. Misschien constateren velen dat dit proes op dit moment gaande is en reageren zij daarom zo communistisch.”
Saai en leeg
De gevolgen van de historisch-kritische uitleg van de Bijbel zijn niet alleen in Nederland zichtbaar geworden, merkt de predikant verder op. „Ook in het Westen van Duitsland. Al een generatie predikanten lang wordt de Bijbel gedemonteerd. Het resultaat is dat de preken saai en de kerken leeg zijn geworden. Zonder Gods Woord ontbreekt het aan Gods kracht. En verliest de kerk aan aantrekkingskracht. Ga een keer naar een dorpskerk in Duitsland. Als die boven verwachting vol zit, is er meestal iets met de predikant „niet in orde” – oftewel heeft hij de historisch-kritische theologie tijdens zijn studie niet echt geaccepteerd.
En het tragische”, zegt hij, „is dat de universiteiten in het oosten van Duitsland ook deze kleur krijgen. Daar zul je in de toekomst echt van kunnen zeggen: Wat de communisten niet hebben kunnen bereiken –het geloof uit ieders hoofd te praten– is de historisch-kritische theologie ten slotte gelukt.”
Hoop
Helemaal zonder hoop voor de toekomst is prof. Berger in het Idea-interview niet. Op dit moment hebben de twee grote Duitse kerken en de staat nog stevig de touwtjes in handen en zijn zij door „honderden verdragen” aan elkaar verbonden. „Maar als de machtsverhoudingen in de Bondsdag, het Duitse parlement, op zekere dag veranderen, worden deze verdragen opgezegd. Dat zou ook het einde van de theologische faculteiten aan de universiteiten kunnen betekenen. Wellicht ontwaakt de theologie dan uit haar totaal afgeschermde wereld.”
Prof. Steinberg geeft aan zich „op dit moment” niet te kunnen voorstellen hoe de toekomst eruit zal zien. „Als de maatschappij verder zal seculariseren, moet de kerk zich opnieuw op haar geloofsovertuiging bezinnen. Misschien ligt daarin een kans.”
Zijn anonieme collega geeft onomwonden aan „hoopvol” te zijn. „In de eerste plaats lijken de mannen van de universitaire theologie met emeritaat te gaan. De theologie wordt vrouwelijker; er komen meer vrouwelijke hoogleraren. Zo’n ontwikkeling heeft nieuwe kansen in zich.
Nog iets: het relativisme van het postmodernisme houdt geen halt voor de historisch-kritische theologie. Waarom zou díé richting de enige juiste zijn? Dit opent misschien deuren voor nieuwe, creatieve omgangsmogelijkheden met de Bijbel. Misschien is het in de toekomst zelfs mogelijk, tenminste, óók mogelijk om –naast vele andere, relativerende standpunten– aan een Duitse universiteit te doceren dat de maagdelijke geboorte historisch gezien geloofwaardig is.
En ten derde”, zegt de predikant, „is er de niet te verwaarlozen factor ”God.” Een ”Erweckung”, een opwekking, is daar mogelijk waar christenen in slaap gesust zijn. Vanuit dat oogpunt bezien is de door prof. Berger beschreven situatie een uitstekende uitgangspositie voor een Erweckung. Het wordt tijd dat juist theologen, om te beginnen studenten, gaan bidden om een opwekking aan hun eigen instituten.”
Reactie decaan Heidelbergse faculteit
Gevraagd naar een reactie op de uitspraken van haar emeritus hoogleraar prof. dr. Klaus Berger, laat prof. dr. Johannes Eurich van de theologische faculteit van de universiteit van Heidelberg weten dat de faculteit „in principe” geen commentaar geeft op uitlatingen van voormalige medewerkers. „Maar ik kan u verzekeren dat de door prof. Berger geuite opvattingen niet de houding van onze faculteit weerspiegelen”, zegt de decaan. „Ten eerste hebben alle geloofsrichtingen aan onze faculteit hun plaats. Verder maken wij het steeds weer mee dat studenten ook bij een wetenschappelijke studie van de Bijbelse teksten kunnen groeien in het christelijk geloof. Niet het methodisch geleide, kritische nadenken over de tradities van het christendom valt naar onze mening te heroverwegen, maar het zeer specifieke begrip van het geloof dat kennelijk aan de uitlatingen van prof. Berger ten grondslag ligt.”
Dr. Jan van de Kamp: Als kerkhistoricus word je eerder serieus genomen
„Voor Bijbelgetrouwe theologen zijn er aan universiteiten in het Duitse taalgebied waarschijnlijk minder kansen dan in Nederland”, zegt kerkhistoricus dr. J. van de Kamp. „In Nederland kennen we bijvoorbeeld ook de traditie van de leerstoelen van de Gereformeerde Bond aan de rijksuniversiteiten, en sinds enkele jaren het Hersteld Hervormd Seminarie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Iemand als prof. G. van den Brink is sinds enkele jaren docent systematische theologie aan de VU. Aan de VU zouden deze dingen dertig jaar geleden trouwens onmogelijk zijn geweest. In die zin bieden de terugloop van het aantal theologiestudenten, bezuinigingen en pluralisme nieuwe kansen voor een orthodoxe theologiebeoefening aan reguliere theologische faculteiten in Nederland.”
Van de Kamp promoveerde twee jaar geleden aan de VU op een studie naar vertalingen van piëtistische auteurs in het Duits. Het leverde hem twee beurzen op voor verder onderzoek in Duitsland, en inmiddels kreeg hij ook een aanstelling voor vier jaar als postdoc-onderzoeker aan het instituut voor religiewetenschap in Bremen. „Het zal ermee te maken hebben dat kerkgeschiedenis toch een minder existentieel vakgebied is dan bijvoorbeeld Oude Testament, Nieuwe Testament en dogmatiek. Je wordt, denk ik, eerder serieus genomen. Het raakt mensen nu eenmaal minder als je een bepaalde visie op de invloed van Duitse vertalingen van Engelse puriteinen verwoordt dan dat je zegt dat de opstanding van Christus een historisch feit is.”
Dat neemt niet weg, zegt Van de Kamp, zelf lid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, „dat Bijbelgetrouwe kerkhistorici andere vooronderstellingen hanteren dan ongelovige collega’s. Toen ik tijdens een lezing in Duitsland over gereformeerde geloofsvluchtelingen in de Tachtigjarige Oorlog uitweidde, kreeg ik een kritische vraag: „Was het vluchten omwille van het geloof niet een reconstructie die de vluchtelingen pas achteraf bedachten?” Maar, dit had ook in Nederland kunnen gebeuren.
Wat mij trouwens opvalt, is dat de Bijbelgetrouwe nieuwtestamenticus Klaus Berger nu rooms-katholiek is geworden. Ook de vorige paus keerde zich in zijn boeken tegen de historisch-kritische methode van Bijbeluitleg. Wie als protestant in het Duitse taalgebied Bijbelgetrouwe theologische literatuur zoekt, kan wellicht soms beter terecht bij rooms-katholieke theologen.”
Recente publicaties
Over de ontwikkeling van de theologie in Duitsland verschijnen de laatste tijd nogal wat publicaties. Behalve het boek van prof. dr. Klaus Berger (en de aandacht daarvoor in onder meer het Duitse blad Idea) zag bijvoorbeeld de studie ”Der verlorene Himmel” van historicus prof. dr. Thomas Grossbölting het licht. In het protestantse magazine Zeitzeichen, een uitgave van de gezamenlijke landskerken van de EKD, loopt sinds januari een serie over –Duitse– theologie in de twintigste eeuw. Overigens benaderen de auteurs de „liberale theologie” aanzienlijk positiever dan prof. Berger in zijn boek doet.