Binnenland
Drie slaapkamers voor een gezin van twaalf

ROTTERDAM. Hoewel naam en straatbeeld anders doen vermoeden, behoort Charlois tot het Koninkrijk der Nederlanden. In 1895 slokte Rotterdam het tot dan toe zelfstandige dorp op, waarna het een arbeiderswijk werd. Drs. R. Toes woonde er tot zijn trouwdag in 1983.

Drs. R. Toes woonde tot zijn 23e in de voormalige arbeiderswijk Charlois in Rotterdam. Foto: Toes voor zijn ouderlijke huis. De woning met slechts vier kamers bood onderdak aan vader, moeder en tien kinderen. Richard sliep met enkele broers in de kelder.
Drs. R. Toes woonde tot zijn 23e in de voormalige arbeiderswijk Charlois in Rotterdam. Foto: Toes voor zijn ouderlijke huis. De woning met slechts vier kamers bood onderdak aan vader, moeder en tien kinderen. Richard sliep met enkele broers in de kelder.

Met zichtbaar genoegen baant Richard Toes zich een weg door de Rotterdamse straten; vanaf zwembad Charlois, waar hij zijn eerste zwemlessen kreeg, naar zijn ouderlijke huis aan de Utenhagestraat. Onderwijl diept hij de ene na de andere anekdote op. Uit alles blijkt: eens een Rotterdammer, altijd een Rotterdammer. „Veel mensen zeggen Sjarlois, maar het is Sjaarloos.”

Bij de Adventkerk houdt Toes halt. Zijn gedachten gaan terug naar een warme junidag in 1983, toen zijn huwelijk kerkelijk werd bevestigd door de oud gereformeerde ds. M. Pronk. „Wij kerkten zelf in een eenvoudig gebouw. „Volstrekt ongeschikt voor een huwelijksbevestiging”, oordeelde de kerkenraad. Daarom werd voor dit soort diensten uitgeweken naar de Adventkerk.”

Evenals de vele kerken verwijst de naam Ebenhaëzerstraat, op een steenworp afstand van de Adventkerk, naar het christelijke verleden van Charlois. „Tot hiertoe heeft de Heere ons geholpen”, zegt Toes. „Zo christelijk was deze straat echter niet. Hier kwam in de jaren 70 een van de eerste Nederlandse abortusklinieken.”

Dierbare herinneringen heeft Toes aan zijn ouderlijke huis, de benedenetage van een in de jaren 50 gebouwd appartementencomplex aan de Utenhagestraat. De vensterbank staat vol met cactussen, in de woonkamer een lange rij aquariums. „Geen idee wie er nu woont”, zegt Toes. „Diep respect heb ik voor mijn ouders dat ze in zo’n klein huis tien kinderen hebben grootgebracht.” Toes wijst naar de kelder, van buitenaf goed zichtbaar. „We hadden slechts drie slaapkamers. Met enkele broers sliep ik in de kelder. Van daaruit glipten we ’s avonds laat weleens stiekem de straat op, even een kroketje halen in de snackbar. Mijn ouders sliepen aan de achterkant, die hadden niets in de gaten.”

Bij het passeren van café Charlois schiet Toes in de lach. „Als verzetsdaad tegen dit in onze ogen wereldse café gooide ik met een vriendje sneeuwballen naar binnen. Ik werd in mijn kraag gevat en moest de boel schoonmaken. De kennismaking met ‘de wereld’ viel reuze mee. Ik kreeg zelfs een glas limonade toen ik klaar was.”

’s Zondags liep het gezin Toes naar de kerk, de oud gereformeerde gemeente (ogg) van Charlois. Toes’ vader was er eerst diaken, later ouderling. Een eigen predikant had de gemeente niet, een eigen gebouw evenmin. Met nauwelijks honderd leden kostte het de nodige moeite om de huur van een gebouw waar de gemeente kerkte op te brengen. Van tijd tot tijd verkaste de gemeente dan ook naar een ander onderkomen. Toes herinnert zich er drie. Het eerste, een gebouw aan de Van Eversdijckstraat, vervult nog steeds een religieuze functie. „Hier zit een moskee”, bevestigt een van de oudere Marokkaanse mannen van het gebouw waarvan de deuren wijd openstaan. „Kom maar even binnen”, nodigt hij in gebrekkig Nederlands. De voormalige kerkzaal blijkt onherkenbaar veranderd.

Het zalencomplex bij de gereformeerde Bethelkerk aan de Boergoensevliet is het tweede gebouw dat de ogg enkele jaren onderdak verschafte. Soms week de gemeente uit naar de Bethelkerk, bijvoorbeeld als doordeweeks ds. Joh. van der Poel kwam preken. „Hij had de gave des Woords”, weet Toes. „Veel preekvoorbereiding had hij niet nodig. Eens haalde ik hem met mijn vader van het station. „Ik denk dat ik vanavond maar preek over Job 1”, klonk het na een tijdje van de achterbank. „Maar daar heeft u de vorige keer toch ook al over gepreekt?” vroeg mijn vader. Ds. Van der Poel zei weinig meer tijdens de autorit, maar ’s avonds preekte hij moeiteloos twee uur over een andere tekst.”

De laatste jaren voor de opheffing kwam de ogg samen in de Gouwstraat, nu het onderkomen van het gelijknamige Bijbelcentrum van de Gereformeerde Gemeenten. Toes wil graag nog eens het gebouw vanbinnen zien. Er blijkt veel veranderd te zijn, onder meer de keuken. „Vroeger was dit de consistorie”, zegt Toes. „Mijn vader gaf hier met een brandende sigaar in de hand catechisatie. Na afloop zag het er blauw van de rook.” De preekstoel met het kruisje is hetzelfde gebleven. „Eén schipper vond dat maar niets, te rooms-katholiek.”


Richard Toes

Leeftijd: 54

Opgegroeid in: Rotterdam

Woonplaats nu: Oud-Beijerland

Studie: pedagogische academie, geschiedenis

Functie: directeur Wartburg College (Guido de Brès)


Zomerserie Bakermat

In deze serie keren Nederlanders met een publieke functie terug naar de plaats waar ze opgroeiden. Vandaag deel 4.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Bakermat

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer