„Luther is voor mij de grootste theoloog na Paulus.” Ds. B. L. P. Tramper, hervormd predikant te Driesum, werd zo’n vijftien jaar geleden tijdens de studie theologie gegrepen door het gedachtegoed van de hervormer uit Wittenberg.
„De eerste, echte kennismaking met hem was in de universiteitsbibliotheek in Utrecht”, herinnert ds. Tramper zich. „Ik stond voor de boekenkast met al de werken van Luther, 61 dikke delen, op zoek naar zijn commentaar op de Galatenbrief. Toen ik het even later voor me had liggen, viel ik van mijn stoel van verbazing. Is dit Luther? Zo levendig, zo recht uit het hart, zo diep geestelijk. Luther is magistraal. Hij was een groot intellectueel, die tegelijk dicht bij het gewone volk stond. Na Paulus is hij voor mij de grootste theoloog ooit.”
Reformatorisch Nederland kan wat ds. Tramper betreft nog veel van Luther leren. „Het centrale thema bij Luther is de rechtvaardiging door het geloof alleen. Is het dat ook bij ons? Ik zie ernaar uit dat het op dit punt meer gaat lutheren in de gereformeerde gezindte. Een deel van de gezindte zal dan meer gaan inzien dat allen die in Christus geloven, al is het nog zo zwak, rechtvaardig zíjn. Dat is ook wat hun moet worden verkondigd. Een ander deel zal dan meer beseffen dat rechtvaardiging niet een station is dat je achter je kunt laten om je te richten op de heiliging. Want heiliging ontstaat juist daar waar je steeds opnieuw mag geloven: God verklaart mij rechtvaardig.”
Ds. Tramper waardeert bij Luther vooral dat hij een gelovige die in Christus is zowel heilig als onheilig noemt. „Hij gebruikt er een Latijnse uitdrukking voor: ”simul iustus et peccator”, rechtvaardig en zondig tegelijk. Gods kinderen ervaren in zichzelf vele zonden. De wet legt er steeds meer bloot. Maar juist zo, zoals ze in zichzelf zijn, wil God hen keer op keer bij Christus brengen. Aan de voet van het kruis mogen ze steeds weer geloven: En tóch ben ik rechtvaardig. Niet wat ik ervaar is waar, maar wat God zegt is echt. Zo komt het ook tot levensvernieuwing. Wie, als hoogmoedige in zichzelf, leunt op Christus, kan niet anders dan ootmoedig zijn.”
Helderder dan wie ook laat Luther volgens ds. Tramper zien hoe de wet in dienst staat van het Evangelie. „De wet wijst me op m’n zonden. Hij klaagt me aan. Hij geeft me niet iets ín handen, hij slaat me alles uít handen. Niet één keer, steeds weer. Maar dat met een heilrijk doel: mij al dieper in de genade te dringen. Dagelijks heb je nodig te horen wie Christus wil zijn voor zondaren. Vandaar dat Luther zegt dat de oren van een christen zijn belangrijkste organen zijn.”
Ds. Tramper raadt iedereen die Luther wil leren kennen aan diens commentaar op de Galatenbrief te bestuderen. „Dat boek is vol van het merg van het Evangelie. Niets in mij, alles in Christus, is de Bijbelse boodschap.”