Buitenland
Hof VS brandt vingers liever niet aan homohuwelijk

WASHINGTON – Het Amerikaanse federale Hooggerechtshof buigt zich deze week over legalisering van het homohuwelijk. Vooralsnog lijken de dames en heren opperrechters hun vingers niet aan de gevoelige kwestie te willen branden.

Mr. Richard Donk
27 March 2013 12:03Gewijzigd op 15 November 2020 02:43
De hoorzittingen over de legalisering van het homohuwelijk voor het Amerikaanse federale Hooggerechtshof mochten zich gisteren in massale mediabelangstelling verheugen. Voor- en tegenstanders gaven voor het gerechtsgebouw in Washington hun mening ten best
De hoorzittingen over de legalisering van het homohuwelijk voor het Amerikaanse federale Hooggerechtshof mochten zich gisteren in massale mediabelangstelling verheugen. Voor- en tegenstanders gaven voor het gerechtsgebouw in Washington hun mening ten best

Dinsdag beraadden de negen hoogste rechters van de Verenigde Staten zich op het zogenaamde ”Proposition 8”, een wet in Californië die het huwelijk als verbintenis tussen man en vrouw definieert en dus feitelijk het trouwen van homo’s verbiedt. Dit kiezersinitiatief werd in 2008 aangenomen tijdens de toenmalige presidentsverkiezingen.

Woensdag richt het Hooggerechtshof zich op de ”Defense of Marriage Act”, een wet die heteroparen allerlei (belasting)-voordelen biedt. President Bill Clinton ondertekende het voorstel in 1996. Tegenstanders willen dat homostellen op grond van het beginsel van gelijke behandeling dezelfde voorrechten genieten.

De opperrechters doen vermoedelijk pas in juni uitspraak over beide zaken. Dat nam niet weg dat er dinsdag en woensdag grote aandacht voor de hoorzittingen van het Hooggerechtshof was. Voor- en tegenstanders van het homohuwelijk en media waren massaal samengestroomd bij het gerechtsgebouw in 
Washington.

Of de hoogste rechters van de Verenigde Staten zich in juni daadwerkelijk definitief over de legitimiteit van het homohuwelijk zullen uitspreken, is intussen nog maar de vraag. Zes van de negen rechters verklaarden deze week dat zij twijfels hebben bij de ontvankelijkheid van de zaak en gaven aan dat zij mogelijk tegen het in behandeling nemen ervan zouden stemmen.

„Ik vraag me af of deze zaak wel correct is aangebracht”, zei rechter Anthony Kennedy dinsdag. Hij wordt beschouwd als de belangrijkste zwevende stem in het rechtscollege, waar de andere juristen elkaar qua ethische opvattingen in evenwicht houden.

Rechter Sonia Sotomayor leek dit bezwaar dinsdag te delen. Zij wees er tevens op dat het homohuwelijk een dermate nieuw instituut is dat „de maatschappij meer tijd moet hebben om hierin een richting te bepalen. Waarom zou een rechtszaak nu het antwoord zijn?”

Als het hof besluit de zaak af te wijzen, zal dat in elk geval gevolgen voor Californië hebben. Proposition 8 werd eerder in hoger beroep door een rechter in San Francisco ongeldig verklaard. Die uitspraak zou dan in stand blijven, waardoor homo’s in deze Amerikaanse staat weer legaal zouden kunnen trouwen.

Als het Hooggerechtshof wel tot inhoudelijke behandeling van de zaak overgaat, zou dat kunnen resulteren in een principiële uitspraak over de grondwettelijke status van het homohuwelijk.

Toont het hof zich voorstander van het huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht, dan betekent dat een steun in de rug van de negen Amerikaanse staten waar een dergelijke verbintenis al bij wet is toegestaan. Ongetwijfeld zullen dan meer staten dit voorbeeld volgen. Dat zou ook aansluiten bij de publieke opinie in de Verenigde Staten. Een recente peiling toonde aan dat zo’n 58 procent van de Amerikanen voorstander van invoering van het homohuwelijk is.

Diverse prominente Amerikanen, onder wie Bill en Hillary Clinton en voormalige vicepresident Dick Cheney, hebben zich de afgelopen tijd vóór het homohuwelijk uitgesproken. Opmerkelijk is dat ook steeds meer politici die als behoudend bekendstaan om gaan.

Als het Hooggerechtshof bepaalt dat het homohuwelijk tegen de constitutie is, zal dat betekenen dat staten die deze verbintenis hebben gelegaliseerd hun wetgeving zullen moeten terugdraaien. De vraag is dan wat er zal gebeuren in staten die elders gesloten huwelijken tussen mensen van hetzelfde geslacht erkennen of een systeem van geregistreerd partnerschap hanteren.

Inhoudelijk draait de zaak voor de rechters om een alles-of-nietsbesluit: grondwettigheid of ongrondwettigheid van het homohuwelijk. Omdat er geen aantrekkelijke juridische middenweg voorhanden is, lijkt het er vooralsnog op dat het Hooggerechtshof voor een makkelijke oplossing zal kiezen en de kwestie niet in behandeling zal nemen.

Vroeg of laat zal het hoogste Amerikaanse rechtscollege echter toch een uitspraak over deze netelige kwestie moeten doen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer