Kerk & religie
Ds. Joh. Post over lijdenstijd: Waken voor populaire draai aan preek

Het lijdensevangelie is ieder jaar weer nieuw en verrassend, voor Bijbellezer en gemeente. Hoe zorgt een predikant ervoor dat hij fris en verrassend blijft, zeven lijdensweken lang? Deel 7 in een serie korte vraaggesprekken met zeven predikanten. Vandaag: ds. Joh. Post, predikant van de hersteld hervormde gemeente in Lunteren, wijk Noord.

27 March 2013 09:08Gewijzigd op 21 February 2023 11:35
LUNTEREN – Ds. Joh. Post: „Ik vergeet nooit hoe de Geest mij zo vol maakte, dat ik uitriep: Wanneer Christus sterft gaat het juichen in de hemel.”  Foto RD, Anton Dommerholt
LUNTEREN – Ds. Joh. Post: „Ik vergeet nooit hoe de Geest mij zo vol maakte, dat ik uitriep: Wanneer Christus sterft gaat het juichen in de hemel.” Foto RD, Anton Dommerholt

Hoe vaak hebt u over het lijden van de Heere Jezus gepreekt?

„De eerste keer was in 1988 als kandidaat. En sindsdien elk jaar weer. Omdat ik het kerkelijke jaar volg, komen alle heilsfeiten telkens weer aan de orde. Ook de zeven lijdensweken. Bovendien komt het lijden en sterven van de Heere Jezus aan de orde in de preken over de Heidelbergse Catechismus.”

Is het gevaar van gewenning aanwezig? Hoe blijft u als predikant nieuw, fris, verrassend?

„De lijdenstijd is ieder jaar weer bijzonder. Ik ervaar het als het betreden van het binnenste heiligdom dat ons in het Evangelie is geopenbaard. Dat went nooit. Geen mens kan zich indenken welke bijzondere gang de Heere Jezus maakte. Niemand kan inleven hoe diep en zwaar dat voor Hem was. Zelfs de drie discipelen die Jezus verder meenam in de hof van Gethsémané, hield Hij op een steenworp afstand. Maar in het lijden van Hem ligt het kloppende hart van het Evangelie, de verzoening met God door de voldoening van Hem. Dat stemt mij steeds tot diepe verwondering.

Elk jaar kies ik ervoor om de beschrijving van het lijdensevangelie vanuit een ander Bijbelboek te bepreken. Het vergt studie om fris en nieuw te blijven. Onmisbaar is het om biddend om de leiding van de Heilige Geest de tekstkeuze te maken. Ik probeer, en dat valt tijdens de kerkelijke feestdagen niet altijd mee, elke keer een tekst te nemen waarover ik nog niet gepreekt heb.

Dit jaar is het Bijbelboek Mattheüs aan de beurt. Ik probeer te luisteren naar de tekst, terwijl mijn eigen context is veranderd. Voor het eerst preek ik het lijdensevangelie als predikant van de gemeente Lunteren. Aan tafel pik ik op hoe mijn volwassen kinderen reageren op de preek. Tegelijkertijd probeer ik ervoor te waken om een populaire draai aan de preek te geven. Mijn leermeester stelde –en ik geef het graag door–: zeg maar eenvoudig wat er staat. Dat is enerzijds een worsteling, maar tegelijk een heilige ontspanning.”

Stelling: ”Als het licht van de Geest op het Woord valt, wordt iedere tekst weer nieuw”.

„Bijzonder is dat. Dat gebeurt soms in de studeerkamer, een andere keer op de kansel. Hoewel we geroepen worden om grondig studie te maken van de tekst, blijft het iets wonderlijks. De Geest maakt het Woord nieuw. Krachtig. Het Woord doet iets in de harten van je hoorders en van jezelf. Het is mijn persoonlijke ervaring dat hetgeen je hebt voorbereid, door de Geest gebruikt wordt.

Juist de krachtige aanwezigheid van de Heilige Geest doet mij ondervinden dat het gepredikte en onderzochte Woord waarachtig is. Voor mijzelf en voor anderen, dus ook voor degenen die mij horen. De lijdensgang van onze gezegende Borg Jezus Christus betekent de geestelijke dood van al het mijne en tegelijk de grond voor de nieuwe en herstelde band met God. Heel bijzonder heb ik dat enkele malen ondervonden tijdens het heilig avondmaal. De stroom van wijn die ik in de beker goot, werd tot de stroom van Christus’ bloed, waardoor de Heere mij verzekerde van het verzoend zijn met Hem.”

Hebt u voldoende ruimte voor studie, om ervoor te zorgen dat de heilsgeschiedenis exegetisch nieuw blijft?

„Die heb ik, of die neem ik, want studie is noodzakelijk. De gemeente is het meest gediend met een grondige uitleg van de Schrift. Daarbij mag de toepassing niet ontbreken. En al zijn er tijden dat door zaken die zich aandienen in het pastoraat de studie in de knel komt, dan nog is het zaak om te blijven studeren en niet maar wat te gaan zeggen.”

Zijn er lijdenspreken waaraan u persoonlijk goede herinneringen bewaart?

„Vooral de preken op Goede Vrijdag, raken mij vaak diep. Dan wordt er geen treurzang aangeheven, maar een lofzang. Mijn ziel zingt van mijn Heere, Die alles voor mij volbracht. Zijn dood is niet het einde, maar de heilsdaad van Christus, Die mij zo lief had dat Hij Zijn leven voor mij gaf. Ik vergeet nooit hoe de Geest mij zo vol maakte van het wonder van het kruis, dat ik uitriep: Wanneer Christus sterft, gaat het juichen in de hemel. God is voldaan. De verzoening volbracht. Glorie aan de Vader, aan de Zoon en aan de Heilige Geest.”

Dit is de laatste aflevering van een zevendelige serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer