Ruim vierhonderd afgevaardigden van SGP-kiesverenigingen reisden zaterdag naar Hoevelaken om te debatteren over een aanvulling in het algemeen reglement van de partij. Kern daarvan is dat het geslacht van de kandidaat niet bepalend mag zijn bij de selectie voor kieslijsten. Tegelijkertijd handhaaft de partij het beginsel dat het regeerambt de vrouw niet toekomt. Bijna 80 procent van de afgevaardigden steunde het voorstel.

U bent zeker een tevreden mens?

„Ja, maar wel met enkele kanttekeningen. Tevreden ben ik omdat we een waardige discussie met elkaar voerden. Voor- en tegenstanders reageerden op een goede manier op elkaar. Binnen de partij kunnen we blijkbaar op een constructieve manier debatteren over gevoelige onderwerpen. Zo met elkaar spreken is goed, omdat daaruit blijkt dat we elkaar ondanks verschillen toch vasthouden. Dat is belangrijk want we zullen binnen de gereformeerde gezindte meerdere dilemma’s naar ons toe krijgen.

Ik ben ook tevreden met de brede steun vanuit de partij. Dat uiteindelijk 80 procent het voorstel wel steunde, laat zien dat er na een intensieve voorlichtingsronde in de partij een breed vertrouwen is gegroeid in de koers van het hoofdbestuur. We handhaven het beginsel en doen tegelijk recht aan de uitspraak van Hoge Raad.

Ik besef ten volle dat toch 20 procent van de afgevaardigden tegenstemden. Zij gingen teleurgesteld naar huis, maar zij horen voluit bij de partij en dat moeten we ook uitstralen.”

De SGP handhaaft het beginsel, maar geeft tegelijk uitvoering aan het arrest van de Hoge Raad. Dan is de aangenomen aanvulling toch een papieren exercitie óf het omzetten van een principiële wissel?

„De formeel-juridische belemmeringen tegen vrouwen op lijsten zijn uit de weg geruimd. Dat vloeit voort uit wat op dit moment geldend recht is. Tegelijkertijd handhaven we artikel 10 uit het program van beginselen waarin staat dat het regeerambt de vrouw niet toekomt. Ook dat is geldend recht.”

Komt het er dan op neer dat u wel een standpunt mag hebben, maar er niet naar mag handelen?

„Daar komt het in grote lijnen wel op neer. Maar je kunt niet weglopen voor de juridische werkelijkheid. Sinds de uitspraak van Hoge Raad, bijna drie jaar geleden, is het verboden om vrouwen uit te sluiten van kandidatenlijsten vanwege hun geslacht.”

Betekent het dan dat er vrouwen op SGP-lijsten komen?

„Daar kan ik niet op vooruitlopen. Het zal meer en meer aankomen op de innerlijke overtuiging van partijgenoten.”

Maar u kunt toch eenvoudig zeggen dat kandidaten die artikel 10 niet onderschrijven, niet op kandidatenlijsten komen?

„Zo simpel is dat niet. De overheid brengt meer en meer een rangorde aan in de grondrechten, wij doen dat niet met onze beginselen. Het vrouwenstandpunt is geen superbeginsel. We maken bij het samenstellen van kandidaten een integrale afweging.”

U houdt dus wel de mogelijkheid voor vrouwelijke kandidaten open?

„Daar kan ik geen uitspraak over doen, om de eenvoudige reden dat ik niet in de toekomst kan kijken. Wat ik al zei, de formele belemmeringen zijn door de uitspraak van de Hoge Raad weggehaald. Dat is te betreuren, maar wel de juridische werkelijkheid. Maar ik verwacht niet dat het storm zal lopen. Er zijn sowieso relatief niet zo heel veel vrouwen vrouwen lid. En als er al vrouwen zijn met politieke ambities, dan heb ik al diverse keren vernomen dat zij onder de huidige omstandigheden geen plaats op de kandidatenlijst ambiëren.”

Wat gaat het hoofdbestuur nu verder doen op dit dossier?

„We willen dit hoofdstuk afsluiten en de dingen gaan doen waarvoor de SGP is opgericht, namelijk politiek bedrijven met de Bijbel als uitgangspunt. We hebben een Woord voor de wereld.”