Onderwijs & opvoeding
Straatpastor Koffeman onder de indruk van solidariteit onder daklozen

DEN HAAG – Voor cliënten van de Haagse dag- en nachtopvang is hij een bekende verschijning. Ook op straten, pleinen en in parken gaat hij met dak- en thuislozen in gesprek. Straatpastor Klaas Koffeman (57): „Menselijke aandacht is een schaars goed.”

23 January 2013 22:30Gewijzigd op 15 November 2020 01:31
Straatpastor Klaas Koffeman. Foto Rogier Chang
Straatpastor Klaas Koffeman. Foto Rogier Chang

Overlevingskunst. Dat is een eigenschap die Koffeman –zijn grootvader was een Urker 
visser– bij veel dak- en thuislozen tegenkomt. „Het raakt me als ik zie dat mensen in moeilijke omstandigheden er toch in slagen iets van het leven te maken”, zegt de protestantse pastor.

Sinds april 2008 verzorgt Koffeman samen met een rooms-katholieke collega het straatpastoraat in de hofstad. De voortgang van hun werk staat echter sterk onder druk, nu de gemeente de subsidie wil beëindigen.

Wat motiveert u om dit werk te doen?

„Ik ben 26 jaar met plezier gemeentepredikant geweest. Wel ervoer ik het als een beperking dat ik me niet intensief kon bezighouden met mensen buiten mijn eigen gemeente. Als straatpastor heb ik de mogelijkheid breder in de samenleving rond te kijken. Dat is heel boeiend.”

Met hoeveel mensen hebt u contact?

„Ik ken zo’n 200 tot 300 dak- en thuislozen, van wie ik een groot deel geregeld spreek. Sommigen leven op straat. Een grotere groep verblijft bijvoorbeeld in een instelling voor beschermd wonen of een sociaal pension, maar ervaart dat niet echt als een thuis. Nogal wat mensen die ooit dakloos waren hebben nu een plek om te slapen, maar voelen zich nog steeds aangetrokken tot het leven op straat.”

Wat kunt u voor hen betekenen?

„Ik bied vooral een luisterend oor. Dat lijkt misschien niet veel, maar blijkt voor mensen enorm belangrijk te zijn, zeker in het huidige maatschappelijke klimaat. Velen missen echte aandacht, ook bij hulpinstanties. Hulpverleners hebben richtlijnen over hoeveel tijd ze aan een cliënt mogen besteden en richten zich vaak op een specifieke hulpvraag. Ik heb het voorrecht dat ik meer tijd heb om naar de verhalen van mensen te luisteren. Daarnaast kan ik soms praktisch iets betekenen, door mee te gaan naar het daklozenloket, de dokter of een andere instantie. Die mentale ondersteuning en menselijke aandacht lijken in onze samenleving een schaars goed te zijn.”

Welke plaats hebben Bijbellezen en gebed in het straatpastoraat?

„Die hebben zeker een plek in het werk, maar dat hangt in eerste instantie af van wat mijn gesprekspartner wil. Als straatpastor word ik vrij vaak aangesproken door mensen met geloofs- of levensvragen. Voor sommigen is het geloof belangrijk. Het geeft hun kracht en ze willen dat graag met mij delen. Anderen komen met vragen zoals: Wie is God, waar is Hij? Het komt geregeld voor dat mensen vragen of we kunnen bidden of Bijbellezen. Die ruimte is er, maar ik dring dat niet op.”

U belegt ook vieringen voor dak- en thuislozen.

„Elke vrijdagmiddag hebben we een viering, waar zo’n 40 tot 45 bezoekers op afkomen. Het gaat om een soort sobere kerkdienst, met onder meer een overdenking, het aansteken van een kaars, liederen en gebeden. De bijeenkomsten hebben een interactief karakter. Mensen voelen zich vrij om te reageren. Daarna is er een warme maaltijd, waarbij nog eens zo’n vijftig mensen extra aanschuiven.”

Wat is het mooiste in uw werk?

„Ik vind het mooi als menseen het kunnen opbrengen mij hun vertrouwen te geven, dingen met mij te delen waarover ze het zelden of nooit met iemand hebben. Ook de onderlinge solidariteit vind ik mooi om te zien. In de nachtopvang haalde iemand eens de peuken uit de asbak om er nog wat shag uit te peuteren. Iemand anders, die zelf ook weinig had, haalde royaal een hand tabak uit zijn enige pakje en legde dat voor hem neer. Dat maakt indruk.”

www.straatpastoraatdenhaag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer