Roel en Tjitske Kuiper: Ogen geopend voor binnenlands zendingsveld
Van een rustig hofje naar een volkswijk in Amsterdam-Noord. Roel en Tjitske Kuiper verkochten twee jaar geleden hun huis in Barneveld en verhuisden naar de stad. „De verhuizing naar Amsterdam behoort tot de bijzondere verrassingen in ons leven.”
In de oude wijken van de stad komt het Evangelie op een nieuwe manier tot leven. Hier openen zich nieuwe mogelijkheden voor de kerk, zeggen Roel en Tjitske Kuiper. Hun ogen gingen open voor wat ze het „binnenlandse zendingsveld” noemen. Zij willen graag ook anderen de ogen ervoor openen.
Roel (1962) is senator voor de ChristenUnie en hoogleraar christelijke filosofie, Tjitske, die twaalf jaar in de gemeenteraad van Barneveld zat, is in dienst als adviseur bij de ChristenUnie. Bewust maken ze tijd vrij om in hun buurt actief te zijn.
Gebrokenheid
Hun nieuwe woning grenst aan een zogenoemde „krachtwijk” in Nieuwendam-Noord. „Hier wonen mensen die alle risico’s van het leven op zich af zien komen: ziekte, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, illegaliteit. Maar hier zijn ook de mensen voor wie het Evangelie echt waar wordt. Mensen komen uit de nood van hun leven, hun eenzaamheid en gebrokenheid naar God toe. Jezus heeft het in Lukas 14 over de straten en wijken van de stad waar zich de armen, blinden en kreupelen bevinden. Ze reageren heel anders op Zijn uitnodiging dan de rijken en aanzienlijken die met hun wereldse besognes druk zijn. Dit zien we hier letterlijk gebeuren”, aldus Roel Kuiper.
Lange rijen portiekwoningen uit de jaren zestig, met elk vijf verdiepingen, rijgen zich aaneen. Veel vuil ligt op straat. Dat is Nieuwendam-Noord. „Achterstand herken je aan vuil op straat. Dan zijn mensen alleen nog bezig met hun eigen bestaan. Sociaal isolement keert zich op deze manier naar buiten”, zegt Roel. „Als mensen aan het overleven zijn, zijn ze blij dat er naar hen wordt omgezien. Er is hier absoluut geen vooroordeel tegen het christelijk geloof. In de stad heb je alles en kan ook alles.”
Tjitske: „Het verbaast je hoeveel mensen in dit soort woningen en wijken leven en daarbij toch hun eer en fatsoen proberen te handhaven. Pas liep ik eens gearmd met een Marokkaanse vrouw door de wijk. Die vrouw merkte opeens dat mensen naar ons keken. Ze zei: Ik loop hier met een Nederlandse vrouw op straat en iedereen kijkt naar ons.”
Multicultureel
Het stadsdeel Amsterdam-Noord telt ongeveer 80.000 inwoners, van wie ongeveer 1 procent als christen te boek staat. Er zijn relatief veel oude wijken, waar in het verleden de arbeiders uit de haven en het industriegebied gehuisvest werden. Nu is het een mix van autochtone en allochtone bewoners.
Roel en Tjitske Kuiper hebben zich aangesloten bij Hoop voor Noord, een multiculturele gemeente die ontstaan is uit een missionair project van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Er is hier in Noord een Iraanse huiskerk ontstaan en een Hindi-gemeenschap, waar de Indo-Arische taal wordt gesproken, die ook veel in India voorkomt. In de diensten komen Afrikaanse christenen, Aziaten en verder mensen van wel twintig nationaliteiten.
De gemeente groeit en heeft als visie dat nieuwe „plantingen” in de wijken ontstaan. Tjitske: „Onze huiskring is een warme gemeenschap, waar mensen met elkaar meeleven en elkaar tot hulp zijn. Met Kerst organiseren we een maaltijd in het buurthuis, waarbij we het kerstevangelie laten horen. Dat buurthuis is vroeger een kerk geweest. Bij de ingang zit een ingemetselde steen waarop ”Christus Hoeksteen” staat. Nu zijn hier vrouwenochtenden en wordt er gekaart. We hebben ontdekt dat er best veel mensen om ons heen zijn die een band hebben met het christelijk geloof, maar die er door omstandigheden geen invulling aan geven. Wij hebben al heel wat keren gezien hoe het geloof weer is gaan leven.”
Dochter Christi
Het echtpaar Kuiper heeft vier kinderen. De jongste, Christi (15), is meeverhuisd naar Amsterdam. Tjitske: „Voor haar vonden we de verhuizing het spannendst, maar ze zou niet meer terug willen, zei ze pas. Als zij het niet had kunnen meemaken, hadden we het niet gedaan. We hadden het in Barneveld goed naar onze zin en toch ging het opeens kriebelen. We hebben beiden in Amsterdam gestudeerd, kennen de stad, en konden ons goed voorstellen hoe belangrijk het is dat christenen weer naar de stad komen om de kerk en het missionaire werk hier te ondersteunen.”
Volgens Roel en Tjitske zijn juist de missionaire ervaringen van gemeenten zoals Hoop voor Noord belangrijk voor de kerken. Roel: „Prof. G. C. den Hertog uit Apeldoorn schreef onlangs dat het zendingsbevel van Jezus nauwelijks een plaats heeft gekregen in het confessionele profiel van orthodoxe kerken. Dat vond ik weer zo’n eyeopener. Het overschrijden van sociale, culturele en fysieke grenzen is heilzaam voor het geestelijk leven. Het houdt de beweging erin. Als dat niet gebeurt, wordt de kerk stilstaand water.”
Kerkverlating
Ze zijn ook anders gaan aankijken tegen discussies over kerkverlating en secularisatie, zegt Roel. „Je kunt lang of kort praten, maar er is maar één manier om daar goed mee om te gaan: Je moet je onder de mensen begeven. We moeten naar de plekken toe waar je aanwezigheid een toegevoegde waarde heeft. Jezus deed dat ook. Hij ging om met hoeren en tollenaars. Dat was kennelijk zo opvallend dat Zijn omgeving er schande van sprak. Maar de boodschap van redding en heil moet juist daar gehoord worden. Dat is niet een kwestie van methodiek, maar van actie. Je moet er voor anderen willen zijn. In die ontmoeting wordt de betekenis van het Evangelie als boodschap van liefde en genade concreet. Ons klagen over de wereld is vaak te vrijblijvend. Er klopt iets niet als we onszelf intussen op afstand houden en vooral met eigen mensen omgaan. Wie zich een leerling van Jezus weet, moet er wel opuit. Het is niet moeilijk om iets te betekenen in het leven van mensen. In Amsterdam komen we in elk geval handen tekort.”
Tjitske is actief geworden voor Burennetwerk, waar hulpvragen uit de wijk binnenkomen. Er wordt geholpen met verhuizingen, schoonmaakacties, tuinonderhoud, begeleiding naar het ziekenhuis. „We kwamen in contact met een man die alleen woont, zijn huis vrijwel niet uitkomt, bijna geen sociaal netwerk meer heeft, niet in een kerk komt maar wel een Bijbel op tafel heeft liggen. Op zulke momenten krijg je de mooiste gesprekken.”
Hij: „Hier worden mensen toegevoegd aan de kerk. Regelmatig zien we nieuwe gezichten in de kerk en komen er mensen tot geloof. Niemand weet precies hoe, maar de velden zijn wit om te oogsten.”
Zij: „Het is vooral je belangeloze inzet voor anderen die mensen raakt. Dat zijn ze eigenlijk helemaal niet gewend. Dat kennen ze niet.”
Hoop voor Noord wil graag een huis inrichten waar jonge christenen een woongemeenschap kunnen vormen. Roel: „Er verkommeren hier nog te veel mensen in hun eentje. Sommigen weten niet goed hoe ze een christelijk leven met God dagelijks vorm moeten geven. We zouden graag ergens een huis hebben met een inwonend gezin waar samen wordt gegeten, gebeden, waar begeleiding wordt geboden, een echte thuisbasis voor jonge christenen.”
Kerkplein en speelplein
De gemeente Hoop voor Noord is duidelijk aanwezig in de wijk. „Het kerkgebouw aan de Rode Kruisstraat kent iedereen”, zegt Tjitske. „Het staat op een zichtbare plek. Het kerkplein is ook het speelplein van de school ernaast. De kerk is actief in de buurt. De wethouder heeft al eens gezegd: Ik kan niet om jullie heen.”
Zo krijgt Hoop voor Noord een goede klank. Er fietst hier een mevrouw in Noord rond die, als we haar op straat tegenkomen, ons bij wijze van groet toeroept: „Hoop voor Noord”. Dat is mooi.”
Roel: „Hoewel mijn fiets hier al na een paar weken gestolen was, voelen we ons absoluut niet onveilig. Je kunt hier net zo goed wonen als in een buitenwijk van Amersfoort. Veel mensen in de rest van het land weten dat niet. Wij zien dat God op een bijzondere manier aan het werk is. Dan voel je je al gauw thuis.”