De Lantaern, bewaarschool voor meisjes
NIEUWEGEIN – Ooit was het een bewaarschool voor meisjes. Er werd genaaid, geleerd en gemediteerd. Nu wordt er vergaderd, gedineerd, gefeest, gerouwd en getrouwd. Het voormalige klooster van Nieuwegein is van kleur verschoten. Het heet nu De Lantaern.
Een vorstelijk complex, met drie verdiepingen, gelegen aan de Utrechtsestraatweg in de oude dorpskern van Jutphaas. Dat is De Lantaern. Voor het gebouw staan monumentale beuken. Rechts ervan verrijst de enorme Sint-Nicolaaskerk, als een gestold verhaal dat allang niet meer vanzelf spreekt. Een kerk van vóór de secularisatie, gebouwd op de sporen van de traditie, maar toch nog steeds in gebruik bij de plaatselijke parochie.
Hier zat het kerkvolk, in goede en kwade dagen, meer dan honderd jaar lang, luisterend naar woorden die soms te groot schenen. Nog steeds komen ze hier op zondag voor de eucharistie, hoewel niet meer in menigte als toen. En achter de kerk ligt het kerkhof.
Initiatiefnemer voor het klooster was vooral mevrouw Heytink-Baesjou. Deze vermogende dame financierde de bouw van het klooster ter nagedachtenis van haar op 9-jarige leeftijd overleden enig kind, Francois. Het klooster heette dan ook Francois Heytink-Baesjou- klooster
Het waren de zusters franciscanessen die op deze plaats de wereld wilden verbeteren, die hier biddend hun weg gingen, tastend en zoekend naar manieren om de vloedgolf van de wereldnood in te dammen, tegen te houden, buiten te sluiten. Het waren franciscanessen, genoemd naar Franciscus van Assisi, hoewel, ze stonden in Jutphaas bekend als „de vrouwencongregatie tot bevordering van het huiselijk geluk.” Ze waren weggevlucht uit de waan van de dag en dachten iets beters te kunnen doen.
Het klooster werd in 1894 gebouwd als een vrouwenklooster waar de nonnen onderwijs gaven aan de meisjes van Jutphaas. Er kwamen leslokalen voor de bewaarschool, voor het naaionderricht, en twee klassen voor het lager onderwijs. Het klooster dijde uit. Er kwam een verdieping bovenop, en er kwamen een heuse huishoudschool, een jongensschool en een taalschool. Het rijke roomse leven bloeide.
Totdat het in de jaren zestig van de vorige eeuw opeens met de roomse pracht was gedaan. De zusters hadden steeds minder werk, pakten hun biezen, vertrokken naar elders. Opeens stond het klooster leeg. Er werden pogingen aangewend om er een goedlopend verenigingsgebouw van te maken. Vooral de plaatselijke pastoor, G. H. H. A. Jansen, deed er erg zijn best voor. Hij wilde zo graag het klooster behouden. Hij bikte stenen, ruimde puin, sleepte zakken cement af en aan. Maar ten langen leste liep ook het verenigingsleven dood.
In de jaren zeventig voerden Jutphase dorpelingen actie om het klooster te behouden. Het motto was: ”Laat de Lantaern niet uitgaan”. In mei 1987 kreeg het klooster zijn huidige bestemming: Partycentrum De Lantaern. Zo staat het ook boven de statige ingang.
Eigenaar Wim in ’t Veld beent met grote passen door het pand. Enthousiast doet hij zijn complex uit de doeken: de Sixtijnse Zaal, met op de muren de uitgeschilderde namen van Jacob, Jozef, Asa, Joram en Jesaja. Vervolgens de stemmige Tuinzaal, waar nu de rouwbijeenkomsten worden gehouden („Iedereen is welkom, wel of geen geloof”), het voormalige kantoor, met boven de schouw de tekst: „En Jezus was ook genood tot de bruiloft”.
Op zolder is een bar met zitjes, barkrukken, wijnvaten voor Spaanse wijn en witte port en, o wonder, drie harmoniums.
Van de 150 kloosters in Nederland zullen er over 10 jaar nog maar 10 of 15 als klooster in gebruik zijn. Op bezoek bij vijf verlaten kloosters. Dit is het laatste deel.