Buitenland

„Winst Romney zou belangrijk symbolisch moment voor onze kerk zijn”

SALT LAKE CITY/PROVO – Als Mitt Romney dinsdag de Amerikaanse verkiezingen wint, zou hij de eerste mormoonse president van de Verenigde Staten zijn. Prof. Chris Karpowitz: „Dat zou een belangrijk symbolisch moment voor onze kerk zijn.”

Mr. Richard Donk
5 November 2012 12:26Gewijzigd op 15 November 2020 00:05
De Tempel van Mormon in Salt Lake City. Foto RD
De Tempel van Mormon in Salt Lake City. Foto RD

Statig verheffen de torens van de Tempel van Mormon zich tegen de strakblauwe lucht boven Salt Lake City, Utah. Het heiligdom is verboden terrein voor niet-mormonen. En zelfs leden van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen moeten speciale toestemming hebben van de staatsvoorzitter van de kerk om de tempel te betreden.

Mitt Romney bekleedde in het verleden de positie van staatsvoorzitter van de mormoonse kerk in de staat Massachusetts. Als zodanig verleende hij heel wat keren toestemming aan gelovigen om de tempel in Salt Lake City binnen te gaan.

Als Mitt Romney morgen Barack Obama verslaat, mag hij zich binnenkort de eerste mormoonse president van de Verenigde Staten noemen. Vooral voor sommige evangelicale christenen is dat een weinig aanlokkelijk vooruitzicht. Zij hebben weinig op met de on-Bijbelse elementen in de mormoonse leer.

Zo loochenen de mormonen de Drie-eenheid, organiseren zij doopceremonies voor overledenen en geloven zij niet in het bestaan van hemel en hel. Hun leider heeft de status van een profeet en de openbaring aan hun oprichter, Joseph Smith, wordt op één lijn met de Bijbel geplaatst.

Michael Otterson, directeur voorlichting op het hoofdkwartier van de mormoonse kerk in Salt Lake City, wijst liever op de zaken die protestanten en mormonen met elkaar gemeen hebben. „We zijn te vaak geneigd om de verschillen uit te vergroten. We geloven beide in redding en verzoening. Dat zijn toch hoofdzaken in de leer. Ook op het gebied van normen en waarden kunnen we elkaar vaak de hand reiken.”

Over zijn politieke voorkeur doet Otterson officieel geen uitspraken. „Wij geloven in strikte scheiding van kerk en staat.” Wel geeft hij toe dat Romney in Utah brede steun geniet en de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen „in de schijnwerpers zet.”

Chris Karpowitz, hoogleraar politicologie aan de mormoonse Brigham Young Universiteit in Provo, gaat een stapje verder, ondanks het feit dat hij wetenschapper is. „Wij in Utah zouden het heel mooi vinden als Romney president werd. We delen immers een gemeenschappelijke erfenis. In de geschiedenis hebben mormonen altijd aan de zijlijn gestaan. Als gouverneur Romney in het Witte Huis komt, zou dat een belangrijk symbolisch moment voor onze kerk zijn. Daarmee krijgen we eindelijk de publieke acceptatie waar we al zo lang op wachten.”

Hoe gelovig is Mitt Romney eigenlijk? Karpowitz: „Ik denk dat hij een oprechte gelovige is. Hij leeft volgens het Evangelie en heeft leidende posities in de kerk bekleed. Hij is geen fundamentalist, in de zin dat hij tot het extreme deel van de kerk behoort, waar praktijken als polygamie aan de orde zijn.”

Religie heeft overigens in de verkiezingscampagne nauwelijks een rol van betekenis gespeeld. „Geen van beide kandidaten wilde daar zijn vingers aan branden. Dat zou gemakkelijk uit de hand kunnen lopen”, aldus de politicoloog.

Toch doken ook nu weer verhalen op waarin het christelijk geloof van Obama in twijfel werd getrokken.

„Jammer genoeg wel”, fronst Karpowitz. „Een deel van de Amerikanen weigert hem kennelijk op zijn woord te geloven. Obama heeft in de campagne van 2008 op ontroerende wijze over zijn religieuze overtuiging gesproken. Blijkbaar is dat voor sommigen niet genoeg.”

In Europa wordt doorgaans met enige verbazing naar het Amerikaanse tweepartijensysteem gekeken.

„Het heeft voor- en nadelen. De meningen binnen de partij lopen vaak behoorlijk uiteen. Om in ons systeem te kunnen winnen, moet je steeds een tamelijk brede coalitie van kiezers bij elkaar brengen. Een politicus moet dus erg samenbindend kunnen werken en kan niet te extreem zijn. Dat beschouw ik als een voordeel. Nadeel is dat je nooit alle kiezers in je partij kunt aanspreken. Daardoor lopen mensen nogal eens over naar de andere kant.”

Evenzo wordt er vreemd aangekeken tegen de enorme geldbedragen die in de Amerikaanse campagne omgaan.

„Enerzijds heb je nu eenmaal geld nodig om je boodschap uit te dragen. Maar ik maak me 
wel zorgen om de enorme bedragen die in de campagne omgaan. Het versterkt de indruk dat rijke en hoogopgeleide Amerikanen een disproportionele invloed op de politiek kunnen uitoefenen. Bovendien bestaat er nogal eens onduidelijkheid over de herkomst van campagnegelden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer