Foley van organisatie Seoul USA tekende de levensgeschiedenis op van familie Bae, een fictieve naam waarachter een waar gebeurde geschiedenis schuilgaat. Ze woonden generaties lang in het land, ook toen het een dictatuur kreeg enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog.

Het boek ”De geheime erfenis” is uitgegeven in aanloop van een ontmoetingsdag van SDOK op zaterdag. De bijeenkomst begint om 20.00 uur in De Fontein, het kerkgebouw van de hervormde gemeente Nijkerk. Hoofdspreker is broeder Bae, een van de familieleden. De familie ontvluchtte enkele jaren geleden Noord-Korea en woont nu in Zuid-Korea.

Noord-Korea is „vrijwel zeker de meest religieuze plek op aarde”, betoogt Foley. De ideologie van ”Juche”, wat zelfredzaamheid betekent, houdt de gehele Noord-Koreaanse bevolking in de greep. „Alleen het christendom kan ”Juche” ontmaskeren als een frauduleus geloof. En dat is precies de reden waarom Noord-Korea altijd zo zijn best heeft gedaan om de christenen in het land uit te roeien.”

Aan het begin van de twintigste eeuw woonden er veel christenen in Noord-Korea. In 1907 vond er een grote opwekking plaats. In de beginjaren van de eerste Noord-Koreaanse leider, Kim Il-sung, zijn veel christenen hevig vervolgd. Velen kwamen om. Het aantal christenen is gegroeid na de hongersnood in de jaren ’90. Toen mochten veel Noord-Koreanen in het buitenland geld verdienen. Een aantal kwam als zendeling terug. Nu telt het land naar schatting 30.000 christenen die nog steeds alleen in het diepste geheim hun geloof kunnen leven.

In 160 pagina’s worden drie generaties christenen van de familie Bae beschreven in het boek. Ze vertrouwden rotsvast op God. Ze kenden Hem nauwelijks uit de Bijbel, maar uit overlevering en uit enkele evangelisatiebrochures uit China. Ze bezweken soms bijna voor het Noord-Koreaanse systeem van corruptie en vriendjespolitiek om hogerop te komen. Desondanks keerden ze terug tot God en keken ze om naar hun naaste in nood, al hadden ze zelf bijna niets meer. „We beleden het als we iets verkeerd hadden gedaan”, vertelt mevrouw Bae. „Mijn schoonmoeder had me geleerd hoe je je zonden moest belijden, hoe je kon dankzeggen en hoe je voor je eten kon bidden.”

De familiegeschiedenis toont veel lijden. De ouders van meneer Bae, in de tachtig, werden in 2011 opgepakt en naar een concentratiekamp gebracht. „Dat is je bestemming als je evangeliseert in Noord-Korea. Vroeg of laat kom je daar terecht.”

Maar mevrouw Bae ziet tegelijk een andere kant. De Heere vroeg haar en haar man om het boek te schrijven. „Dit zijn de generaties van de familie Bae en dit is het getuigenis dat we gekregen hebben om door te geven aan u. Het is het verhaal van Immanuel, de God van onze exodus. En ook van uw exodus.”

Ga voor meer informatie over de bijeenkomst over Noord-Korea naar de website van SDOK.