Een christelijk Nederland, daar staat SGP-lijsttrekker Van der Staaij (43) voor. „Wij geloven dat het ons land alleen maar goed zal gaan als we naar Gods Woord en geboden luisteren.”
Vriendelijk lacht de staatkundig gereformeerde partijleider potentiële kiezers toe vanaf de voorpagina van de verkiezingsfolder van zijn partij. Op de achterzijde ervan beschrijft hij wat zijn partij wil: „De SGP is vóór politiek volgens Bijbelse waarden en normen. Zij komt op voor de christelijke cultuur en traditie in Nederland. Een land waar het leven beschermd wordt, het gezin geborgenheid ervaart en mensen omzien naar elkaar. Een land waar de zondag rustdag is, waar mensen zich veilig voelen en waarin de overheid vrijheid van burgers waarborgt.”
De ontwikkelingen in de seculariserende samenleving gaan echter een heel andere kant op. Van der Staaij laat zich daardoor niet uit het veld slaan. „Wij kruipen niet in onze schulp. In andere delen van de wereld zie je juist een opleving van het christelijk geloof. Dat heeft ook betekenis voor ons land. We kunnen in Nederland wel leven alsof er geen God is, maar de werkelijkheid is dat Hij regeert en dat het ons alleen maar goed gaat als we in Zijn wegen wandelen en naar Zijn boodschap luisteren. Dat is ook de lijn van Groen van Prinsterer, door wie ik me tot op de dag van vandaag geïnspireerd voel.”
Het christelijk getuigenis wil Van der Staaij „voluit” laten klinken. „Ook op punten waarin wij de tijdgeest tegen hebben, zoals bij abortus en het homohuwelijk, gaan wij niet schipperen, maar blijven wij een Bijbelse koers varen.”
Dat de SGP geen water bij de wijn doet maar zichzelf blijft en vasthoudt aan haar uitgangspunten, spreekt ook mensen buiten de traditionele achterban aan, merkt Van der Staaij als hij op straat campagne voert.
Spreken kiezers u dan ook aan op de manier waarop de SGP zich de afgelopen jaren heeft verhouden tot het nu demissionaire kabinet?
„Onze constructieve houding, die op zich niet nieuw was, is nu meer mensen opgevallen. Velen spreken ook hun waardering uit voor de SGP-standpunten op terreinen waarop wij voorheen minder snel in beeld kwamen, maar die recent in de schijnwerpers stonden, zoals alleenstaande ouders en onderwijsbeleid.”
Hoopt u dat de gedoogrol van de SGP u bij de verkiezingen weer eens een derde Kamerzetel oplevert?
„De verkiezingsdatum valt dit jaar samen met mijn verjaardag. Een derde kaarsje op de taart sla ik niet af.
Die derde zetel zou een forse verlichting van de werkdruk betekenen voor mijn collega Dijkgraaf en voor mezelf en we zouden veel baat hebben bij de onderwijsexpertise die Bisschop kan inbrengen. Bovendien gaat die zetel dan niet naar een andere partij. Maar wij verwachten die derde zetel niet zozeer binnen te halen wegens onze rol jegens het kabinet-Rutte. De SGP zit namelijk al jaren in de lift qua stemmenaantal. Daaruit blijkt al langer brede waardering voor onze visie en voor onze stijl van politiek bedrijven.”
Kijkt u ernaar uit om na de verkiezingen opnieuw een stille gedoogpartner van een kabinet te worden?
„Voorop staat dat wij altijd een constructieve rol willen spelen, maar dat wij ook geloofwaardig willen blijven. Ik ben een verklaard tegenstander van gretigheid op regeringsdeelname, want daarmee begint vaak al de verwatering. Van machtsvorming moeten wij het niet verwachten; het gaat er uiteindelijk om dat we anderen op inhoudelijke gronden kunnen overtuigen en zo echt blijvende veranderingen kunnen bewerkstelligen. Wij zijn steeds alert op iedere mogelijkheid die zich daartoe aandient. En ook in andere kabinetsperiodes hebben wij zaken voor elkaar weten te krijgen, zoals uitstapprogramma’s voor prostituees en verbeteringen op het terrein van de palliatieve zorg.”
Behalve voor een voluit christelijk geluid staat de SGP volgens Van der Staaij voor een economisch daadkrachtig en sociaal solide beleid.
Wat bedoelt u daarmee?
„Onder economisch daadkrachtig verstaan wij ruimte bieden voor ondernemers: een lagere belasting op arbeid, werkgevers niet opzadelen met loondoorbetaling bij ziekte en het terugdringen van doorgeschoten milieuregelgeving en Europese richtlijnen. We willen ook de overheidsfinanciën gezond maken. Dat kan door fors minder geld te betalen aan Europa, door de overheidsbureaucratie in te perken en door minder geld naar de grote steden door te sluizen.
Sociaal solide betekent onder meer dat wij mantelzorgers, die heel belangrijk, maar niet-betaald werk verrichten, fiscaal niet langer afstraffen. We willen ook voorkomen dat chronisch zieken en gehandicapten door een stapeling van maatregelen in de problemen komen. Daarnaast hebben we oog voor de positie van gezinnen: we willen een gezinsvriendelijker belastingstelsel en het kindgebonden budget en de kinderbijslag verhogen.”
Een ander speerpunt van de SGP is: Voor Israël. Zijn jullie ook wel eens tegen Israël?
„Liefde hebben voor Israël betekent niet dat je automatisch alles goed vindt wat dat land doet. De wereldwijde realiteit is echter dat Israël steeds onder vuur ligt en in de beklaagdenbank wordt gezet. Dat is zo uit balans geraakt dat er meer dan ooit een stevig pro-Israëlpleidooi nodig is.
Uiteraard hebben wij ook oog voor de Palestijnen; in het bijzonder ook voor christelijke Palestijnen en voor andere christenen in de Arabische wereld die lijden onder islamitisch geweld. Bij seculiere partijen doet men er nog wel eens het zwijgen toe als het gaat over christenvervolging. Uit een doorgeslagen gelijkheidsdenken willen ze dan niet opkomen voor onderdrukte christenen. Ik heb wel eens gekscherend gezegd tegen anderen: „Het lijkt wel alsof jullie alleen in actie komen als er zowel bij een kerk als bij een moskee een bom ontploft.””
Zijn voor de SGP niet alle godsdiensten gelijk?
„Wij schromen niet om het christendom een duidelijke voorkeurspositie te geven, al was het maar omdat ons land daardoor vanuit de historie is gestempeld. Dat zie je bijvoorbeeld terug in ons volkslied, de kerken in ons land, de positie van de zondag, de eedsformule. Alle secularisatie van de afgelopen decennia kan dat niet uitwissen. We hopen op en bidden voor een herleving van het christendom.
Wij beschouwen het ook niet als achterstelling van andere godsdiensten als onze wetgeving doordesemd is en blijft van christelijke waarden en beginselen. De vrijheden die in Nederland gelden, moeten niet automatisch tot een soort gelijkheid van godsdiensten aanleiding geven, zodat andere religies net zo’n positie en net zo veel invloed krijgen als het christendom.”
In de Volkskrant stelde u onlangs voor vrijheid van godsdienst te zijn. Zouden uw voorgangers dat ook zo hebben gezegd?
„In het verleden ging de discussie vaak over gewetensvrijheid versus godsdienstvrijheid. Het actuele dispuut is veel meer of er überhaupt nog ruimte wordt geboden aan religie in het publieke domein, aan mensen die het klassieke christelijke geloof belijden en daar uiting aan willen geven. Dat komt steeds meer in het gedrang: je mag vinden wat je vindt, zolang je het maar met de seculiere meerderheid eens bent. Er wordt veel vrijheid gepredikt, maar wee je gebeente als je die vrijheid op een christelijke manier invult.
Sommige seculiere partijen willen ook af van het grondwettelijk recht op godsdienstvrijheid. De vrijheid van meningsuiting zou gelovigen afdoende beschermen. Daartegenover bepleiten wij de klassieke vrijheidsrechten, al is de vrijheid van godsdienst net als andere grondwettelijke rechten niet onbegrensd.”
De drie christelijke partijen zullen bij de komende verkiezingen waarschijnlijk samen opnieuw zetels inleveren. Wat betekent dat voor u?
„Wij moeten ook dan niet krampachtig in het defensief raken, maar blijven staan voor onze uitgangspunten. Achter alles zit een geestelijke strijd. We weten dat het moeilijker kan worden voor christenen in Nederland. Tegelijkertijd bemoedigt ons de Bijbelse boodschap dat de tegenkrachten niet het laatste woord zullen hebben. De zaak van Christus is een gestreden en een overwonnen zaak. We moeten niet alleen naar beneden kijken, naar de gebrokenheid en de moeilijkheden, maar juist ook omhoog zien. God heeft uiteindelijk alles in Zijn hand. Dat geeft rust en steun.”
Vlak voor de vorige Kamerverkiezingen, in 2010, sprak de Hoge Raad uit dat de staat „passende maatregelen” moet nemen om de SGP te dwingen vrouwen op haar kieslijsten te zetten. Een beroep daartegen door de SGP bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens liep onlangs op niets uit.
Is dit nu dus de laatste keer dat de SGP met een kieslijst met louter mannen aantreedt?
„De discussie over de gevolgen van de uitspraken van de Hoge Raad en het Europees Hof gaat nu komen. Wat betekent dat nu precies? Het is helemaal niet zo eenduidig dat er op de volgende lijst nu van alles en nog wat moet veranderen.”
Zou u bij de volgende verkiezingen een lijst –met daarop uw vrouw onderaan als lijstduwer– willen aanvoeren?
„Ik weet één ding: ook de huidige SGP-lijst is geen mannenzaak, maar het is een zaak waar heel veel vrouwen van harte en biddend achter staan. Als de SGP ergens toekomst door heeft, is het wel daardoor. Dat onze zaak breed gedragen wordt door mannen én vrouwen die de SGP en haar uitgangspunten een warm hart toedragen.”
Dit is de laatste aflevering in een serie van drie interviews met de lijsttrekkers van de christelijke partijen.
Kees van der Staaij
Geboren: 12 september 1968 te Vlaardingen
Opleiding: vwo, Van Lodenstein College te Amersfoort, studie Nederlands recht, Rijksuniversiteit Leiden
Loopbaan: jurist bij afdeling bestuursrechtspraak bij de Raad van State (1992 tot 1998); Tweede Kamerlid voor de SGP (1998 tot heden)
Kerkelijke gezindte: Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland
Gezinssituatie: Gehuwd, één zoon en één dochter
Wetenswaardigheden: Van der Staaij kwam in 1998 in de Tweede Kamer als jongste Kamerlid van de oudste politieke partij. Hij was de eerste oud gereformeerde lijsttrekker ooit. Toen hij in 2010 het partijleiderschap overnam van Van der Vlies publiceerde hij het boekje ”Woord houden” waarin hij zijn visie gaf op actuele thema’s en op christelijke politiek.
Buma (CDA) over Van der Staaij
„Met hem is er een bijzondere verwantschap. We zijn beiden jurist en hebben allebei bij de Raad van State gewerkt. In het debat kan hij het verschil maken.”
Slob (CU) over Van der Staaij
„Zijn onderkoelde humor doet met grote regelmaat een glimlach om mijn lippen krullen. Kees is met zijn 43 jaar een van de meest ervaren Kamerleden. Hij heeft een steile leercurve gehad.”