Buitenland
Overlevende Utoya denkt nog elke dag aan 22 juli

SARPSBORG – Noorwegen herdenkt zondag de aanslagen in Oslo en op het eiland Utoya, waarbij vorig jaar 77 mensen om het leven kwamen. De 18-jarige scholier Sverre Saevarang overleefde de aanslag. „Het zal me altijd bijblijven.”

Neline Floor
20 July 2012 23:21Gewijzigd op 14 November 2020 22:16
Breivik. Foto EPA
Breivik. Foto EPA

Sverre was een jaar geleden op het eiland Utoya voor een zomerkamp van de jongerenafdeling van de Noorse Arbeiderspartij (AUF) toen Anders Breivik er een bloedbad aanrichtte. Dat is een jaar geleden, maar Sverre Saevarang, leider van de AUF in Sarpsborg, herinnert het zich nog als de dag van gisteren.

„We waren in het hoofdgebouw bij elkaar om te praten over de aanslag eerder die dag in Oslo. Plotseling hoorden we buiten schieten. Iedereen raakte in paniek.” Sverre dook weg achter een prullenbak. Toen Breivik het gebouw binnenkwam, vluchtte hij richting de toiletten. „De jongen die achter mij aan rende, werd geraakt en viel op de grond. Ikzelf verstopte me samen met vijf anderen in een van de toiletten. De jongen die achter me aan was gelopen, leefde nog en riep om hulp. Toen hoorden we nog een schot. Daarna was het stil.”

Het was heet en er was weinig zuurstof in het toilethokje, herinnert Sverre zich. „Maar we konden niet anders dan blijven wachten. Nog lange tijd hoorden we Breivik schieten. Pas na twee uur besloten we om naar buiten te gaan. Maar toen we die jongen daar doodstil zagen liggen, raakten we in paniek en vluchtten we weer terug.”

Een uur later verlieten ze opnieuw hun schuilplaats. Inmiddels was de politie gearriveerd. „We verzamelden ons in de groepsruimte van het hoofd­gebouw. Er lag een meisje op 
de grond. Ze bloedde en vroeg om hulp. We deden wat we konden. Al snel kwam er een politiehelikopter om haar mee te nemen. Later hoorden we dat ook zij het niet had gered.”

Sverre herinnert zich dat er cola en snacks uitgedeeld werd. „Maar ik was in shock en kon niets eten en drinken. Toen de politie besloot dat we het eiland konden verlaten, zagen we op weg naar de boot overal lichamen van kinderen. Dat was heel zwaar. Ik zal het nooit vergeten, al die dode lichamen en de angst in de ogen van degenen die het overleefd hadden.”

„Ik denk elke dag nog aan 22 juli”, zegt Sverre. „Het zal altijd met me meegaan. Maar ik ben nog steeds een gewone tiener. Ik heb het overleefd en probeer mijn leven weer op te pakken.”

Sverre krijg psychologische hulp om het trauma te verwerken. „Sommige docenten op school zijn ook tot steun. Maar ik heb op Utoya veel vrienden verloren en die krijg je daar niet mee terug. Ik mis ze nog elke dag. Het is nog steeds moeilijk voor te stellen dat ik ze nooit meer terug zal zien.”

Morgen hoopt Sverre weer op het eiland Utoya te zijn. De aanslagen worden dan op verschillende manieren herdacht. Zo is er een kranslegging, zijn er herdenkingsdiensten en houdt de Noorse minister-president Jens Stoltenberg een toespraak. Ook is er een besloten bijeenkomsten voor overlevenden, nabestaanden en andere betrokkenen. „Ik zie ernaar uit om daar samen met vrienden en mensen van de AUF bij aanwezig te zijn”, zegt Sverre.

Ondertussen volgt hij het proces tegen Anders Breivik op de voet. „Die 22 juli is niet meer terug te draaien, maar als Breivik een gevangenisstraf krijgt, helpt dat wel. Hij zal wel 21 jaar krijgen. Dat is de hoogste straf die je in Noorwegen kunt krijgen. Ik word soms bijna gek van Breivik. Ik vind hem verschrikkelijk. Hij probeert zich sterk te houden, maar ik denk dat hij iets verbergt en dat hij op een gegeven moment zal instorten.”

Sverre kan bijna niet wachten tot het proces afgerond is. „Ik vind het moeilijk om me op andere dingen te concentreren. Alles was ik doe, gaat langzamer dan voor de aanslag. In mijn gedachten ben ik de hele tijd met de rechtszaak bezig. Het voelt alsof mijn hoofd wel 1000 kilo weegt, zo zwaar is het.”


„Kerk van Noorwegen speelt grote rol bij verwerking”

BORG – De Kerk van Noorwegen herdenkt zondag tijdens de dienst de aanslagen met een speciale liturgie. „Het is belangrijk dat we als kerk troost bieden aan de slachtoffers”, aldus de lutherse bisschop Atle Sommerfeldt.

Sinds hij in januari is aangetreden als bisschop van Borg, heeft Sommerfeldt zich ingezet voor de overlevenden en de nabestaanden. „De kerk speelt een belangrijke rol in het genezingsproces van Noorwegen”, stelt hij. „Niet alleen net na de aanslagen, maar ook nu hebben de slachtoffers veel behoefte aan een gesprek. Over hun verdriet, maar bijvoorbeeld ook over hoe ze het proces tegen Breivik ervaren.”

De bisschop ging zelfs met de overlevenden mee naar de rechtzaal om het proces samen met hen mee te maken. „Zo kon ik laten zien dat de kerk er voor hen is.”

Zondag hebben alle kerken in Noorwegen een speciale liturgie met gebeden en liederen waarin ze de aanslagen van een jaar geleden herdenken, vertelt Sommerfeldt. Zelf zal hij preken uit Mattheus 5. „Jezus zegt daar: Zalig zijn de treurenden, want zij zullen vertroost worden. En even later: Zalig zijn de vreedzamen. Ik wil de mensen meegeven dat Jezus degenen die verdriet hebben zegent. Maar ik wil ook duidelijk maken dat we geen intolerante ideologieën mogen toelaten zoals die van Anders Breivik.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer