Genieten van het Zeeuwse onderwaterleven
DEN OSSE – Elke zomer wordt Zeeland overspoeld met toeristen die naar de provincie komen om te genieten van zon, zee en zand. Maar niet alleen de stranden zijn populair. Ook de flora en fauna op de bodem van het Grevelingenmeer en de Oosterschelde trekt jaarlijks duizenden bezoekers.
Een kleine parkeerplaats, twee Dixitoiletten, een kale dijk en een houten vlonder met een trap die uitkomt in het water. Veel meer is het niet, de duikstek Nieuwe Kerkweg even buiten Scharendijke. Maar voor Teun Schoemaker van Duikcentrum de Grevelingen is het meer dan genoeg.
„Ik heb hier inmiddels al meer dan 2000 duiken gedaan”, zegt de duikinstructeur, „maar elke keer heb ik weer dat wowmoment. Of je nu een klein krabbetje ziet of een grote kreeft, het is altijd weer mooi. En hoe meer ervaring je hebt, hoe minder je met jezelf bezig bent. Dan zie je net die ene zeeanemoon waaraan je anders voorbij was gezwommen omdat je te veel op je ademhaling lette.”
Schoemaker werkte jaren als duikinstructeur in Egypte, in helder, warm water waar tropische vissen in prachtige kleuren zwemmen. Toch vind hij duiken in Zeeland net zo goed mooi. „Je hebt hier kreeften, daar zitten echt zulke grote jongens bij.” Hij houdt zijn handen ruim 50 centimeter uit elkaar. In een gids over het onderwaterleven in de Zeeuwse wateren wijst hij nog meer dieren aan die in de regio te zien zijn: zeeanemonen, Noordzeekrabben, zeesterren, af en toe een verdwaald zeepaardje.
De grootste publiekstrekker is de sepia, vertelt hij. „Dat is een inktvisachtig dier dat begin mei naar de Oosterschelde komt om zijn eitjes af te zetten. Als de eerste gesignaleerd is, verspreidt dat nieuws zich razendsnel via sociale media. Duikers komen dan massaal naar de Oosterschelde om ze te spotten.”
Duiken is niet helemaal zonder risico. Elk jaar gebeuren er in Nederland duikongevallen, soms met de dood tot gevolg. Toch is duiken volgens Schoemaker een veilige sport. „Het gaat bij die incidenten om nog geen promille van het totaalaantal duikbewegingen. Wie een duikbrevet heeft gehaald, weet precies wat hij moet doen om niet in de problemen te komen. Als het al misgaat, komt dat vrijwel altijd doordat duikers zich niet aan de regels hebben gehouden.”
In de Oosterschelde is het bijvoorbeeld belangrijk om op de getijden te letten, vertelt Schoemaker. „Er kan alleen gedoken worden in de kentering, de periode waarin eb op zijn dieptepunt of vloed op zijn hoogtepunt is. Ga je buiten de kentering duiken, dan loop je kans dat je door de stroming wordt meegevoerd.”
In de Grevelingen hebben duikers daar geen last van omdat het geen open water is. „Hier kan dus op elk moment van de dag gedoken worden”, zegt Schoemaker. De keerzijde is dat er wel minder te zien is. „Stroming brengt voedsel mee. Denk aan anemonen, die alleen maar met hun tentakels wuiven in de hoop dat er iets langskomt. Hoe meer stroming, hoe bonter het leven onder water.”
Toch is de flora en fauna ook in het Grevelingenmeer zo rijk dat er ’s zomers dagelijks honderden duikers op af komen. Duikcentrum de Grevelingen is in de afgelopen jaren uitgegroeid van een boerenbedrijf waar duikers hun zuurstofflessen konden vullen tot een professioneel ogend centrum waar mensen terechtkunnen voor duikpakken, accessoires, boeken en duikcursussen.
De gemeente Schouwen-Duiveland en de provincie Zeeland hebben de laatste jaren veel gedaan om het toerisme in de regio te stimuleren, vertelt Schoemaker. „Er zijn veel fietspaden aangelegd, maar ook trappetjes en steigers die het voor duikers makkelijker maken om het water in en uit te gaan.”
De komst van al die toeristen is goed voor de economie op het eiland, stelt Schoemaker. „Schouwen-Duivenland heeft zo’n 32.000 inwoners. ’s Zomers lopen er bijna tien keer zo veel mensen rond. Daar moeten wij van leven. Dat zit hem natuurlijk niet alleen in de duik. Al die toeristen moeten ook ergens verblijven, hun boodschappen doen en een biertje drinken op een terras.”
Dit is het slot in een serie over Zeeland en het water. De provincie heeft 2012 uitgeroepen tot Jaar van het Water.