Buitenland
Sinds de revolutie rijden Tunesiërs massaal door rood

TUNIS – Sinds de revolutie van vorig jaar ruiken de Tunesiërs de vrijheid. Stoplichten worden massaal genegeerd en voetgangers op zebrapaden hoeven geenszins te rekenen op voorrang. De Tunesiërs benutten hun vrijheid echter het meest om te demonstreren voor werk.

Mark Wallet
Foto EPA
Foto EPA

Het werd een lezer van de landelijke krant La Presse de Tunisie onlangs te bont. Hij deed in een ingezonden brief een hartstochtelijke oproep aan zijn landgenoten toch vooral halt te houden bij rood licht, om zo te laten zien dat Tunesië een werkelijk beschaafd land is. Of het geholpen heeft? De politie is volgens berichten in ieder geval weer strenger op gaan treden tegen allerhande vrijgevochten gedrag.

Waar voorheen de orde nauwlettend werd gehandhaafd, gingen Tunesiërs na de revolutie optimaal hun vrijheid benutten. De revolutie werkte, dus waarom zouden protesten op andere terreinen dan ook niet werken? Dus betoogden werkloze Tunesiërs wekenlang voor het ministerie van Financiën in de hoofdstad Tunis. En dus staakten werknemers van grote bedrijven massaal in een actie om meer loon.

Onderweg kan een automobilist op de Tunesische wegen naar verluidt zomaar op een wegblokkade stuiten. Werkloze jongeren houden het verkeer regelmatig een tijdje tegen om zo aandacht te vragen voor hun probleem.

Het grootste probleem waar Tunesië nu mee kampt is een gebrek aan regulering, aldus Howard Jones, een Brit die voor ontwikkelingsorganisatie l’Association de Coopération en Tunisie (ACT) in het land werkt. „Voorheen was alles gereguleerd, maar nu lijkt het hek van de dam. Daarbij komen de instabiliteit in de Europese markten en de stijgende prijzen voor voedsel. Het maakt dat mensen het heft in handen willen nemen.”

Werkloosheid is in Tunesië dan ook een reëel probleem. Zo’n 19 procent van de bevolking heeft geen werk. „Er zijn dorpen zonder mannen, omdat die allemaal naar de stad zijn getrokken om daar werk te zoeken”, zegt Jones in het kantoor van zijn organisatie in een buitenwijk van Tunis. „Vrouwen en kinderen blijven achter in zeer basale huizen, vaak zonder meubels. Ze hebben net genoeg te eten.”

Volgens Jones ondergaan de meeste Tunesiërs de wegblokkades van werkloze jongeren dan ook gelaten. „Ze begrijpen het wel en hebben zelf soms ook al actiegevoerd. Mensen gaan even met elkaar praten en maken er het beste van. En na een tijdje laten de jongeren het verkeer wel weer door.”

ACT is een christelijke ontwikkelingsorganisatie in het islamitische Tunesië. „We maken geen geheim van onze identiteit”, stelt Jones. „We zijn officieel als zodanig geregistreerd en dat is geen probleem.” Wat overigens helpt is dat de wortels van ACT in Zweden liggen. Zweden was het eerste land dat het onafhankelijke Tunesië in 1956 erkende en dat levert nog altijd veel krediet op.

De organisatie van Jones werkt onder meer onder ongetrouwde moeders. „We proberen er te zijn voor de meest kwetsbare groepen”, aldus Jones. Daarbij wordt altijd samengewerkt met bestaande, lokale Tunesische organisaties. „Die struikelen eigenlijk nooit over onze christelijke identiteit. Omdat we hier al sinds 1982 zijn, hebben we inmiddels ook een reputatie opgebouwd.”

De gemiddelde Tunesische moslim is volgens Jones gematigd. „Mensen houden hier niet van extremiteiten. De meeste Tunesiërs hebben er geen enkele behoeften aan zich uit te spreken over het doen en laten van anderen. Ook de staat doet dat niet.”

Jones heeft de indruk dat er „al met al” meer vrijheid is sinds de revolutie. „Iedereen praat nu over politiek. Dat gebeurde voordien nauwelijks. De bewegingen van de regering worden kritisch gadegeslagen. De revolutie was een sociale revolutie en de mensen willen dat vertaald zien in een gedegen economisch beleid en werkgelegenheid. Als de regering dat niet kan bieden, zullen de coalitiepartijen dat bij de verkiezingen van volgend jaar zeker merken.”

Dit is het derde en laatste deel in een drieluik over Tunesië na de revolutie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Tunesië

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer