Handboek van de Reformatie herzien
BARNEVELD – De geschiedenis van de Reformatie is volgens Huib Noordzij een spiegel voor gereformeerde protestanten van vandaag: waar gaat het om, wat is de kern van gereformeerd kerk-zijn? Van zijn ”Handboek van de Reformatie” verscheen afgelopen maand bij uitgeverij Kok een tweede, herziene druk.
Noordzij (52), in het dagelijks leven werkzaam in de financiële sector, is van oorsprong geen historicus. Zijn brede kennis van de kerkgeschiedenis van de zestiende en de zeventiende eeuw is gegroeid doordat hij zich jarenlang met het onderwerp bezighield. „Je leest eens een biografie van een predikant, een herdenkingsboek van de Dordtse Synode, een boek over de kerkelijke tucht of over de reformatie in een bepaalde stad. Allemaal stukjes van een grote legpuzzel die langzamerhand steeds meer vorm krijgt. Zo is mijn boek ontstaan.”
De eerste druk van zijn ”Handboek van de Reformatie”, verschenen in 2003, werd lovend ontvangen. De auteur mocht dan amateurkerkhistoricus zijn, hij had een uiterst leesbaar en grondig gedocumenteerd overzichtswerk geschreven, dat een goed en gereformeerd beeld gaf van de geschiedenis van de Reformatie in de Nederlanden. Zijn handboek was een mooie synthese van de bestaande literatuur, met zowel een chronologisch als een thematisch deel, en veel aandacht voor regionale kerkgeschiedenis.
Enige kritiekpunt van sommige lezers was dat de eenheid in het gereformeerde belijden wel heel nadrukkelijk centraal werd gezet. „Het beeld dat veel historici hebben is dat de Gereformeerde Kerk in de zestiende eeuw heel pluriform was, terwijl alles pas met de Dordtse Synode confessioneel dichtgetimmerd is. Ik geloof daar niet in. Natuurlijk waren er wel verschillen tussen predikanten, maar men koos duidelijk voor confessionele en kerkordelijke structuren. Dat kun je afleiden uit de kerkelijke besluitvorming, en ook uit de omgang met dissidenten. Men was niet zo tolerant ten opzichte van andersdenkenden. Er werden wel pogingen gedaan om hen te overtuigen, maar als dat niet lukte, werden er kerkelijke maatregelen genomen. Die gedragslijn is al veel eerder dan in 1618-1619 zichtbaar.”
Ook na de verschijning van zijn boek in 2003 bleef de Barneveldse auteur doorgaan met lezen, aantekeningen maken en pogingen doen om de verschillende stukjes informatie in één groot kader te plaatsen. Dat betekent dat nu, bij de tweede druk, zijn handboek op tientallen plaatsen is uitgebreid met nieuwe informatie. „Ik heb bijvoorbeeld iets over ziekentroosters toegevoegd, naar aanleiding van het boek van Johan de Niet. En over de classis Gorinchem, dankzij de uitgave van de classicale acta door A. J. Verschoor.”
Maar de wijzigingen in de nieuwe versie van het ”Handboek van de Reformatie” gaan verder dan dat: er zijn nieuwe hoofdstukken over de thema’s ”onderwijs” en ”kerk en overheid”, nieuwe paragrafen over begrafenispraktijken en over het beheer van de kerkelijke goederen. Aan het eind van het boek is zelfs een compleet nieuw deel toegevoegd over de ”gedoogde kerken”.
„De directe aanleiding daarvoor was dat een journalist van de Barneveldse Krant mij in 2003 vroeg naar de lutheranen tijdens de zestiende eeuw. Ik probeerde hem uit te leggen dat die lutheranen in de Nederlanden niet zo’n belangrijke rol speelden, maar hij bleef doorvragen. Toen dacht ik: als dat voor hem een vraag is, is dat misschien ook voor andere lezers zo. Vandaar dat ik een hoofdstuk over de lutheranen heb toegevoegd, en meteen ook maar over de remonstranten, de dopersen en de rooms-katholieken.”
In de nieuwe uitgave is veel recente literatuur verwerkt, de inhoud van de hoofdstukken is verrijkt met nieuwe informatie, maar veranderde inzichten in de geschiedenis van de Reformatie levert dat niet op. „Je kunt zeggen dat het bestaande beeld is gehandhaafd en verdiept.”
Noordzij, zelf gereformeerd vrijgemaakt, schreef zijn handboek vanuit een gereformeerd perspectief. „Ik heb daar niet heel bewust voor gekozen. Maar het is duidelijk dat dit boek vooral bedoeld is voor mensen die lid zijn van een van de protestantse kerken en die belangstelling hebben voor kerkgeschiedenis en voor hun eigen wortels.”
Intussen heeft het werk geen kerkpolitiek doel. „Ik heb het niet geschreven met het oog op een grotere eenheid in de gereformeerde wereld van vandaag. Al kun je achteraf wél denken: vroeger zaten we allemaal met elkaar in de kerk, dat lukt vandaag niet zomaar meer. In dat opzicht is de geschiedenis van de Reformatie een spiegel voor gereformeerde protestanten vandaag. Waar gaat het om, wat betekent het om gereformeerde kerk te zijn?”