DEN HAAG – Het Kamerdebat van donderdagmiddag over de missie naar Uruzgan (2006-2010) zal worden overschaduwd door de onderhandelingen die achter de schermen gaande zijn tussen kabinet en oppositiepartijen over de lopende politietrainingsmissie in Kunduz.
Het kabinet wil de opzet van die missie dusdanig aanpassen dat de politietrainers meer te doen krijgen. Ze hebben nu nog weinig werk. Al enkele maanden zijn ministers in conclaaf met oppositiefracties om voldoende steun te verwerven in de Kamer voor een breder mandaat.
Die gesprekken hebben echter nog niet tot een doorbraak geleid. Ook een recent bezoek van fractievoorzitters aan Kunduz heeft nog geen schot in de zaak gebracht. Eerst wordt nu het congres zaterdag van GroenLinks afgewacht. Een deel van die partij heeft grote moeite met de missie. Een besluit over uitbreiding van de missie kan daarna naar verluidt nog enkele weken op zich laten wachten.
Tijdens het debat donderdagmiddag spreekt de Kamer met enkele bewindslieden over de kabinetsevaluatie van de Uruzganmissie. Die missie kostte 25 militairen het leven en slokte bijna 2 miljard euro belastinggeld op.
De geboekte vooruitgang in Uruzgan is volgens het evaluatiedocument „fragiel” en „niet onomkeerbaar.” De verbetering van het lokale bestuur verliep „moeizaam” en leverde „bescheiden resultaten” op. Het is niet gelukt de invloed van informele machthebbers te beperken.
