DEN HAAG – De meeste fractievoorzitters uit de Tweede Kamer zijn donderdagnacht teruggekeerd van een vierdaags bezoek aan Afghanistan. „We hebben de Nederlandse militairen en politieagenten een hart onder de riem gestoken.”
Het was voor het eerst dat de fractievoorzitters de politietrainingsmissie in Afghanistan gezamenlijk bezochten. Alleen PVV-leiders Wilders kon om veiligheidsredenen niet mee. CU-fractievoorzitter Slob was op het laatste moment verhinderd en liet zich vervangen door Kamerlid Voordewind.
SGP-fractievoorzitter Van der Staaij heeft de reis positief ervaren, zei hij vanochtend. „Groen licht geven voor een missie is één ding. We wilden nu als fractievoorzitters onze belangstelling tonen voor het werk dat gebeurt en de militairen en politiemensen ter plekke steunen door onze waardering daarvoor uit te spreken.”
Onder anderen Sap (GroenLinks) en Voordewind toonden zich na afloop „trots” op de Nederlandse inzet. Van der Staaij deelt hun enthousiasme. Hij noemt het „opvallend hoe positief de missie op dit moment uitpakt. De Nederlandse militairen en politiemensen geloven er echt in. Ze merken dat de training van de Afghanen aanslaat. Ook in de internationale gemeenschap is er veel waardering voor.”
Voor de SGP’er vormde de reis een „krachtige bevestiging” van de positieve indruk die hij al had over de missie in Afghanistan. Hij toont zich voorstander van een flexibele inzet van de Nederlanders, ook buiten Kunduz. Het is de vraag of VVD en CDA hiervoor de komende tijd voldoende steun in de Kamer krijgen, aangezien gedoogpartner PVV ertegen is.
Op onderdelen ziet Van der Staaij verbeterpunten. Als voorbeeld noemt hij de inzet van de vier Nederlandse F-16’s die in het noorden van Afghanistan zijn gestationeerd. „Deze mogen alleen bondgenoten die in nood verkeren te hulp schieten wanneer ze al in de lucht zijn. Als ze op de grond staan, mogen ze niet opstijgen om te helpen. Dat is een onzinnige beperking. Ik zal binnenkort dan ook pleiten voor meer armslag voor de inzet van met name de F-16’s.”
Bijzonder was voor Van der Staaij ook een ontmoeting met president Karzai. „Namens de delegatie heb ik aandacht gevraagd voor de benarde positie van (bekeerde) christenen in Afghanistan. Ik merkte dat het ruimte bieden aan afval van de islam een hypergevoelig punt is. De positie van bekeerlingen is de laatste jaren zeker niet verbeterd. Het is belangrijk onze zorg daarover naar voren te blijven brengen. Ik merkte dat daar goed naar werd geluisterd.”
