Aardlagen, monumenten van wereldwijde zondvloed
Vrijwel niemand staat erbij stil, maar de bodem waarop wij leven is opgebouwd uit enorm dikke pakketten versteend sediment met daarin talloze fossielen. Hoe komen die daar? Door talloze overstromingen, of gaat het hier om een ‘monument’ dat herinnert aan een eenmalige wereldwijde vloed?
Het is opvallend dat overal op de wereld vergelijkbare pakketten sediment worden aangetroffen, van Europa tot Australië. Volgens de Britse geoloog Derek Ager gaat het om honderdduizenden vierkante kilometers aardoppervlak.
Seculiere en creationistische wetenschappers zijn het er in grote lijnen over eens: deze dikke sedimentpakketten zijn gevormd door watervloeden. Maar hoe uitzonderlijk waren deze; en hoe lang heeft het water erover gedaan? Daarover lopen de meningen sterk uiteen.
In de aardlagen liggen miljarden vissen begraven, soms duizenden meters boven de huidige zeespiegel. Het gaat om duizenden soorten vissen tot 1,5 meter lengte. De Australische geoloog Andrew Snelling telde aan het oppervlak van 2 vierkante meter rotsformatie soms wel 114 vissen, sommige met hun prooi nog in hun bek. Andere fossielen toonden een halfgebaard jong. Dat wijst op een plotselinge begraving onder het sediment. Ook zijn aardpakketten van duizenden meters dik soms sterk geplooid zonder te barsten. Dat moet zijn gebeurd toen ze nog zacht en kneedbaar waren, voordat er verstening optrad.
Het is dus onwaarschijnlijk dat deze sedimentpakketten stukje bij beetje gedurende miljoenen jaren zouden zijn opgebouwd. Ook sommige seculiere geologen keren zich af van het principe van geleidelijkheid. „De aardpakketten zijn zeer snel en bij vlagen afgezet”, aldus Derek Ager.
Spooktijd
Die snelle vorming van de aardlagen maakt het voor seculiere wetenschappers noodzakelijk om lange perioden tussen de afzonderlijke aardlagen te veronderstellen. De miljoenen jaren zouden anders verschrompelen tot perioden van dagen, weken of maanden.
Als de afzonderlijke lagen snel zouden zijn gevormd met tussenpozen van miljoenen jaren zou er tussen de sedimentpakketten volop langzame erosie en verwering te zien moeten zijn. Dat is echter niet het geval; in de onderste aardlagen (paleozoïcum) is totaal geen of alleen uiterst snelle erosie door stromend water te bespeuren, aldus Andrew Snelling. Dat maakt lange perioden van ‘spooktijd’ tussen de afzonderlijke aardlagen onwaarschijnlijk.
Hij berekende dat er slechts 8,4 maanden nodig waren om de gemiddeld 700 meter dikke aardlagen van het zogeheten paleozoïcum en mesozoïcum te vormen. Beide aardlagen zijn volgens hem grotendeels opgebouwd tijdens de zondvloed, zo schrijft hij in zijn boek ”Earth’s Catastrophic Past” (2009).
Verhoogd
Snelling maakte ook deel uit van het zogeheten RATE-team, dat in de jaren 90 onderzoek deed naar veelgebruikte radiometrische dateringsmethoden. Seculiere geologen proberen met behulp van deze methoden de leeftijd van de aardlagen te achterhalen. Ze dateren deze op 500 à 600 miljoen jaar oud.
Het RATE-team vond echter aanwijzingen dat deze schijnbare 500 à 600 miljoen jaar van radioactief verval in een paar dagen tot weken moet hebben plaatsgehad bij verhoogde temperaturen in relatief zacht gesteente. Dat zou dus gebeurd kunnen zijn binnen de 371 dagen van de zondvloed.
Ook deed het RATE-team onderzoek naar de verhouding tussen koolstof 12 en koolstof 14 in fossiele resten van planten en dieren in de aardlagen. Deze zouden miljoenen jaren oud moeten zijn, evenals de aardlagen. Uit koolstofdatering van deze fossiele resten volgt echter een leeftijd van hooguit 60.000 jaar.
Snelling concludeert uit al deze gegevens dat er geen miljoenen jaren nodig zijn geweest voor de vorming van de aardlagen. De oorzaak is volgens hem de Bijbelse zondvloed geweest.
Lees ook:
„Aarde geen miljarden jaren oud”
„Koolstofdatering wijst op jonge aarde”
Ark van Noach
De industrie stond in de oude wereld op een hoog peil. Dat blijkt uit de summiere Bijbelse gegevens. Zo was Tubal-Kaïn er een leermeester van alle brons- en ijzerbewerkers. Ongetwijfeld kwam het gereedschap om de ark te maken uit zijn smederijen. Ook moet Noach beschikt hebben over voldoende technische vaardigheden en middelen om een groot zeewaardig schip te bouwen.
De ark moest worden gebouwd van goferhout en had de afmetingen van een zeeschip: 135 meter lang, 22,5 meter breed en 13,5 meter hoog.
Door deze verhouding lag de ark bijzonder stabiel op het water, ontdekte de Nederlander Peter Janssen rond 1621 toen hij een nagebouwd arkmodel testte. Zelfs monstergolven van 30 meter hoogte konden het vaartuig niet laten kapseizen, zo bleek uit onderzoek van het Zuid-Koreaanse Research Institute of Ships and Engineering.
Noach moest de ark vanbinnen en vanbuiten bedekken of impregneren met taai, lijmachtig materiaal om hem waterdicht te maken en te beschermen tegen rot.
De ark kreeg drie dekken met een totale oppervlakte van 9100 vierkante meter; de totale inhoud bedroeg 41.000 kubieke meter –overeenkomend met 600 grote zeecontainers van 45 voet– en het laadvermogen was ongeveer 14.500 ton, evenveel als 3000 grote geladen vrachtwagencombinaties, berekende de Amerikaanse geoloog John Woodmorappe in zijn boek ”Noah’s Ark: A Feasibility Study” (1996).
Meer dan 16.000 landdieren en vogels hoefden er niet mee in de ark, schatte Woodmorappe. Met elkaar vertegenwoordigden ze de genetische hoofdsoorten. Samen namen ze niet meer dan 47 procent van het vloeroppervlak van de ark in beslag. Hij berekende dat voedsel hooguit 12 procent van de ruimte innam.
Wereldwijd?
Dat de zondvloed een gebeurtenis van ongekende omvang moet zijn geweest, blijkt uit de ongeveer 150 verhalen uit de hele wereld die een wereldwijde zondvloed beschrijven. In al deze overleveringen werden één of slechts enkele mensen gered. Een heel bekende is de Babylonische Gilgamesj-epos.
Al deze mythische beschrijvingen verschillen echter op tal van punten met het Bijbelse verslag. Zo kennen ze geen periode van 120 jaar waarin de mensheid werd opgeroepen tot bekering; ook variëren de afmetingen en de bouw van het schip aanzienlijk; daarnaast verschilt het aantal mensen aan boord en is de lengte van de vloed meestal enkele dagen of weken.
Ze kunnen echter wel gezien worden als een buiten-Bijbelse bevestiging van de historiciteit van de zondvloed.
Sinds de opgraving van de Britse archeoloog Leonard Wooley in het oude Mesopotamië in 1929 beweren –ook christelijke– wetenschappers echter dat de zondvloed een lokale vloed moet zijn geweest.
De Australische geoloog Andrew Snelling noemt dat echter een belachelijk idee: Noach had immers in 120 jaar die voorafgingen aan de zondvloed veel gemakkelijker een andere plek op aarde kunnen opzoeken. Het zou getuigen van dwaasheid om in die omstandigheden ruim een eeuw te bouwen aan een immens schip. Gods opdracht zou onnodig en wreed zijn geweest, meent ook de Amerikaanse historicus en theoloog Terry Mortenson. Bovendien, wat moeten we dan met Genesis 9:11? „Alleen een wereldwijde zondvloed past bij de belofte die God meteen na de zondvloed gaf”, aldus Mortenson.
Zoeken naar de ark
De vraag of er nog overblijfselen van de ark op de berg Ararat liggen, houdt de gemoederen nog steeds bezig. Zo vond een Chinees team vorig voorjaar in het grensgebied van Iran, Turkije en Armenië de resten van een enorm bouwwerk. „Voor 99 procent zeker dat de ark was gevonden”, meenden de onderzoekers, alhoewel in de media de scepsis overheerste.
Volgens de Bijbel strandde de ark op de „bergen van Ararat.” Waar dat is geweest, is niet op te maken uit de Bijbel. Ontdekkingsreiziger Marco Polo was de eerste westerling die erover schreef. Hij had er in 1271 tijdens zijn reis naar China over gehoord. Sindsdien wordt traditioneel de 5137 meter hoge berg Agri Dag op de grens van Turkije en Armenië aangewezen als berg Ararat.
Een Turkse commissie stuitte er eind negentiende eeuw op een reusachtige getimmerde houtmassa, met kenmerken van „zeer hoogen ouderdom.” De onderzoekscommissie trof er naar eigen zeggen een volledig intacte ark aan.
Een Russische gevechtpiloot maakte in 1916 –tijdens de Eerste Wereldoorlog– een foto van een voorwerp dat erg veel weg had van een schip. De tsaar stuurde er een compagnie soldaten op af. Volgens het rapport dat de soldaten opmaakten lag er een groot schip dat gedeeltelijk was weggezakt in een moerassig gedeelte aan een flank van de Agri Dag. Het rapport verdween tijdens de Russische Revolutie. Enkele soldaten uit de desbetreffende compagnie emigreerden naar de VS en zorgden ervoor dat het verhaal daar een eigen leven ging leiden.
Vervolgens hebben diverse expedities in de loop der eeuwen restanten van de ark gemeld. De resultaten konden echter keer op keer niet wetenschappelijk bevestigd worden.
Dit is de tweede aflevering van een driedelige serie over de geschiedenis van de aarde. Zaterdag deel 3.