Iedereen mag een bordje naast zijn voordeur hangen en er ”coach” op zetten. Dat doen mensen dan ook. Daardoor wordt het wel lastig om door de bomen het bos te zien.
Wanneer is een coach –iemand die mensen begeleidt en helpt bij het halen van bepaalde doelen– goed? Als de klant met een goed gevoel de deur uitgaat, of als er aanwijsbaar iets verandert in zijn leven? Heeft het werk van een coach effect, en hoe en wanneer?
Rond het effect van coaching leven allerlei vragen. „Duizenden coaches” hebben zich die vragen ook al wel gesteld, zegt hoogleraar organisatieontwikkeling & coaching Erik de Haan, maar intussen bestaan er voor dit vakgebied nog geen tien degelijke, kwantitatieve onderzoeken. Op een congres van de Landelijke Vereniging voor Supervisie en Coaching (LVSC), begin deze maand, pleitte De Haan voor een objectief onderzoek naar de effectiviteit van coaches. „Als wij deze vragen niet stellen, laat staan beantwoorden, hoe rechtvaardigen we dan onze niet onaanzienlijke tarieven?”
Wetenschappelijk onderzoek
In het „aangrenzende” vak psychotherapie, waarvoor wél researchbudgetten beschikbaar zijn, is veel meer onderzoek gedaan naar de effectiviteit, aldus De Haan. Een probleem is dat de onderzoeksmethode die daarvoor is ontwikkeld voor coaching te duur is. „Wij zijn net gestart met het grootste effectiviteitsonderzoek ooit in de mondiale praktijk. Maar zelfs als dit onderzoek uiterst succesvol is, zal het bleek afsteken bij het lopende onderzoek in de psychotherapie.”
De LVSC, waarbij zo’n 2000 professionele coaches zijn aangesloten, gaat zich nu hardmaken voor wetenschappelijk onderzoek. „Wat gebeurt er in de black box van het coachingstraject; wat leidt er tot duurzame effecten? Daarin moet het onderzoek inzicht geven”, stelt Pieter van Keulen, voorzitter van de LVSC. De resultaten ervan zullen worden vertaald naar registratie-eisen van coaches en supervisoren.
Een goede coach wordt intussen vooral gevonden via mond-tot-mondreclame, aldus Van Keulen. Over wat goed is kan hij zeker wat zeggen: „Een goede coach weet aan het eind van een kennismakingsgesprek de (leer)- vraag te benoemen die degene die gecoacht wil worden in zijn of haar gedachten heeft. Een goede coach is niet te veel aan het woord, niet te opdringerig, hij laat de ander aan het woord en probeert via een samenvatting de essentie van de vraag te benoemen.”
Cruciaal voor het effect is de klik die iemand heeft met een coach – dat is inmiddels wél gebleken. Tjeerd van Dam van Van Dam Loopbaanbegeleiding (met vestigingen in Zwolle, Veenendaal en Hardinxveld-Giessendam) adviseert mensen daarom twee of drie coaches te selecteren, hen allen een keer te spreken, en dan pas te kiezen. „Tijdens een coachingstraject ben je bezig met ontwikkeling, met een proces dat je ook kunt omschrijven als: je ontdoen van je wikkels. Als je dat wilt kunnen, moet je veiligheid ervaren.”
Christelijke coaches
Het bedrijf van Van Dam en zijn vrouw Harmke bestaat tien jaar. Het aantal coaches nam de afgelopen jaren fors toe, en dat geldt ook voor christelijke coaches. In die laatste categorie was het bureau van Van Dam een van de eerste. „Toen wij begonnen, was de vraag duidelijk in de markt aanwezig. De behoefte aan loopbaanbegeleiding was sowieso groot in die tijd. In de jaren 80 en 90 was de boodschap nog: je moet gewoon werken, wees blij dat je een baan hebt. Vanaf eind jaren 90 en aan het begin van deze eeuw kwam er veel meer aandacht voor zingeving.”
Dat zorgde dus voor meer coaches. Van Dam: „Christenen stuitten soms op coaches met een newageachtige benadering, of bij iemand met tarotkaarten op tafel. Ik merk dat veel christenen die bij ons komen behoefte hebben aan erkenning en herkenning. Ze zeggen: Ik wil niet dat ik ook nog eens mijn coach ervan moet overtuigen dat het christelijk geloof belangrijk voor mij is.”
Van Dam is aangesloten bij Noloc, een vereniging van loopbaanadviseurs. Hij is opgenomen in het beroepsregister, waarvoor kwalificaties nodig zijn. „Via dergelijke platforms kun je trechteren als je een coach zoekt”, zegt hij.
Wie op levensbeschouwing wil selecteren, kan kijken op een site als ikzoekchristelijkehulp.nl of de website van de Vereniging van Christen Coaches (VvCC), christencoaches.nl. Die laatste werd opgericht in 2009 en telt zo’n 75 leden.
„Voor een register waarbij kwaliteitseisen gelden zijn wij te klein”, zegt woordvoerster Carine Coehoorn van de VvCC. „Dat vraagt een enorme organisatie. We zoeken wel samenwerking met de beroepsvereniging Nobco, waar Europese normen voor coaching gelden. Maar onze focus ligt bij het toerusten en inspireren van christelijke coaches, en het zichtbaar maken waar mensen ze kunnen vinden.”
Uit balans: werk en privé
Adriaan de Jong (52) uit IJsselstein is senior adviseur en vestigingsdirecteur bij een bouwtechnisch adviesbureau. Hij volgde een loopbaanbegeleidingstraject bij Harmke van Dam. „Ik liep aan tegen een onbalans tussen werk en privé”, zegt De Jong.
Hij werkt sinds 1993 bij het adviesbureau, is ook aandeelhouder. Destijds werkten er vijf mensen, nu meer dan honderd. Zowel inhoudelijk werk als operationele zaken vragen zijn aandacht – en hij wil ze allebei goed doen. „Ik was regelmatig ook ’s avonds aan het werk. Op een gegeven moment merk je dat werk je leven gaat beheersen. Ik vroeg me af: Is dit iets wat past in mijn relatie met anderen, en in de relatie met God?”
Of de tien gesprekken met de coach effect hebben gehad? „Deels”, zegt De Jong. „Van Dam heeft me zeker geholpen. Ze zei onder andere: Ze zullen je waarderen om je kennis, en omdat je doet wat bij je past. Dat heeft geresulteerd in de keus voor meer inhoudelijk en minder operationeel werk. Toch – kiezen blijft nodig, en je moet het helemaal zelf doen. Dat vind ik nog steeds lastig. Hier komt bij dat het bedrijf door de crisis in de bouw een zwaar jaar heeft. Collega’s met de meeste ervaring hebben het druk: zij spannen zich extra in om werk binnen te halen. En: bewaking van de kwaliteit blijft aandacht vragen.”
Weer aan de studie
Mirjam van Dijken (30) uit Zwolle volgde ook een coachingstraject bij loopbaancoach Harmke van Dam. Een vriendin was zo enthousiast dat Van Dijken „er blind op af is gegaan”, zonder eerst andere coaches te zoeken en vergelijken.
Van Dijken werkt als sportdocent, maar moet vanwege een chronische blessure uitkijken naar ander werk. „Ik verwachtte dat mijn blik op wat ik zou kunnen doen breder zou worden. Dat gebeurde ook, maar tegelijk werd duidelijk dat ik in een bepaalde richting moet zoeken: in het werkgebied waar ik nu in zit.” Tijdens het loopbaantraject voerde ze niet alleen gesprekken, ze ging ook op pad.
Van Dijken: „Harmke van Dam heeft een breed netwerk waaruit ze put. We maakten afspraken in mijn branche; ik heb hier een dag meegelopen en dáár drie dagen meegedraaid.”
Het resultaat van het loopbaantraject –zes of zeven sessies– is dat Van Dijken weer een studie gaat volgen. „Ik ben er niet voor 100 procent uit, maar waarschijnlijk wordt het een opleiding voor fysiotherapie.” Dat de coaches bij Van Dam christelijk zijn, was niet de eerste reden voor Van Dijken om hen te kiezen. „Maar het was wel fijn. In het eerste gesprek ga je behoorlijk de diepte in.”