Monique Samuel: Egyptische revolutie pakt op lange termijn goed uit

Toen de opstand in Egypte begon, verscheen ze plotseling in alle Nederlandse media. Ondanks haar jeugdige leeftijd spreekt ze als iemand die al een leven achter zich heeft. Monique Samuel: „Sinds mijn derde stel ik voortdurend vragen. Als kind las ik de encyclopedie al stuk.”

mr. Richard Donk

18 November 2011 19:31Gewijzigd op 14 November 2020 17:45
Foto RD, Henk Visscher
Foto RD, Henk Visscher

Op het laatste moment stuurt Monique Samuel een sms. Of het interview in Leiden kan worden gehouden, in plaats van in Den Haag. „Door privéomstandigheden verloopt mijn dag radicaal anders”, heet het.

Die plotselinge ommezwaaien is de 22-jarige studente inmiddels wel gewend. Vooral sinds begin dit jaar het Egyptische volk tegen het bewind van president Hosni Mubarak in opstand kwam. Urenlang bracht Samuel in tv- en radiostudio’s door om de ontwikkelingen in het geboorteland van haar vader te duiden. Maar ook de politiek weet haar inmiddels te vinden.

Neem vorige week, toen de Tweede Kamer met minister van Buitenlandse Zaken Rosenthal debatteerde over de gewelddadige confrontaties tussen het Egyptische leger en demonstrerende koptische christenen, waarbij zeker 24 doden vielen. Samuel: „Ik volgde college toen ik door de fractie van GroenLinks werd gebeld. „Monique, we gaan zo met Rosenthal in debat over de ongeregeldheden in Egypte waarbij veel koptische christenen om het leven kwamen. Welke vragen moeten we hem stellen?””

Hoe voelde het dat van de ene op de andere dag heel Nederland wist wie Monique Samuel is?

„Ik voelde eigenlijk niets, had ook helemaal geen tijd om daar over na te denken. Je was keihard aan het werk. Er waren dagen dat ik alleen maar schmink en studiolampen zag en mezelf met koffie en cola op de been hield.”

Onaardige mensen zullen misschien hebben gedacht: Wie is die studente die ons even komt vertellen hoe het zit?

„Die kritiek is bij mij nooit doorgekomen. Bovendien: ik heb mezelf nooit uitgenodigd. Dus blijkbaar zijn er mensen die mijn mening willen horen.”

En passant steekt Samuel met verve en veel handgebaren een complete verhandeling over de Nederlandse politieke situatie af.

„In Nederland zie je dat bij kabinet op kabinet het hele beleid op de schop moet. Ik zou het zo mooi vinden als de partijen eens hun eigen programma konden ontstijgen en het samen eens konden worden over vijf essentiële pijlers die voor de toekomst van Nederland belangrijk zijn en zich voor een langere periode daaraan zouden committeren.”

Ze slaat op tafel: „Dáár kom je verder mee. Misschien heb je dan aan het eind van de rit niet per se een mooier land. Maar wel een land waarin mensen hun verantwoordelijkheid nemen en continuïteit in het beleid is gewaarborgd.”

Hier spreekt politieke ambitie uit.

„O ja, dat sowieso. Ik wil me daarbij vooral graag inzetten voor de vergeten individuen. Of dat nu straatkinderen in Egypte, wezen in de Dominicaanse Republiek of zwervers in Leiden zijn. Respect voor minderheden zou hoog op mijn agenda staan. Als je het kleine niet meer ziet, heb je in de politiek niets te zoeken.”

De politiek gaat toch juist over de grote lijnen?

„Ja, maar je moet wel altijd de gezichten achter die grote lijnen blijven zien.”

Welke politieke partij spreekt u dan het meest aan?

Samuel denkt lang na. Dan, lachend: „Daar doe ik geen uitspraak over.” Maar even later toch: „Er wordt veel aan me getrokken, maar er is op dit moment geen partij die bij me past. De PVV valt sowieso af, evenals de PvdA. Het CDA ook. En natuurlijk die maoïsten van de SP.”

SGP of ChristenUnie dan?

„Die zijn op dit moment geen optie. Alle partijen zijn zoekende. Ondertussen worden de debatten door persoonlijke vetes gekaapt en is de politiek meer bezig met goudvissengekwebbel dan met inhoud.”

Waar komt die interesse voor politiek en maatschappelijke thema’s vandaan?

„Sinds mijn derde stel ik voortdurend vragen. Ik was wat dat betreft een hopeloos kind. Op jonge leeftijd las ik de encyclopedie al stuk. Ik was altijd aan het leren.”

Totdat een ernstige oogziekte op uw dertiende plotseling uw leven op zijn kop zette.

„Ja, ik wilde altijd graag in de elektronica verder. Maar toen werd in één keer duidelijk dat ik mijn brood niet met mijn handen zou kunnen verdienen en het ontcijferen van technische schema’s niet meer aan mij besteed was. Ik besefte dat mijn hoofd en mond mijn belangrijkste gereedschap waren geworden.”

Hoe kwam u erachter dat u aan die ziekte leed?

„Ik had altijd last van hoofdpijn en kon geen zonlicht aan mijn ogen verdragen. Op mijn tiende kreeg ik mijn eerste bril. Daarmee kon ik achter in de klas lezen wat er op het bord stond. Na drie maanden zat ik al weer voor in de klas. De artsen waren heel verbaasd. Na twee jaar kon ik ook dichtbij niet goed meer zien. De oogarts dacht aan een tumor in mijn hersenen. Daar ben ik ook op onderzocht. Uiteindelijk kwam eruit dat ik de ziekte van Stargardt had.”

U verloor tijdelijk 90 procent van uw gezichtsvermogen. Wat doet dat met een tiener?

„Je weet dat je definitief zo goed als blind kunt worden. Dan word je plotseling voor grote levensvragen gesteld. Ik was altijd al met zingeving bezig, maar dat heeft zich in die periode wel geïntensiveerd. Zo kwam het dat op mijn dertiende al mijn eerste artikel in een krant verscheen. En ik op mijn veertiende werd gevraagd om te spreken in een middagdienst van een hervormde gemeente. Ik heb gesproken over Gods licht. Het licht in mijn ogen was gedoofd, maar Zijn licht had mijn hart geopend.”

Monique Samuel plukt wat aan haar sjaal, en vervolgt dan: „Ik heb maanden in verschillende ziekenhuizen en op blindeninstituut Bartiméus doorgebracht. En elke keer ging ik weg zonder te weten wat ik nu eigenlijk mankeerde. Mijn leven werd door de ziekte gekaapt. Uiteindelijk werd er een DNA-test gedaan. Die werd naar Amerika gestuurd. Vervolgens moest ik een jaar op de uitslag wachten. Ik ben genezen, maar kan nog steeds geen scherp licht aan mijn ogen verdragen.

Ik ben nog steeds bang dat ik plotseling iets zal krijgen. Ik heb ook last van astma en een stollingsafwijking. Mijn hoofd is wel scherp, maar mijn lichaam is erg vergankelijk. Een doorn in het vlees, om met Paulus te spreken.”

Wat betekent het christelijk geloof voor u?

„Dat er geen dag in mijn leven zonder God voorbijgaat. Ik sta met God op en ik besluit mijn dag met Hem.”

Dat klinkt wat vaag.

„Ik bedoel daarmee dat we, als het over het geloof gaat, vaak in grote, abstracte thema’s blijven steken. Ik probeer het leven met God heel praktisch in te vullen. Door te bidden, door geld aan de armen te geven, er voor mensen te zijn. Niet liegen, maar integer zijn.”

Wat betekent de persoon van de Heere Jezus voor u?

„Ik ben nog steeds aan het zoeken Wie Hij voor mij is. Ik vind het moeilijk om te weten hoe Hij mij ziet. Ook hier kun je vanuit de dogma’s een antwoord volgens het boekje geven: Hij is op de wereld gekomen om voor mijn zonden te lijden en te sterven. Maar dat betekent niet zo veel als je dat zegt zonder een persoonlijke relatie met Hem te hebben.”

Waar voelt u zich kerkelijk thuis?

„Ik ben hervormd gedoopt, heb in een vrijgemaakte gemeente belijdenis gedaan en sta in Egypte als lid van de Koptische Kerk geregistreerd. Ik vind dat niet zo belangrijk. In Nederland hecht men daar sterk aan. Ik vind het belangrijker dat ik in het boek in de hemel geregistreerd sta.”

U leverde de afgelopen maanden veelvuldig commentaar op de ontwikkelingen in Egypte. Is de revolutie wat u betreft geslaagd?

„Het is nog veel te vroeg om dat te zeggen. Ik denk dat het op de lange termijn goed zal uitpakken. Ten eerste zijn de mensen niet meer bang, waardoor er niet snel meer een dictatuur zal komen. Verder zijn er, vooral via sociale media, misstanden aan het licht gekomen die het regime decennialang heeft bedekt. Wie hoorde er twintig jaar geleden van een kerkbrand? Elke nieuwe regering zal dus niet snel met wantoestanden wegkomen.

In de derde plaats zijn de mensen zó politiek bewust geworden. Zelfs mijn oma volgt het nieuws op de voet. De kranten worden met natte inkt verkocht.”

Enkele weken geleden waren er ernstige onlusten tussen het leger en koptische christenen. Velen vreesden dat de Arabische lente voor christenen nadelig zou uitpakken. Zien we dat hier gebeuren?

„Ik denk het niet. Tijdens de revolutie verdween de politie op een gegeven moment uit beeld. Dat was voor fundamentalistische moslims de ultieme kans om de christenen aan te pakken, zonder tussenkomst van de autoriteiten. Dat is niet gebeurd. Integendeel: christelijke winkels werden bewaakt. Een salafistische gemeenschap liet een auto met eten en drinken rondrijden in de wijk van mijn oma – voor moslims én christenen. In de moskee werd voedsel uitgedeeld. Mijn oma heeft toen voor het eerst voet in een islamitisch gebedshuis gezet.”

Is dat niet te positief gedacht? Zou het leger bij nieuwe onlusten moslims op dezelfde manier aanpakken als het dat christenen twee weken geleden deed?

„Nee, helaas. Het leger kan het niet maken om op moslims te schieten. Dat is heel erg. Moslims en christenen zijn allemaal Egyptenaren, maar de één een beetje meer dan de ander.”

Anders gezegd: bent u optimistisch over de toekomst van christenen in Egypte?

„Alleen als de Koptische Kerk ophoudt met haar politiek van isolement. De kerk heeft zich zó opgesloten. Een koptische christen heeft koptische vrienden, gaat naar een koptische school en is lid van de koptische scouting. Er is weinig contact met moslims. Terwijl de kopten net zo goed een stem in Egypte vertegenwoordigen en kunnen meepraten over de toekomst van het land. De kopten moeten hun eigen ruimte in de publieke sfeer terugeisen.”

Egypte heeft nooit echte democratie gekend. Zal dat systeem werken in het land?

„In Egypte is een gestuurde democratie nodig met een sterke leider die de partijen bij elkaar kan brengen zonder een dictator te worden. Iemand die moedig genoeg is om na vier jaar op te stappen.”

Is er op dit moment zo’n kandidaat?

„Mohammed al-Baradei (voormalig hoofd van het Internationaal Atoomenergie Agentschap, RD) zou wat mij betreft een goede interim-president zijn. Zo’n eerste nieuwe leider zal zijn nek moeten uitsteken, met alle risico’s van dien. Dit is allemaal nieuw voor Egypte, dus hij zal zonder ervaring aan een kakelend kippenhok leiding moeten geven.”

In Europa heeft het ettelijke eeuwen geduurd voordat we een beetje snapten hoe democratie werkt. Hoe lang gaat dat in Egypte duren?

„Over twintig jaar kan Egypte een heel eind op de juiste weg zijn. Ik kijk altijd maar naar Oost-Europa. Neem een land als Roemenië. Bepaald geen modeldemocratie. Maar vergelijk het eens met het Roemenië ten tijde van het communisme.”


Levensloop Monique Samuel

Monique Samuel werd op 30 september 1989 in Amersfoort geboren. Haar vader is geboren en getogen in Caïro.

Samuel studeerde politicologie aan de Universiteit Leiden en UC San Diego en volgde daarnaast bijvakken in Amerikaans buitenlands beleid, geschiedenis van het Midden-Oosten en islamologie. In 2010 begon ze aan de tweejarige postinitiële master International Relations and Diplomacy aan de Universiteit Leiden.

Daarnaast verschenen van haar hand de boeken ”Voorbij de Horizon”, ”Bruiswater” en ”Allah weet het Beter”. Samuel won in zowel 2007 als 2008 de al-Hizjra-Literatuurprijs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer