BRUSSEL – Na een marathonzitting van zo’n acht uur hebben de leiders van de eurozone donderdagmorgen vroeg een akkoord bereikt over een aanpak van de schuldencrisis. Een uitleg van het „allesomvattende plan” in vier hoofdonderdelen.
1. Griekenland
De economische situatie in Griekenland is zo dramatisch dat de eerder overeengekomen hulp geen soelaas biedt. Kreeg Athene in 2010 al 110 miljard euro aan noodsteun toegezegd, in juli van dit jaar volgde nog eens 109 miljard. Uit een rapport van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF), vaak aangeduid als de trojka, bleek onlangs dat de rekening voor de eurolidstaten door tegenvallende ontwikkelingen zelfs kan oplopen tot 551 miljard euro. Om dat te voorkomen, hebben regeringsleiders gisteren in Brussel twee maatregelen genomen. De in juli besloten steunmaatregel ter waarde van 109 miljard euro wordt verhoogd tot een bedrag van 130 miljard. Om de knellende Grieks schuld te verminderen, moeten banken daarnaast ‘vrijwillig’ 50 procent van hun investeringen in Grieks staatspapier afstempelen. Van de totale Griekse schuld van 350 miljard euro (160 procent van het bruto binnenlands product) wordt op die manier een homp van 100 miljard afgesneden.
2. Herkapitalisering banken
Zeker nu ze moeten afschrijven op de Griekse schuld in hun bezit, groeit de urgentie voor Europese banken om extra kapitaal aan te trekken om de schokken van de crisis te kunnen doorstaan. Overeengekomen is dat banken voor eind juni 2012 hun buffers dienen te versterken tot minstens 9 procent van het totale bedrag dat zij hebben uitgeleend. Banken moeten dat eerst zelfstandig proberen, alvorens ze mogen aankloppen bij hun regering. In het uiterste geval kunnen ze terecht bij het noodfonds voor de eurozone, het EFSF. Volgens berekeningen van de Europese Bankautoriteit (EBA) zullen de grote Europese banken in totaal zo’n 106 miljard euro aan vers kapitaal moeten aantrekken. Voor Nederlandse banken is een herkapitalisatie niet nodig. Vooral Griekse (30 miljard) en Spaanse (26 miljard) banken hebben veel extra kapitaal nodig.
3. Vuurkracht noodfonds
Het tijdelijke noodfonds voor de eurozone, het EFSF, bevat –na aftrek van de steun voor Griekenland, Ierland en Portugal– nog circa 250 miljard euro aan garanties van eurolanden. Omdat het daarmee voor veel parlementen wel welletjes is, hebben regeringsleiders geprobeerd het fonds, dat moet voorkomen dat de schuldencrisis zich verder verspreidt, slagvaardiger te maken zonder er daadwerkelijk extra geld in te steken. Hiervoor zijn twee varianten geaccepteerd, die er samen voor moeten zorgen dat de vuurkracht van het EFSF wordt opgepompt tot 1000 miljard euro. De eerste variant is dat men de aankoop van obligaties van probleemlanden voor private partijen aantrekkelijker wil maken door het noodfonds de rol van verzekeraar te geven. Bij onverhoopte afboeking in de toekomst vergoedt het fonds een bepaald percentage van de hoofdsom. De verzekeringspot moet zo stimuleren dat er een veel forser bedrag aan staatspapier wordt gekocht door private partijen, waardoor er feitelijk een hefboom wordt gecreëerd. Daarnaast wordt het IMF bij het noodfonds betrokken. Landen waar het geld tegen de plinten klotst, zoals China en Brazilië, zouden bij dit orgaan een speciaal potje kunnen aanleggen dat voor het fonds gebruikt kan worden. Voor beide varianten geldt dat zo’n beetje alle details nog moeten worden ingevuld.
4. Begrotingsdiscipline
Regeringsleiders spraken ook af om verder te werken aan plannen voor een strengere begrotingsdiscipline. In de slottekst staat dat lidstaten zich zullen houden aan de aanbevelingen die de Europese Commissie de komende maanden gaat doen om financiële stabiliteit en economische groei te bevorderen. Ook wil de Commissie de rol van de verantwoordelijke commissaris versterken met scherper toezicht en extra handhaving. Ook Italië, het nieuwe zorgenkindje van de eurolanden, heeft zich onder grote druk van de andere landen geconformeerd aan bezuinigingen en hervormingen om zijn torenhoge begrotingstekort terug te dringen.