Binnenland

Trots op Moordrechts meest bekende meester

MOORDRECHT – Voor Moordrechters is hij een held, de rest van Nederland weet amper wie meester Lalleman was. Een duik in de relatief onbekende geschiedenis van Lallemans strijd tegen de kinderarbeid.

30 September 2011 21:44Gewijzigd op 14 November 2020 16:54
Adri den Boer bij het beeld van de stenenkruister in Nieuwerkerk aan den IJssel. Foto RD
Adri den Boer bij het beeld van de stenenkruister in Nieuwerkerk aan den IJssel. Foto RD

Waar nu de chalets van recreatie­centrum Hitland staan, sjouwden 150 jaar geleden kleine kinderen vanaf 4 jaar met klompen klei, bakstenen in wording. Hun moeders hadden de kleiklompen keurig in rijen neergelegd op het zetveld, zodat ze goed konden drogen voordat ze de oven ingingen. De kinderen moesten de stenen een aantal keren kantelen, zodat alle zijden goed droog waren.

De kleuters waren door de steenrijke steenfabrikanten voor dit werk uitgekozen omdat ze kleine voetjes hadden. Daardoor konden de stenen dichter bij elkaar worden gelegd en pasten er meer op het zetveld. Als het ging regenen, moesten de kinderen rietmatten over de stenen uitspreiden, anders zou zouden de stenen weer nat worden.

Op een informatiepaneel bij de onlangs gerestaureerde steenovens langs de dijk van de Hollandsche IJssel staat dat kinderen tijdens het bakseizoen in de zomer lange dagen maakten. „Soms werkten zij van drie uur ’s ochtends tot zeker acht uur 
’s avonds in de steenfabrieken”, zo is er te lezen.

De tekst op de informatie­panelen is geschreven door A. den Boer secretaris van de historische vereniging Nieuwerkerk aan den IJssel. „Rond 1500 stonden er langs de Hollandsche IJssel van Gouda naar Kralingse Veer bij Rotterdam 28 van deze steenovens”, zegt Den Boer. „De stenen werden gevormd van bagger uit de rivier. In één oven pastten wel 1 miljoen stenen per bakbeurt van zes weken. Per zomer werd de oven twee keer volgestapeld, dus dan kun je nagaan hoeveel IJsselsteentjes er uit deze regio kwamen.”

In het verderop gelegen Moordrecht stonden in de 19e eeuw tien steenfabrieken. Ook hier waren kinderen de hele zomer druk met stenen stapelen. Ze gingen dan niet naar school, tot ergernis van de plaatselijke schoolmeester Gerrit Bernardus Lalleman. Moordrecht stond bovendien bekend om zijn touwslagerijen, waar talloze kinderen op zeer jonge leeftijd aan het wiel moesten draaien. Net zoals Michiel de Ruyter dat enkele eeuwen eerder in Vlissingen deed.

Meester Lalleman was erg begaan met het lot van de Moordrechtse kinderen, zegt de Moordrechtse historicus Panc Vink. „De touwbanen in Moordrecht konden veel goedkoper touw produceren dan hun concurrenten in Gouda omdat hier zo veel kinderen werkten. Goedkope arbeidskrachten, maar Lalleman verzette zich daartegen.”

De actieve schoolmeester protesteerde tegen de kinderarbeid bij het gemeentebestuur van Moordrecht. Burgemeester G. van Vollenhoven was het met hem eens, maar kon niets uitrichten. In 1855 publiceerde Lalleman een alarmerend artikel in de landelijke krant De Economist onder de kop ”Slavernij in Nederland”. Hij schetste hoe kinderen in de touwbanen ‘s zomers van vijf uur ’s morgens tot acht uur ’s avonds in ongezonde, vochtige loodsen werkten.

Uiteindelijk vond Lalleman gehoor bij de liberale politicus Samuel van Houten. In 1863 werd er een regeringscommissie tot onderzoek van kinderarbeid ingesteld. Ruim tien jaar later werd het zogeheten Kinderwetje van Van Houten aangenomen in de Kamer. De wet verbood kinderen tot 12 jaar in fabrieken te werken.

Historicus Vink: „Meester Lalle­man was de meest beroemde en geprezen inwoner van Moordrecht. Mijn opa heeft bij hem in de klas gezeten. Ik heb nog een schriftje waarin mijn opa over zijn meester schrijft.” Een borstbeeld bij de oude dorpskerk houdt de herinnering aan de protesterende schoolmeester levend. Verder is er een Meester Lallemanstraat. Vink: „Daar ben ik na mijn trouwen gaan wonen. Ik heb wel wat met die schoolmeester, ’k ben trots op hem.”

Mede n.a.v. ”Canon van Zuid-Holland. De geschiedenis van Zuid-Holland in 50 verhalen”, door Roel Pots (eindred.), uitg. HDC Media, Alkmaar, 2011; ISBN 978 90 77842 59 1; 155 blz.; € 16,95.

Oktober is de maand van de geschiedenis. Dit is het eerste deel in een serie over onbekende vensters van regionale canons.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer