Kerk & religie
Ds. G. J. van Aalst 25 jaar predikant

KLAASWAAL – Een oud Duits boekje ligt binnen handbereik: ”Kann auch ein Pastor selig werden?” (1909) van Dietrich Vorwerk. „Kan een predikant ook zalig worden? Want geen mens wordt moeilijker zalig dan een dominee.”

Jan van ’t Hul
Ds. G.J. van Aalst. Foto RD, Anton Dommerholt
Ds. G.J. van Aalst. Foto RD, Anton Dommerholt

„Een predikant denkt heimelijk dat hij zo veel doet, weet en kan. De Heere heeft er zo veel werk aan om hem van dat farizeïsme af te brengen. Want de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen. Zalig worden uit louter genade is voor een hardleerse dominee ook zo’n persoonlijke les.”

Ds. Van Aalst (63) mag dan 25 jaar het Woord verkondigd hebben, over zichzelf praten valt hem niet mee. „Van een geoefend kind des Heeren hoorde ik, wanneer het wat van de Heere kreeg en daarover wat wilde vertellen, dat ze eerst zei: Nu moet het nog over déze lippen.”

Van een mens is geen goed te zeggen, ook niet na 25 jaar prediking. „Alleen dagelijks: „Wil ons, arme zondaren, al onze misdaden, en ook de boosheid, die ons altijd aanhangt (ook in ons bidden en preken), om het bloed van Christus’ wil niet toerekenen.””

In dat licht is jubileren een gevaarlijke bezigheid, zegt de predikant van Klaaswaal. „Als Paulus zegt: „Ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont”, wat moeten wíj dan nog zeggen over onszelf?”

Van Aalst werd in 1986 in Benthuizen bevestigd tot predikant van de Gereformeerde Gemeenten. In 1992 vertrok hij naar Ridderkerk, sinds 2003 dient hij Klaaswaal. Hij houdt van zijn kerkverband met alles wat in hem is, ondanks de gebreken ervan. „In de Gereformeerde Gemeenten werd mijn voorgeslacht getrokken, sommigen mochten er dienen in een ambt. Maar voorts groet ik ieder die Sion niet gram is. Ik heb ook broeders buiten mijn kerkverband. Geestelijke herkenning bindt samen, maar wel vanuit de plaats waar de Heere mij kerkelijk gesteld heeft. Ik ben gewoon GG, zonder toevoeging of pretentie. Natuurlijk heeft de Heere ook elders Zijn kinderen en knechten. Interkerkelijke ‘vrijages’ gaan helaas vaak ten koste van binnenkerkelijke eenheid, dat hoeft voor mij niet. Maar het is toch mijn verzuchting „Dat Uw Koninkrijk kome”, waar dan ook. Het kan niet anders of dat wordt gevolgd door het gebed: Brengt U bijeen wat in waarheid bijeen hoort.”

Voor zijn predikantsschap was Van Aalst werkzaam in het voortgezet onderwijs, eerst in Culemborg, later aan de Guido de Brès in Rotterdam. Daar was hij docent Duits, later ook decaan voor havo en vwo. „Om geestelijk onderwijs te kunnen geven, moet je het echter eerst wel zelf krijgen. Ik heb lang gevraagd: „Heere, mag ik op de Guido blijven; ik hoef toch niet per se in het ambt te staan?” Ik was bang voor de grote verantwoordelijkheid en alle zorgen van het kerkelijk leven. Toch leidde de Heere de weg naar de Boezemsingel.”

Tijdens zijn ambtsperiode in Ridderkerk kwam het docentschap totaal ongedacht weer op zijn pad. Hij volgde ds. P. Honkoop jr. en ds. K. de Gier op als docent aan de Theologische School te Rotterdam. „Ik hoefde kennelijk toch niet helemaal losgemaakt te worden van het onderwijs. Wat is de Heere toch wijs en goed.”

Verschillende uitgaven verschenen van zijn hand, onder andere over het doopformulier, het huwelijksformulier en het formulier om het heilig avondmaal te bedienen. Ze werden vooral geschreven voor jongeren. „Zij moeten op de kruispunten van het leven zulke belangrijke keuzes maken. Vanuit ”het ambt van de onderwijzing” wil ik hen graag tot een hand en een voet zijn. Op hun weg naar de knielbank en/of naar de doopvont. Op hun weg door de tijd en… straks eruit. In Rotterdam probeer ik dat ook op de studenten over te dragen: „Vergeet straks in jullie preken en ambtsbediening de kinderen en de jongeren niet, het is de helft van de gemeente, de toekomst van de kerk. Ze zijn onze aandacht meer dan waard.””

U bent predikant, catechiseermeester, docent, hoofdredacteur van De Saambinder, auteur, gehuwd man, vader, grootvader. Kan dat allemaal?

„Als ik nu ja zeg, lijkt het eenvoudig. Dat is het niet. Als ik nee zeg, zou ik over de Heere klagen en over Hem heb ik nooit te klagen gehad. Wel over mezelf. De zorglast weegt trouwens meer dan de werklast. Zorgen gaan mee, ook in de donkere nachten. De zorgen voor je gemeente, over de gemeenten, over de toekomst van onze predikantenbezetting, over de vacante gemeenten, over de ambten, over het wegvallen van Gods geoefende kinderen, over het wijken van het beslag van het Woord, over de jonge generatie enzovoorts. Maar het hangt niet van ons af. We zijn niet meer dan een Adamskind. Gód houdt Zijn Kerk in stand. Daar heeft Hij een domineetje uit Klaaswaal niet bij nodig. Dat besef geeft rust. Daar moet je wel steeds weer gebrácht worden.”

Ds. Van Aalst vat 25 jaar predikantschap graag samen met de woorden uit Jesaja 42:16: „„En Ik zal de blinden leiden door de weg die ze niet geweten hebben (…) Ik zal de duisternis voor hun aangezicht tot licht maken en het kromme tot recht. Deze dingen zal Ik hun doen en Ik zal hen niet verlaten.” Immanuël is de eenzijdig Getrouwe.”

In de afgelopen 25 jaar is het ambt van predikant gedegradeerd. De dominee is voor velen slechts een merkwaardige voorbijganger geworden.

„Wij zijn maatschappelijk gezien gedegradeerd tot iemand bij de olielamp van opoe. Maar er is geen nieuws onder de zon. Paulus werd beschimpt, Jesaja doormidden gezaagd en Jeremia gestenigd. Laten we maar biddend om getrouwheid stil ons werk doen, een predikant is ook maar een mens. Het zij een dienstknecht genoeg dat hij worde gelijk zijn Meester. Als Gods Naam maar geheiligd worde en Zijn Koninkrijk kome, ondanks ons.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer