DEN HAAG – De Troonrede is lastig te begrijpen. Er staan ingewikkelde woorden in en de zinnen zijn soms lang. Als er dinsdagmiddag alleen kinderen in de Ridderzaal zaten, had koningin Beatrix het vast veel eenvoudiger gedaan. Bijvoorbeeld zo:
„Beste meisjes en jongens,
Het gaat niet goed met de economie in ons land. Maar we hoeven niet alleen somber te zijn. De afgelopen jaren waren ook moeilijk en daar zijn we ook best goed doorgekomen. De werkloosheid is laag gebleven en er zijn weinig bedrijven over de kop gegaan. Dat biedt hoop voor de toekomst.
Het gaat ook niet goed met de economie in veel andere landen. Dat heeft ook gevolgen voor Nederland. De economie zal minder groeien dan gedacht. Nederland is erg afhankelijk van de handel met het buitenland. Het is te begrijpen dat deze boodschap onrust veroorzaakt bij jullie.
De regering wil de problemen op twee manieren aanpakken. De eerste is: zorgen dat de overheid minder geld tekort komt. De tweede: zorgen dat bedrijven geld gaan verdienen.
De overheid gaat het komende jaar flink bezuinigen. Dat zal iedereen in zijn of haar portemonnee gaan merken.
De regering weet zeker dat Nederland de problemen te boven gaat komen. We zijn met zestien miljoen mensen en we kunnen het. De regering gaat het aantal regels voor bedrijven terugdringen, dan kunnen ze zich richten op het verdienen van geld. Het aantal ambtenaren moet minder.
Vreemdelingen die naar ons land komen, moeten de regels van ons land naleven.
De regering wil in de komende jaren 18 miljard euro bezuinigen. Dat gaat iedereen merken. Degenen die ziek zijn of een handicap hebben, bieden we extra hulp.
De overheid gaat zelf ook bezuinigen. Er zijn al ministeries weg, het aantal ambtenaren wordt minder en de overheid gaat gebouwen verkopen. Ook in gemeenten en provincies daalt het aantal ambtenaren. De overheid gaat ook bepaalde taken overdragen aan gemeenten, bijvoorbeeld de jeugdzorg en sociale werkplaatsen.
Om bedrijven te laten groeien, moeten ondernemers en wetenschappers meer met elkaar overleggen. De regering gaat dat stimuleren. Daarbij valt te denken aan het delen van kennis over wateroverlast en watertekort, over energie en over voedsel.
Het is belangrijk dat de euro blijft bestaan. Dat is goed voor de groei van de bedrijven. Enkele jaren geleden heeft de overheid veel geld geleend aan banken en verzekeraars. We gaan nu een aparte belasting voor banken invoeren.
Onderwijs is heel belangrijk. De kwaliteit van de scholen moet omhoog. We gaan leraren beter opleiden. Leerlingen krijgen meer toetsen van de overheid.
Studenten moeten meer gaan betalen voor hun opleiding. Dat levert geld op en daarmee moet het onderwijs op universiteiten verbeteren.
Het is belangrijk dat mensen zich veilig voelen. Daarom gaat de overheid extra aandacht besteden aan misbruik van kinderen, overvallen op winkels en berovingen op straat. Ook de zware jongens, die zich bezighouden met mensenhandel, drugs en belastingontduiking, gaan we aanpakken.
Gezondheid is heel belangrijk. Voor de gezondheidszorg gaan we de komende jaren 15 miljard meer uitgeven. Zo´n stijging is in de komende jaren niet verantwoord. Daarom gaan we kijken waar het goedkoper kan. De regering heeft daarover wel ideeën.
Het aantal ouderen neemt toe. De overheid moet meer rekening gaan houden met de manier waarop ouderen willen leven.
We gaan bezuinigen op het zogeheten persoonsgebonden budget. Dat is een denkbeeldige zak met geld waarmee mensen zorg kunnen ‘kopen’ die precies bij hen past.
De ouderen worden steeds ouder. Daarom is het logisch dat we ook langer werken. De regering wil de leeftijd waarop mensen met pensioen gaan verhogen van 65 naar 67 jaar. In het komende jaar maken we een wet om dat te regelen.
We willen ook jongeren met een handicap en ouderen met een handicap aan het werk helpen. Daarvoor gaan we een aantal regelingen bij elkaar voegen. Voor degenen die echt niet kunnen werken, verandert er niets.
Mensen die een uitkering krijgen terwijl ze er geen recht op hebben, gaan we stevig aanpakken. Bedrijven moeten ervoor zorgen dat hun werknemers veilig kunnen werken. Doen ze dat niet, dan krijgen ze een boete.
Nederland is voor de groei van de economie erg afhankelijk van het buitenland. Daarom zal de regering bedrijven die in het buitenland werken, extra helpen. Ook bij het geven van hulp aan de armen in het buitenland, gaan we Nederlandse bedrijven inschakelen.
De regering gaat ook landen helpen zodat ook daar iedereen gelijke rechten en kansen krijgt. De Nederlandse politiemensen en militairen die in Afghanistan zitten, helpen daaraan mee. Ze verdienen onze steun en waardering.
Beste meisjes en jongens,
De regering gaat flink bezuinigen, maar toch zijn we optimistisch. We willen ervoor zorgen dat Nederland een welvarend land blijft.
De regering wil graag met jullie praten over de maatregelen. U hebt een zware taak. Velen wensen u wijsheid toe. Ik en vele anderen bidden om kracht en Gods zegen voor u.”