Politiek
Troonrede: niet sprankelend, wel liberaal

DEN HAAG – Welke geest ademt de Troonrede? Het liberale karakter van dit kabinet valt er duidelijk uit op te snuiven; soms blijkt dat zelfs uit een enkel accentje. Letterlijk.

20 September 2011 15:30Gewijzigd op 14 November 2020 16:43
Koning Beatrix leest de Troonrede. Foto ANP
Koning Beatrix leest de Troonrede. Foto ANP

Een spannende Troonrede is het niet geworden. Wat dat betreft schaart premier Rutte zich in de lange, lange rij van minister-presidenten die hare majesteit op Prinsjesdag een tamelijk dorre opsomming van beleidsvoornemens lieten voorlezen.

Wel heeft de toespraak van de koningin, voor wie hem grondig op zich laat inwerken, een dominante politieke kleur. Een liberale, welteverstaan.

Zeker, ook CDA’ers doen vandaag krampachtig hun best hun eigen ideologie in de Troonrede terug te vinden. „Meer samenleving. Dat is toch echt CDA?”, doet het christendemocratische Kamerlid Sterk een dappere poging.

En, vanzelfsprekend, geheel ongelijk heeft zij niet. Neem bijvoorbeeld het zinnetje dat in het Nederlandse zorgstelsel „solidariteit tussen oud en jong, tussen gezond en ziek, centraal staat.”

Maar alleen al het feit dat dit een Troonrede is met als hoofdthema “de economie” –Balkenendiaanse termen als “waarden en normen” komen er niet in voor–, maakt de kans dat de liberale accenten overheersen groot. En inderdaad klaagt FNV-voorzitter Jongerius dat „er vooral veel maatregelen voor bedrijven inzitten, zoals stimuleringen en innovaties, maar weinig maatregelen voor werknemers.”

Nog een paar kernzinnen, die weliswaar niet in strijd zijn met de christendemocratie, maar toch eerder doen denken aan de politieke filosofie van Rutte en de zijnen:

–„Een kleine en krachtige overheid, die burgers en bedrijven meer ruimte geeft.”

–„Het uitgangspunt van de regering is dat mensen niet gebaat zijn bij afhankelijkheid.”

Zelfs in een zin waarbij sociaal voelende CDA’ers opgelucht zullen ademhalen, valt nog een onvervalst liberaal accentje te ontwaren: „De regering ontziet echter zoveel mogelijk degenen die bijvoorbeeld door ziekte of beperking écht niet in staat zijn in hun eigen onderhoud te voorzien.”

Ja, het staat er werkelijk: écht niet in staat zijn. Met een nadrukkelijk, liberaal accentje op de “e”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer