LEBOI – Moeder Fatima Baris Bole Nur (40) komt met haar vier kinderen aanlopen in Leboi, in Kenia, vlak bij de Somalische grens. Samen met haar echtgenoot Aden Achmed Basiner vertrok ze een maand geleden uit hun dorp Hagar, samen met hun vier kinderen.
„Het is te lang, te heet en te droog geweest”, zegt Fatima. „We hadden niets meer te eten, dus we besloten te vertrekken.” Ook tijdens hun wekenlange voettocht had het gezin niets te eten. „We konden alleen af en toe wat drinken.”
Tijdens de tocht overleed Aden Achmed Basiner, verzwakt door alle ontberingen. Fatima liet haar man achter aan de kant van weg, zonder hem te kunnen begraven. Ze moest haar krachten sparen, om de tocht naar het vluchtelingenkamp in het Keniaanse Dadaab te kunnen volbrengen. De moeder móést doorlopen, want haar kinderen, en zijzelf, hadden dringend eten nodig. Fatima was bang dat ook zij de toch niet zouden kunnen volbrengen, net als haar man.
De tweeling Abeba en Mohammed (11), dochter Sarah (8) en zoon Abdi (5) staren voor zich uit en kunnen geen woord uitbrengen over de verschrikkingen die ze meemaakten.
Een paar maanden geleden zorgden Abeba en Mohammed nog voor hun kudde, nu zijn alle beesten dood. „Nog nooit eerder was het zo lang zo heet en droog”, verzucht Fatima. „Om ons heen gingen dieren dood, zelfs mensen stierven. We hadden al dagenlang niets meer gegeten en zagen geen andere uitweg uit onze problemen dan te vluchten.”
Fotograaf Jaco Klamer bezocht de Hoorn van Afrika. Deze week op de buitenlandpagina een serie portretten van vluchtelingen.