Ophef in Bahrein om onderzoekscommissie
MANAMAH (ANP/AFP/RTR) – Een onafhankelijke commissie in Bahrein heeft dinsdag in een verklaring verzekerd dat ze doorgaat met haar onderzoek naar het gewelddadige optreden van de veiligheidsdiensten tegen sjiitische betogers.
Dat gebeurt echter niet meer vanuit het bureau van de commissie in de hoofdstad Manamah, dat een dag eerder werd aangevallen door woedende betogers.
Het pand werd bestormd, nadat media in Bahrein hadden gemeld dat de commissie van oordeel zou zijn dat de autoriteiten zich niet schuldig hebben gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid. In februari en maart trad het veiligheidsapparaat in Bahrein keihard op tegen demonstranten die democratische hervormingen eisten van het bewind van de soennitische koning Hamad bin Isa al-Khalifa.
De onderzoekscommissie is tot nader order alleen bereikbaar via e-mail en telefoon, meldde Cherif Bassiouni, een expert op het terrein van strafrecht en voorzitter van de commissie. Hij weersprak de aantijgingen met klem. De overige leden van de commissie zijn de Canadese jurist Philippe Kirsch, in het verleden president van het Internationaal Strafhof in Den Haag, en sir Nigel Rodley Simon, een lid van de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties.
Zeker 24 mensen stierven tijdens de ongeregeldheden op het eilandje in de Perzische Golf. Daarna stierven zeker vier mensen in de gevangenis, onder verdachte omstandigheden. Volgens mensenrechtenorganisaties werd er op grote schaal gemarteld door de veiligheidsdiensten. Zelfs betogers die met verwondingen waren opgenomen in ziekenhuizen, bleken niet veilig.
De koning heeft een aantal toezeggingen gedaan voor hervormingen, maar de oppositie verwacht weinig concrete vooruitgang. Bahrein is strategisch van groot belang voor het veel grotere buurland Saudi-Arabië en voor de Verenigde Staten. Het eiland is de thuisbasis voor de Vijfde Vloot van de Amerikaanse marine. De koning van Bahrein en Saudi-Arabië vermoeden dat de sjiitische aartsvijand Iran een rol speelt in de protesten.