DEN HAAG – Een christen is Anders Breivik naar eigen zeggen niet, las terrorisme-expert Beatrice de Graaf, verbonden aan het Centrum voor Terrorisme en Contraterrorisme, in diens lijvige manifest. Maar anti-islamitische bewegingen moeten zich wel degelijk „flink achter de oren krabben”, vindt ze. Ze creëerden de voedingsbodem die de Noorse terrorist dankbaar gebruikte.
Deze aanslag komt van iemand die zich conservatief christen noemt. Is dat extra schokkend?
„Nee, want zo noemt hij zichzelf dus niet. Wat Breivik heeft gedaan, is twee vakjes op Facebook aangeklikt met voorgegeven keuzes. Bij religie koos hij voor christelijk en bij politieke voorkeur voor conservatief. Maar dat zegt nog niet dat hij ook een conservatieve christen ís.
Dat blijkt ook uit zijn manifest. Hij noemt zichzelf daarin cultuurchristen en het christendom noemt hij een dam tegen de islam. Maar een echte christen is iemand die gelooft in Jezus, zegt hij zelf. Ik schrok daarvan toen ik dat las; hij wist dus wel degelijk wat een christen is. Breivik zegt: Dat persoonlijke geloof, dat heb ik niet.
Dat hoeft voor hem ook niet zo nodig. Hij heeft juist heel veel kritiek op de kerk, op predikanten en op bisschoppen. Velen van hen zijn zwakke christenen. Het zijn in zijn ogen genadechristenen die het moeten hebben van iemand de andere wang toekeren. Daar moet hij niets van hebben. Zijn voorbeelden zijn sterke christenen, zoals de tempeliers.”
Dat zijn bovendien niet eens zijn enige voorbeelden.
„Nee, hij plukt van alles uit allerlei verschillende bewegingen. De jihadisten hebben het goed begrepen, zegt hij, omdat die zichzelf opofferen. Dus zelfs uit die hoek haalt hij iets. Verder haalt hij tempelriddersmystiek aan, put hij uit de esoterie en uit rituelen van de vrijmetselarij. Opsommingen van uniformen en onderscheidingen lijken weer afkomstig uit het leger.
Zijn denken is dus samengesteld uit allerlei bewegingen. Maar het wordt wel gedomineerd door elementen uit de huidige anti-islambeweging, het conservatisme, het christendom en de vrijmetselarij.”
Die elementen op zich zijn niet eens altijd radicaal te noemen. Moeten mensen uit de christelijk-conservatieve beweging of uit de anti-islamhoek zich voor zijn daden verantwoordelijk voelen?
„Anti-islamgroeperingen en conservatieve groepen die anti-islamitisch zijn, mogen zich wel eens flink achter de oren krabben als ze genoemd worden. Dat gold ook voor salafistische organisaties na 11 september 2001. Als je steeds genoemd wordt, heb je de plicht je te distantiëren van haatzaaien en andere vormen van geweld.
Dus als Breivik nadrukkelijk verwijst naar PVV-leider Wilders en arabist Hans Jansen, dan mogen zij zich wel drie keer afvragen of ze niet met vuur hebben gespeeld. Hetzelfde geldt voor cultureel-conservatieve bewegingen die zeggen dat de islam over Europa spoelt. Dat vijandbeeld van de islam heeft Breivik niet uit de lucht geplukt – er is een voedingsbodem gevormd voor dit soort uitlatingen.
Maar, en dat zeg ik met nadruk, dat betekent níét dat er een direct causaal verband is. Tussen ideologie en geweld is nooit een directe, causale relatie te leggen. Allerlei psychologische motieven spelen ook een rol. Breivik heeft uiteindelijk zijn eigen egomanische overwegingen gehad om deze aanslagen te plegen.”
Welke overwegingen kunnen dat geweest zijn?
„Blijkbaar zat hem dat in zijn definitie van de huidige situatie als acuut. Hij noemt de aanslagen noodzakelijk. Er moest nú iets gebeuren, „anders zijn we allemaal dood.”
Maar dat geeft nog niet de psychologische verklaring waarom hij nu deze wapens heeft gebruikt. Had hij dat plan al lang? En zo ja, wat is dat omslagmoment geweest?
Op dit moment kun je alleen maar gissen. Zo wordt er op internet nu een kennis van hem geciteerd die zegt dat Breivik door een meisje zou zijn gedumpt voor een Pakistaan. Zoiets kán een omslagmoment zijn, maar dat is speculatie.”
Hadden veiligheidsdiensten zijn radicaliseringsproces kunnen opmerken?
„Heel moeilijk. Breivik is slim; hij wijdt heel wat pagina’s aan de vraag hoe je uit handen kunt blijven van de opsporingsdiensten. Zo geeft hij de tip je niet met radicalen te omringen, maar juist met gematigden.
Hij wist heel goed hoe hij onder de radar moest blijven, hoewel hij wel op een lijst stond omdat hij chemicaliën had besteld. Dat is ook de nachtmerrie: iemand kan blijkbaar jarenlang bijna niet opgemerkt worden.”
Dus kunnen anderen ook op dergelijke wijze radicaliseren.
„Het gebéúrt ook met anderen. Ik heb eerder onderzoek verricht naar zogeheten ”lone wolves”, mensen die alleen opereren. Het blijkt dat 1 à 2 procent van alle aanslagen door deze eenzame wolven wordt gepleegd.
We hebben daar ook in Nederland mee te maken gehad: Tristan van der V., Karst T. en Volkert van der G. waren lone wolves. Als het al lukt om hen tijdig op te sporen, is dat meestal niet aan de politie, maar aan mensen in de directe omgeving te danken.”