OSLO – Het Noorse koningspaar en kroonprins Haakon hebben zaterdag een ontmoeting gehad met overlevenden en familieleden van slachtoffers van de slachtpartij op Utøya en van de bomaanslag in het centrum van Oslo. De ontmoeting vond plaats in een hotel in de zwaar aangeslagen hoofdstad, waar in het centrum een onwerkelijke stemming heerst met patrouilles van militairen. De door de bom zwaar beschadigde wijk is afgezet en wordt tevens bewaakt door talrijke politiemensen.
De net als andere kerkgebouwen voor gebed en bezinning geopende lutherse Domkerk in het stadscentrum wordt sinds vanmorgen 9 uur bezocht door een gestage stroom mensen. Buiten de kerk hebben onbekende burgers een klein altaar gebouwd van straatkeien. Op het provisorische altaar branden kaarsen en staan boeketten met rozen. Meerdere dominees zijn aanwezig om mensen die willen praten of bidden bij te staan.
Predikant Karl Gervin vertelt dat er velen zijn die dat wensen. „Er zijn veel buitenlanders om deze tijd van het jaar, maar ook meer Noren dan gewoonlijk. Allen hebben dit gemeen dat ze diep onder de indruk zijn van wat er is gebeurd.”
Onder de buitenlanders bevinden zich ook Nederlanders. Een meisje uit Eindhoven vertelt dat ze zich gisteren toen de bom ontplofte 400 meter van het explosiegebied bevond. Om te weten te komen wat er precies aan de hand was belde ze naar huis, waar haar vader haar met behulp van de berichtgeving op internet kon informeren.
Op het eiland Utøya is een crisiscentrum ingericht. Hier hadden premier Jens Stoltenberg en twee andere bewindslanden een onmoeting met overlevenden en nabestaanden. De sterk aangeslagen regeringsleider gelooft dat de dramatische gebeurtenissen nooit meer uit te wissen zullen zijn en door zowel de getroffenen als hemzelf een last blijven voor de rest van het leven.