Expert: Al-Qaida ook met Osama al uiterst zwak
APELDOORN – De dood van Osama bin Laden heeft een belangrijke symbolische waarde, maar effectief was zijn rol al uiterst klein geworden, zeggen experts. „Een Robin Hoodfiguur was hij in de islamitische wereld allang niet meer.”
Of de wereld veiliger is nu Bin Laden dood is? „Op de korte en middenlange termijn wordt de wereld er juist niet veiliger op”, zegt al-Qaida-expert dr. Maha Azzam van het Britse instituut voor internationale betrekkingen Chatham House in Londen via de telefoon. „Er is een toegenomen dreiging van aanslagen in de komende weken en maanden. Op langere termijn betekent het echter wel degelijk dat de positie van al-Qaida nog zwakker is geworden. Maar dat proces was al lang gaande.”
Azzam onderstreept het belang van Bin Laden als een „symbool van de wereldwijde jihad”, maar het is volgens haar maar de vraag of al-Qaida nog een organisatie genoemd kan worden. „De beweging is zozeer versplinterd en verzwakt dat ze de laatste jaren niets wezenlijks meer heeft kunnen presteren.”
Dat is ook de mening van de Gentse hoogleraar internationale politiek Rik Coolsaet. „Een Robin Hoodfiguur was Bin Laden binnen de islamitische wereld allang niet meer”, zegt hij in een telefonisch interview. Coolsaet, die tevens als veiligheidsexpert verbonden is aan het Egmontinstituut voor internationale betrekkingen in Brussel, onderstreept dat het terrorisme in naam van de islam binnen de islamitische wereld behoorlijk aan populariteit heeft ingeboet. „De meeste slachtoffers van het terrorisme van het afgelopen decennium waren moslims. Zelfs binnen de kring van het jihadistisch terrorisme is er een afkeer ontstaan van de nutteloze bloederigheid van veel aanslagen.”
Volgens Coolsaet heeft de teruggang van al-Qaida ook te maken met het effectieve optreden van binnenlandse en internationale veiligheidsdiensten de laatste jaren. „Er zijn veel aanslagen verijdeld, wat uiteraard demotiverend werkt.” Hij wijst ook op de theologische kritiek binnen het jihadisme op aanslagen. „Belangrijke ideologen van al-Qaida hebben afstand genomen van de werkwijze van de groepering, zoals Al-Fadl, de ideologische mentor van de tweede man van al-Qaida, Al-Zawahiri.” Ook Chatham House-expert Azzam wijst op ideologische kritiek binnen de moslimwereld. „Die is niet alleen terug te leiden tot het hoge aantal moslimsslachtoffers bij de aanslagen”, aldus Azzam.
Azzam wijst op de nieuwe democratische bewegingen in de Arabische wereld. „Er wordt daar geprobeerd via vreedzame middelen veranderingen te bewerkstelligen.” Volgens haar heeft die instelling ook wortel geschoten binnen „de kleine kring” van aanhangers van al-Qaida.
Coolsaet put eveneens hoop uit de omwentelingen in de Arabische landen. In 2004 schreef hij het boekje ”De mythe van al-Qaida”, waarin hij de marginalisering van de moslims als belangrijkste oorzaak van het islamisme aanwees en de bloei van bewegingen als al-Qaida. „Sinds september vorig jaar merken we dat moslimjongeren het lot in eigen hand nemen en voor hun positie vechten. Daarmee is de tactiek van het terrorisme irrelevant geworden.”
Het moslimterrorisme voegt zich daarmee in een algemeen patroon van terroristische bewegingen, aldus de Gentse veiligheidsexpert. „Bij linke terreurorganisaties in de jaren zestig en zeventig trad er na een jaar of tien ook metaalmoeheid op. Militanten gaan vragen stellen over de tactiek. Ik heb dan ook goede hoop dat u mij over zes jaar niet meer hoeft te bellen over moslimterrorisme.”