Koninginnedag in zonovergoten Limburg
THORN/WEERT – Een zonovergoten Limburg heeft de koninklijke familie zaterdag een warm welkom bereid. Aan het eind van het bezoek bedankte de vorstin voor de „overweldigende hartelijkheid, fantasie en inzet” waarmee zij met haar familieleden in Thorn en Weert werd ontvangen.
Terwijl de wereld zich vergaapte aan het prinselijke huwelijk in Londen, waren twee Limburgse stadjes druk bezig met de voorbereidingen voor ander majesteitelijk bezoek. Het kleine Thorn en het grote Weert, beide hebben hun beste beentje voorgezet om de vorstelijke gasten te onthalen. In een uur tijd –in Weert werd het aanzienlijk langer doordat de gasten uitgebreid de tijd namen voor het publiek– werden verleden en heden voor het voetlicht gehaald.
In Thorn zit de sfeer er al vroeg in. Overal oranje, overal vlaggetjes. De toegangswegen zijn met loodzware zandzakken geblokkeerd, maar in de bebouwde kom is de sfeer ontspannen en de beveiliging niet hinderlijk.
Helikopters leveren de gasten af bij hoeve De Grote Heg, net buiten het stadje. Jeugdprinsen en -prinsessen van het carnaval staan –allemaal in het wit– klaar met boeketten. Luuk Schulpen wil best weten dat hij een beetje zenuwachtig is. Straks mag hij prinses Anita bloemen overhandigen. „Ik zie haar voor het eerst in het echt.”
Na de bloemen is er muziek. Harmonie St. Michaël brengt bij het Monument voor de Muziek de entrada ”Royal Entrance” ten gehore.
Burgemeester Strous ziet veel hoge hakken, weet de Maaskeitjes achter zich en zegt: „Dames, ik heb u gewaarschuwd.” Maar er doen zich geen tuimelpartijen voor en geen enkele prinsesselijke voet verzinkt tussen Limburgse stenen.
De burgemeester feliciteert prof. mr. Pieter van Vollenhoven met zijn verjaardag. Er breekt een spontaan hiep-hiep-hoera” los. „Dat had ik willen zeggen”, zegt de burgemeester, en hij laat de huldebetuiging herhalen voor alledrie de mensen die hij feliciteerde: naast Van Vollenhoven ook de vorstin –uiteindelijk wordt haar verjaardag deze dag gevierd– en prins Willem-Alexander, drie dagen geleden 44 geworden.
Dan begint het rondje Thorn, door de smalle straatjes van het grotendeels witgekalkte stadje. Prinses Máxima laat zich uitleg geven bij de zeilclub die op het droge oefent.
Ruim de tijd is er voor de valkenier. Prinses Máxima laat zijn roofvogel overvliegen naar haar man. Als Pieter van Vollenhoven het kunstje wil herhalen, komt de vogel via een omweg naar hem terug, in plaats van bij prins Johan Friso te landen.
Prinses Annette gaat voor een paar kinderen door de knieën, Constantijn krijgt een roos opgespeld, Laurentien schudt zoveel handen dat ze voortdurend tot voortgang gemaand moet worden.
De koningin krijgt het boekje ”Van Benedicta tot Cunegonda” aangeboden, over de vrouwen die in het abijstadje lange tijd de dienst uitmaakten. Zij hadden een eigen munt, en daarom wordt er nu een herinneringsmunt geperst.
Om de hoek oefenen kinderen het plaatselijke dialect met het Thorner laesplenkske: haos, kits, zwaegelke, kniep…
Het publiek zwaait en schreeuwt om adellijke aandacht. Een man heeft zich compleet behangen met fotootjes van prinses Máxima. Prinsen wringen zich samen met toeschouwers in het beeldveld van miniscule camera’s, en komen handen tekort. Maurits laat zich verleiden tot een drieklapszoen. Tussen de levende standbeelden door stapt Laurentien op het publiek af om een meisje met dikbetraande wangen te troosten.
In de Holstraat staan 25 koninklijke tronen, gemaakt door basisscholen uit de gemeente Maasgouw. Hier en daar waagt een prinses zich aan een snelle troonsbestijging, binnen seconden gevolgd door de abdicatie.
Twee instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking zetten ook hun beste beentje voor, de ene met een groot, gezamenlijk schilderij –waarbij de schilders de koning te rijk zijn als de prinsessen Annette en Laurentien de kwast van hen overnemen–, de andere met zang, dans en muziek.
Midden op de snelweg rijdend voert de koninklijke bus het gezelschap noordelijk, naar Weert. Net als de snelweg zijn alle viaducten afgezet. Een vrouw zwaait enthousiast met een kolossale vlag.
In Weert staan Friese paarden met ruiters van het Stadsgilde St. Catharina opgesteld op de Stadsbrug. Rook stijgt op als zeven saluutschoten het bezoek inluiden. De oranje loper ligt uit, de hele wandelroute lang. Drie steltlopers treden het gezelschap tegemoet. Vanonder hun rokken komen opeens negen kinderen tevoorschijn die bloemen aanbieden. Kazim Öztürk, zelf op deze dag acht geworden, mag de Koningin een boeket overhandigen.
Weert laat zich van tal van kanten zien; achter elke straathoek wacht een volgend thema. ”Weert paardenstad”, om te beginnen. Pony’s draven voorbij over de 200 kuub houtsnippers die in het stadspark is gestort, schutterijen vormen een erehaag, en prins Willem-Alexander waagt zich aan een ritje achter op een rijtuigje, klappend met een denkbeeldige zweep. Gisteren was hij met zijn vrouw aanwezig bij de huwelijksvoltrekking van prins William en prinses Catherine, gisteravond keerden ze uit Londen terug, nu vieren ze een van de jaarlijkse hoogtijdagen van de Nederlandse monarchie. „Best wel indrukwekkende vrouw, die Máxima, he?” constateert een vrouw achter de dranghekken.
Willem-Alexander, Bernhard, Pieter-Christiaan en Annette richten een Rijnlandse buks op een Limburgse bölkes: hoog in de lucht, waar een kogelvanger ze verzamelt voor recycling – wat ter plekke getoond wordt.
’t Is lang de enige sport niet waaraan de gasten zich wagen. Floris en Aimée helpen een blokkentoren bouwen, en tillen kindjes op die de bovenste verdieping niet meer bereiken kunnen. Maurits trommelt lustig mee in een muziekkorpsje, Marilene kiest voor tafeltennis, terwijl Máxima, Mabel en Pieter-Christiaan zich aan korfbal wagen. Prinsen zetten handtekeningen, op een papiertje of desnoods met een stift op iemands t-shirt.
Stap voor stap gaat het langs het publiek, dat rijen dik staat. Prins Johan Friso maakt weinig contact, maar zijn vrouw vergoedt dat ruimschoots: verschillende keren schiet prinses Mabel uit de rij –een beveiliger achter haar aan–, richting het publiek. Even een praatje, en zo snel mogelijk zo veel mogelijk handen drukken.
Gegil in het publiek: „Daar komt-ie! … Maurits!” De oudste zoon van Pieter en Margriet komt handen tekort, tot zijn vader hem meetrekt. „Mau!” maant ook prinses Marilene haar man. Maar even later is het prins Maurits die zijn vader probeert voort te trekken. De jarige uit Apeldoorn wordt van alle kanten gefeliciteerd, en het „Lang zal die leven…” is niet van de lucht.
Prins Floris wil een klein meisje een hand geven, maar ze wijst vanaf vaders schouders naar beneden: naar de vlaai die de prins tussen de bedrijven door probeert op te eten. Die is interessanter. Maar prins-met-vlaai loopt door. Prins Willem-Alexander wacht met eten: als hij een enorme klodder ijs krijgt aangeboden, bedankt hij vriendelijk.
Als de gasten voorbij zijn, begint achter de hekken de evaluatie al: „Dat was het dan. Hoe vond je ’t?”
Het voormalige stadhuis aan de Markt, nu Jacob van Hornemuseum, is eindpunt van de tocht, dik 20 minuten later dan gepland. Even later verschijnen majesteit en hoogheden op het bordes, zwaaien naar beneden en zwaaien dan opeens naar boven, waar mannen afdalen langs de kerktoren om een oranje doek met enorme letters te onthullen: ”Weert kleurt oranje.” Kanonnen braken oranje snippers uit, die als een wolk over het publiek trekken. Een paar slierten blijven achter het bordes hangen.
De burgemeester spreekt dankwoorden. Daarna uit de koningin haar erkentelijkheid voor de wijze waarop de zuidelijkste provincie haar 73e verjaardag luister heeft bijgezet: „Hartelijk dank voor deze ongelofelijke dag. Voor de overweldigende hartelijkheid, fantasie en inzet.”
Zwaaien, nog meer zwaaien, maar dan is het echt voorbij. De koninklijke gasten trekken zich terug in het statige pand. Prinses Máxima wordt nog even extra toegejuicht; dan is ze weg.
Prinses Mabel blijft als laatste achter: even nog een oranje sliert losmaken en over het publiek laten fladderen.