Leven in Syrië is normaal, behalve op vrijdag
DAMASCUS – De Syrische hoofdstad Damascus ontwaakt zoals gebruikelijk. Niets doet op een normale ochtend de onrust in het land vermoeden.
Vrolijk gezang klinkt op straat. Uit mijn raam kijkend ontdek ik zes tienermeisjes die in schooluniform staan te wachten op de bus. Ze vullen de tijd met een Syrische evergreen. Op lagere scholen in Damascus zijn schooluniformen standaard en het luid kwetterende groepje onder mijn raam oogt azuurblauw als de stralende hemel boven de stad.
Damascus ontwaakt en zoals gebruikelijk vertaalt zich dat in een enorm lawaai vanuit de talrijke steegjes en op pleinen. Niets doet de onrust in het land vermoeden. Gisteren was ik in de oude binnenstad op de verjaardag van een goede vriend in een trendy café. De jarige werd met oosterse uitbundigheid gefêteerd. Gevolgd door serieuzere gesprekken later op de avond. Ik vertelde mijn vrienden dat ik die dag een bericht had ontvangen van de Nederlandse ambassade waarin alle Nederlanders wier verblijf niet dringend noodzakelijk was werd geadviseerd Syrië te verlaten.
In de vertrouwelijkheid van het schemerige café ontwikkelde zich een openhartig gesprek. De Syriërs, vooral de Damascenen onder hen, zijn het beu. Het moet ophouden met die demonstraties. De noodtoestand is opgeheven en er zijn vergaande hervormingen aangekondigd. „We moeten onze natie nu verder opbouwen, niet afbreken” zei een van hen. Iedereen was het roerend met hem eens. Mijn vrienden vertelden mij dat het wellicht een dag of tien moeilijk gaat worden. Niet langer. Ze raadden mij aan genoeg geld van de bank te halen, „voor het geval dat de banken in deze periode niet werken. Blijf thuis en bel ons als je iets nodig hebt.”
Vervolgens stapten we in auto’s en reden kriskras door de stad. Overal hetzelfde beeld. Overvolle terrassen en menigtes die langs de etalages van winkels schuifelen, genietend van de zwoele voorjaarsavond. Het is het Damascus dat ik ken. Ik denk aan de telefoontjes die ik vandaag ontving van verontruste vrienden in Nederland die dachten dat ik in een belegerde stad leef, omgeven door dood en oorlogsgeweld. Hoe anders is de realiteit.
Hoe anders was echter ook de situatie vrijdag. Die dag werd al weken met angst en beven tegemoet gezien. Via sociale media als Twitter en Facebook werd vooral vanuit het buitenland opgeroepen tot massale protesten na het vrijdagmiddaggebed. Rond 12.30 uur hoorde ik de muezzins van de talrijke moskeeën die Damascus rijk is oproepen tot het gebed. Ik vroeg me af of ook anderen het deze vrijdag als bijna onheilspellend ervoeren.
Het was deze dag tevens Goede Vrijdag en ik nam een taxi naar de binnenstad om in de kerk die ik altijd bezoek de plechtigheden van 15.00 uur bij te wonen. Damascus bleek veranderd in een spookstad. Totaal verlaten straten en een uitgestorven stad. De kerk was op Goede Vrijdag maar mondjesmaat gevuld. Ik herinnerde mij dat de kerkgangers vorige jaren op deze dag buiten stonden omdat de kerk de grote toeloop niet aankon.
De angst regeert op vrijdagen en Syrië slaakt heimelijk een zucht van verlichting als het weer zaterdag is. Het leven herneemt dan zes dagen zijn gewone gang. Tot de muezzins weer klinken.
Morgen opnieuw een spannende dag. Maar vanavond zullen de terrasjes in Damascus vol zitten en zal het straatbeeld niet anders zijn dan anders.